Sinds 2005 is het fietsgebruik toegenomen met bijna 11 procent. Vooral in grote steden zoals Nijmegen, Utrecht en Amsterdam is dat duidelijk te merken. Daar wordt al gesproken over files op het fietspad. Dat kan voor fietsers reden zijn om de fiets te laten staan.
Het doemscenario is dat de fiets door de drukte aan zijn eigen succes ten onder gaat. Daarom doet CROW-Fietsberaad onderzoek naar oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen ten aanzien van de drukte op fietspaden. Van belang daarbij is hoe de fietser zelf de drukte ervaart. Dit onderzoek richt zich daarom op de vraag wanneer fietsers het (te) druk vinden en in welke mate zij hun gedrag daarop aanpassen.
Een op de tien fietsers in Nederland vindt drukte op het fietspad over het algemeen een probleem. Ze relateren die problemen vooral aan verminderde doorstroming: het moeten wachten bij verkeerslichten en niet de gewenste snelheid kunnen fietsen. Een kleinere groep fietsers zegt minder te genieten van het fietsen.
De meest genoemde manier om drukte op het fietspad te vermijden, is het nemen van een andere route. Het lijkt er niet op dat mensen minder gaan fietsen door ervaren drukte. Er zijn daarnaast maar weinig mensen die hun fietsrit gewoonweg niet meer maken door de drukte. Drukte op het fietspad door niet-fietsers wordt niet genoemd als reden om niet te fietsen.
De minister schrijft dat snelheidsverschillen en verschillende soorten voertuigen op het fietspad als knelpunt worden ervaren. Dit wordt gedeeltelijk bevestigd met dit onderzoek. Snelheidsverschillen zelf worden niet genoemd, maar wel de problemen waarmee je te maken krijgt bij snelheidsverschillen door verschillende soorten voertuigen. Denk bijvoorbeeld aan wielrenners of e-fietsers die willen inhalen.
Vooral met meerdere personen ‘naast elkaar fietsen’ en ‘niet aan de kant gaan’ zijn gedragingen van anderen waar fietsers het vaakst mee te maken hebben en ze worden ook genoemd als sociale factoren die er het meeste voor zorgen dat drukte wordt ervaren. Beide gedragingen hebben te maken met niet-sociaal gedrag, waardoor moeilijker kan worden ingehaald. Het gebruik van de mobiele telefoon komt ook relatief vaak voor en draagt in grote mate bij aan de beleving van drukte.
Er zijn aanwijzingen gevonden dat niet alle soorten fietsers met dezelfde sociale factoren te maken hebben als oorzaak van ervaren drukte. Scholieren hebben vooral last van langzaam rijdende fietsers, terwijl wielrenners en mountainbikers juist vaak last hebben van onverwachte slingerbewegingen. Dit laat goed zien dat verschillende soorten fietsers te maken hebben met verschillende factoren die druktebeleving beïnvloeden.
Blijkbaar ligt onbegrip voor een groot gedeelte ten grondslag aan onderlinge ergernissen. Racefietsers benoemen expliciet verschillende groepen fietsers als probleem (ouderen, scholieren en voetgangers), die te weinig rekening houden en aandacht hebben voor elkaar. De deelnemers van de fiets4daagse noemen juist het niet-anticiperen van wielrenners als probleem. Ook scholieren worden vaak als schuldige aangewezen, omdat ze geen aandacht zouden hebben voor de omgeving. Klachten en meldingen bij gemeenten ondersteunen deze bevinding. Drukte op het fietspad is voornamelijk een issue in zeer sterk stedelijk gebied. Dat blijkt zowel uit de enquête als uit gesprekken met gemeenten. De drukke situaties komen voornamelijk voor binnen de bebouwde kom, binnen het centrum.
We kunnen met enige zekerheid zeggen dat het tweerichtingsfietspad een kenmerk is dat een grote rol speelt bij de beleving van drukte op het fietspad in Nederland. In de omschrijvingen van de drukke situaties, wordt het tweerichtingsfietspad vaak genoemd. Van de fietsers die op een tweerichtingsfietspad drukte hebben ervaren, vond een op de vijf fietsers het hier zeer druk