Technische groothandel Nögel mag een werknemer ontslaan die vorig jaar niet op zijn werk verscheen omdat zijn 'beste vriendin' zou zijn overleden. Aanvankelijk zette de kantonrechter een streep door het ontslag, maar in hoger beroep bleek de man te hebben gelogen.

Een maand nadat hij rayonmanager was geworden bij de technische groothandel Nögel, meldde de werknemer zich vorig jaar zomer op een woensdag ziek met migraine. Het bedrijf probeerde herhaaldelijk telefonisch met hem in contact te komen, maar dat lukte pas op vrijdag. De man zei maandag weer aan de slag te zullen gaan.

Die maandag hervatte de werknemer zijn werkzaamheden echter niet. Opnieuw kreeg het bedrijf telefonisch geen contact met de rayonmanager. Wel stuurde de man een e-mail, waarin hij zei dat een vriendin de nacht ervoor plotseling met hartfalen was overleden, en dat hij familie en vrienden opving.

Zijn belofte om die dag nog te bellen, kwam hij niet na. Een dag later stuurde hij een e-mail, waarin hij zijn afwezigheid opnieuw toeschreef aan het plotselinge overlijden.

Toen de werknemer daarop opnieuw telefonisch onbereikbaar bleek, ging zijn leidinggevende bij de man thuis langs. Daar trof hij echter slechts diens vader aan, die vertelde dat zijn zoon niet thuis was. Ook na dat bezoek liet de werknemer niets horen.

Woensdag ontsloeg de technische groothandel de rayonmanager op staande voet wegens ongeoorloofde afwezigheid, gebrek aan communicatie, en een vertrouwensbreuk.

Een dag later maakte de man bezwaar tegen het ontslag, en liet weten maandag weer te kunnen beginnen. Toen de werkgever het ontslag handhaafde, stapte de man naar de rechter.

Voor de kantonrechter lichtte de werknemer het overlijden van de vriendin - die hij al vanaf zijn jeugd kende - toe. "Overmand door emoties vol ongeloof van de plotselinge dood van zijn vriendin, heeft hij niet direct telefonisch contact opgenomen met zijn werkgever dat hij wegens een sterfgeval even niet kon komen werken", verklaarde de advocaat van de man in zijn verzoekschrift.

Tijdens de zitting vertelde de werknemer dat hij 'compleet van slag' en 'kapot' van het tragische nieuws was. Ook zei hij dat hij destijds bij de partner van de vriendin had geslapen, om de familie op te vangen en dingen te regelen.

Dat verweer wierp vruchten af, want vorig jaar december zette de kantonrechter een streep door het ontslag. Het bedrijf had de man de gelegenheid moeten geven te reageren op de verwijten.

Ook verklaarde de kantonrechter dat de man recht had op loondoorbetaling. Vervolgens liet de werknemer beslag leggen op de bankrekeningen van het bedrijf.

De advocaat van de werkgever ging echter verder op onderzoek uit. Daarbij ontdekte hij dat de persoon die de werknemer voor de kantonrechter had genoemd, helemaal niet was overleden. Daarop ging het bedrijf in hoger beroep.

Voor het gerechtshof in Leeuwarden kwam de rayonmanager vervolgens op de proppen met een andere persoon met dezelfde voornaam, die dat weekend wél bleek te zijn overleden. Per abuis zou de man hun namen hebben verwisseld.

Maar tijdens het hoger beroep kwam toch vast te staan dat de rayonmanager over de reden van zijn afwezigheid had gelogen. Uit een verklaring van de weduwnaar van de overleden vrouw, bleek namelijk dat de werknemer destijds helemaal geen contact had opgenomen met de familie, niet bij hen had gelogeerd, en zelfs niet eens op de begrafenis was geweest.

Ook wist de werknemer tijdens het hoger beroep niet te zeggen op welke leeftijd zijn 'beste vriendin' was overleden.

Omdat de rayonmanager bij de kantonrechter had gelogen over de reden van zijn afwezigheid, oordeelt het hof nu dat hij destijds toch terecht is ontslagen. Ook moet hij het ten onrechte betaalde salaris terugbetalen.

De advocaat van de werkgever, Hendrik Geffroy, is tevreden over de uitspraak van het hof. "Het is een opmerkelijke zaak. Vanaf het begin hadden wij al het vermoeden dat er iets niet klopte. Na wat recherchewerk bleek inderdaad dat de aanvankelijk genoemde vrouw springlevend was. En later bleek dat de werknemer bij de mevrouw die wel overleden was, de familie helemaal niet had opgevangen."

De advocaat van de werknemer, Sharon Haimé, zegt nog geen commentaar op de uitspraak te kunnen geven omdat ze die nog met haar cliënt moet bespreken.