Sporten helpt, stelt onderzoeker Richard Bailey in zijn Human Capital Model.
Sport en bewegen is goed voor de gezondheid, het zal voor niemand als een verrassing komen. Je loopt minder kans op aandoeningen als obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes. Je levensverwachting gaat omhoog en je wordt productiever op je werk. Begin er dus zo vroeg mogelijk mee.
Sport en bewegen kan goed zijn voor het karakter: je kunt er assertiever door worden, of juist leren om je beter te beheersen. Door te sporten leer je samenwerken, communiceren, besluiten nemen, problemen oplossen, verantwoordelijkheid nemen, je in anderen inleven en veerkracht tonen.
Emotioneel voel je je ook beter van sport en bewegen. Dit geldt zeker voor kinderen en jongeren, die er meer zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde door krijgen. Bewegen werkt net als een medicijn tegen depressiviteit: het helpt je lichaam beter om te gaan met angst en stress.
De meeste sporten zijn bij uitstek sociaal: je speelt in een team of je traint samen. Kinderen ontwikkelen hun sociale vaardigheden, maken vrienden en krijgen daarmee een groter sociaal netwerk (waar ze de rest van hun leven iets aan kunnen hebben). Bij sportclubs leren ze bovendien gemeenschapszin.