Wereldwijd heeft luchtvervuiling de impact van onze broeikasgasuitstoot getemperd. Maar nu schonere lucht overal hoog op de agenda staat, kan het moeilijker worden om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden, meldt de Noorse klimaatwetenschapper Bjorn Hallvard Samset (Cicero Centre for International Climate Research) in Science.

Terwijl broeikasgassen warmte vasthouden, hebben zogenoemde aerosolen – kleine stof- of vloeistofdeeltjes die in de lucht zweven – een koelend effect, doordat ze zonlicht weerkaatsen. Het netto-effect van beide is de opwarming die we tot dusver hebben waargenomen. Uit computersimulaties blijkt dat de wereldwijde gemiddelde temperatuur zonder aerosolen minstens een halve graad hoger zou liggen.

‘De belangrijkste zijn de zwavel-aerosolen, die ontstaan als gevolg van de uitstoot van zwaveldioxide’, verduidelijkt Samset. ‘In Europa en de Verenigde Staten is die uitstoot van zwaveldioxide door industrie en verkeer al sterk teruggedrongen. Vandaag zijn Afrika, Azië en het Middenoosten de belangrijkste bronnen.’

Samset maakt zich vooral zorgen om de regionale effecten van veranderingen in de zwaveluitstoot. Die beďnvloedt meer dan alleen de temperatuur. Klimaatmodellen doen vermoeden dat aerosolen niet alleen voor lokale koeling zorgen, maar ook de kans op droogte en extreme weerfenomenen zoals stormen beďnvloeden. Daar begrijpen we volgens Samset nog te weinig van, en dus is het afwachten hoe veranderingen in de uitstoot lokaal zullen uitpakken. Die veranderingen gaan snel: China heeft zijn uitstoot van zwaveldioxide sinds 2007 met driekwart gereduceerd, terwijl die in India in dezelfde periode met vijftig procent toenam.

Naast die regionale gevolgen, die we volgens Samset dringend beter moeten bestuderen, is er de impact op de wereldwijde opwarming. ‘Het koelende effect van aerosolen is een onderdeel van de klimaatmodellen en –scenario’s’, zegt Samset. ‘Maar door de verhoogde aandacht voor de grote negatieve impact van aerosolen op onze gezondheid, zal de vervuiling wellicht sneller worden aangepakt dan de scenario’s hebben voorzien. Dat betekent dat ook de klimaatopwarming kan versnellen. Als we de opwarming tot twee graden willen beperken, zal onze uitstoot dus nog sneller moeten dalen dan gedacht.’