De opwarming van de aarde zet door: het jaar 2020 staat op een gedeelde eerste plaats als warmste jaar ooit gemeten. Naarmate de gevolgen van klimaatverandering steeds ingrijpender zijn, klinkt de roep om oplossingen luider. En dus wordt er ook gekeken naar de rol van technologie.

De Amerikaanse wetenschapsjournalist Elizabeth Kolbert reisde de wereld over en sprak met wetenschappers die technieken ontwikkelen of nu al toepassen. Geo-engineering, ofwel knutselen aan het klimaat, zal steeds vaker een serieuze optie zijn, zegt Kolbert in een interview met Nieuwsuur. "Wij mensen hebben een enorme impact op de planeet gehad. De vraag hoe nu verder is dé vraag van onze tijd. Makkelijke keuzes zijn er niet."

Verreweg de meest extreme ingreep betreft het dimmen van de zon. Dat zou - althans in theorie - kunnen door een vulkaanuitbarsting na te bootsten. Bij zo'n uitbarsting komen grote hoeveelheden zwavel vrij. Die stofdeeltjes blokkeren als een soort deken het zonlicht, zoals in 1991 op de Filipijnen.

Grote uitbarstingen kunnen zo wereldwijd tot tijdelijke temperatuurdaling leiden. Onderzoekers van onder meer Harvard University bestuderen of zwaveldioxide dat door vliegtuigen in de stratosfeer wordt gedumpt, hetzelfde effect hebben.

Een eerste voorbereidend experiment met solar engineering dat deze zomer in Zweden zou plaatsvinden, is afgelast na protesten van onder meer milieuorganisaties. Kolbert: "Zij vrezen dat dergelijke 'eenvoudige' oplossingen ten koste gaan van de motivatie om CO2 te verminderen."

Het inzetten van technologie om het klimaatsysteem te beïnvloeden is omgeven met duivelse dilemma's, constateert Kolbert. "De mens heeft het klimaat veranderd, door het gebruik van fossiele brandstoffen. En nu willen we verder ingrijpen om eerder ingrijpen ongedaan te maken."

De wetenschapsjournalist denkt dat we ons in toenemende mate voor de keuze gesteld zien om bepaalde technieken wel of niet in te zetten. "Een van de mensen betrokken bij het dimmen van de zon zei tegen mij: 'We leven in een wereld waar het intussen veiliger is om de verdomde zon te dimmen dan om het niet te doen.' Dat vond ik veelzeggend."

Solar engineering staat nog in de kinderschoenen. Maar we ontkomen er niet aan deze en andere technieken serieus te overwegen, denkt ook Behnam Taebi, hoogleraar energie-en klimaatethiek aan de TUDelft. "We zijn het station gepasseerd waarin we ons de luxe kunnen permitteren om te zeggen: dat doen we niet, want dat is te risicovol."

Taebi benadrukt dat er geen concrete plannen zijn voor solar engineering. "Maar ik wil de verantwoordelijkheidsvraag graag aan de voorkant behandelen. In plaats van dat er eerst dingen fout gaan en we dan vragen: wie is hier eigenlijk verantwoordelijk voor?"

Samen met een groep Nederlandse wetenschappers pleit Taebi voor het opzetten van een nationaal expertisecentrum over klimaatinterventies. Dat moet zich buigen over technische en ethische vraagstukken. "Een land kan nu zelfstandig besluiten solar engineering toe te passen. Maar de gevolgen zijn transnationaal. Daar moeten nog afspraken over worden gemaakt."

Wetenschapsjournalist Kolbert schreef een boek over haar bevindingen: Onder een witte hemel, de natuur van de toekomst. Ze pleit voor meer debat over klimaatinterventies: "Ik zeg niet dat we het wel of niet moeten doen. Maar het zullen steeds prangender vragen worden." Ethicus Taebi: "Niemand houdt er rekening mee dat technologie alleen, de opwarming van de aarde niet kan tegengaan. Zo'n grote pleister hebben we niet."