Quote:
Van New York tot Londen, van Parijs tot Berlijn en van Rotterdam tot Amsterdam en Eindhoven: waar je de marathon ook loopt, hij is altijd 42,195 kilometer lang. Ja, dat is een gekke afstand. 40 kilometer hardlopen, of 50: dat klinkt een stuk logischer. Maar een marathon is niet voor niets 42 kilometer en een beetje lang,

Marathon op de Olympische Spelen
In 1896 waren de organisatoren van de eerste moderne Olympische Spelen in Athene op zoek naar een groots evenement dat de Spelen kleur kon geven, en dat tegelijkertijd herinnerde aan de glorie van het Oude Griekenland. De Fransman Michel Bréal stelde voor om een loopwedstrijd te houden ter ere van Pheidippides. Volgens de legende rende deze Griekse boodschapper vanuit het stadje Marathon naar de hoofdstad Athene om het nieuws van een militaire overwinning op de Perzen over te brengen. Aan het einde van zijn slopende reis kon Pheidippides nog net ‘we hebben gewonnen’ uitbrengen. Daarna viel hij dood neer.

Hardloopwedstrijd van ongeveer 40 kilometer
Pierre de Coubertin, de Franse vader van de moderne Olympische Spelen, zag het idee wel zitten. Het verhaal sprak tot de verbeelding. De loopwedstrijd werd ingepland en kreeg de naam ‘marathon’. De lengte van het parcours werd vastgesteld op 40 kilometer, de geschatte afstand die Pheidippides meer dan 1400 jaar eerder aflegde. Bij de tweede en derde Olympische Spelen, in Parijs en St. Louis, was de afstand ook om en nabij de 40 kilometer. Het luisterde destijds allemaal niet zo nauw.

De Olympiade van Londen
Pas bij de Spelen van 1908 in Londen werd de afstand die marathonrenners nu nog lopen vastgelegd. De race begon buiten Londen, bij kasteel Windsor. Volgens één historicus werd die afgelegen locatie gekozen om de verwachte mensenmassa de ruimte te geven. Maar volgens een ander was het achterliggende idee dat de kinderen van koning Edward VII en koningin Alexandra de start zo vanuit hun eigen kamer konden zien. Hoe dan ook, de finishlijn van de Londense marathon lag in het Olympisch stadion. De renners moesten bij de royal entrance naar binnen gaan, en daarna nog 535 meter tegen de klok in rennen.

42,195 kilometer precies
Maar voor het zicht van de koninklijke familie bleek het beter te zijn als de renners bij de tegenoverliggende ingang binnen kwamen. En dan 352 meter met de klok mee zouden lopen, om uiteindelijk pal voor de koninklijke box te finishen. Zo geschiedde, en daarmee werd de totale lengte van het parcours precies 42 kilometer en 195 meter. Na de Londense Spelen van 1908 is die afstand nooit meer aangepast. En dus lopen atleten nu nog steeds een marathon van 42 kilometer en 195 meter. En is een halve marathon 21,0975 kilometer, en niet 21. Met dank aan koning Edward VII en koningin Alexandra.