Er stond dinsdag meer file dan ooit, maar klopt dat wel? De ANWB sprak van een filerecord: 2278 kilometer stond er gisteren op het hoogtepunt van de sneeuwspits. Ondertussen kon er op notoire knelpunten vrolijk doorgereden worden.
Rond 17.00 uur 's middags werd het oude record, 1500 kilometer file, verpulverd. Een half uur later stond er 2000 kilometer, vlak daarna werd het 2278. Ter vergelijking: dat is vier keer de afstand tussen Leeuwarden en Parijs en in totaal 18 procent van het wegennet.
Volgens Rijkswaterstaat stond er fors minder file, hun verkeersinformatiedienst kwam uit op 525 kilometer op het hoogtepunt.
525 kilometer of 2278 kilometer?
Die cijfers kunnen niet allebei kloppen. Deskundigen twijfelen over de zeggingskracht van de huidige definitie van een file als er (zware) sneeuw valt.
Weggebruikers die regelmatig drukke trajecten rondom Delft, Rotterdam, Den Haag, Den Bosch, Utrecht en Amsterdam rijden merkten op dat het soepel ging. In het oosten en zuiden van het land was de sneeuwval tijdens de spits heviger; daar ontstonden lange files.
Wat is een file?
Het was schrikken voor automobilisten die huiswaarts moesten: tientallen kilometers lange files. Rond het hoogtepunt stond er volgens de ANWB bijvoorbeeld tussen Amersfoort en Zwolle een file van 40 kilometer, op een stuk snelweg van 70 kilometer. Maar ook op de A2 stond er volgens de kaarten een file, terwijl het daar prima doorreed. Hoe kan dat?
Voor het antwoord moet eerst bepaald worden wat een file eigenlijk is. Henk Voerman, woordvoerder van Rijkswaterstaat, legt uit dat de organisatie de volgende definities aanhoudt:
langzaam rijdend verkeer: verkeer dat over ten minste 2 kilometer nergens sneller rijdt dan 50 km/h, maar doorgaans wel sneller dan 25 km/h
stilstaand verkeer: verkeer dat over ten minste 2 kilometer vrijwel overal minder dan 25 km/h rijdt
langzaam rijdend tot stilstaand verkeer: een combinatie van bovenstaande twee vormen.
De ANWB, de andere club in Nederland die files bijhoudt, houdt ook aan dat er een file is als het verkeer - dat normaal 100, 120 of 130 km per uur mag - 50 kilometer of langzamer rijdt over een afstand van twee kilometer of meer.
Meten is weten
De organisaties meten op verschillende manieren. Rijkswaterstaat meet sowieso alleen maar op de snelwegen en doet dat met detectielussen die het aantal auto’s en de snelheden meten. "Daarnaast krijgen wij informatie van weggebruikers, camera's en weginspecteurs. Zo hebben we een compleet beeld van het rijkswegennet", zegt Voerman.
De ANWB meet op een andere manier, vertelt Dennis Mooij van de ANWB. Dat doet de organisatie met 'floating car data', waarbij er wordt samengewerkt met TomTom. Zo meet de ANWB op zowel de hoofd- als N-wegen via navigatiesystemen en mobiele telefoongegevens de snelheid van voertuigen.
"Wij zijn ook verbaasd door het filerecord, want het kan nog veel harder sneeuwen", zegt Mooij. "Wij meten vertragingstijd. Als je normaal 100 kilometer per uur kan en nu rij je 70, dan heb je vertraging. Rijdt de hele stroom voertuigen langzamer dan 50 kilometer per uur, dan tellen we dat als file. Je hoeft niet stil te staan voor een file."