De curatoren en hun adviseurs hebben ruim 67 miljoen euro verdiend aan de afwikkeling van het faillissement van DSB Bank, die twaalf jaar duurde. "Veel geld, maar er moest dan ook heel veel gebeuren", aldus een van de curatoren.
Dat de kostenpost zo hoog opliep, blijkt uit het slotverslag dat curatoren Rutger Schimmelpenninck en Ben Knüppe van DSB Bank vandaag hebben gepresenteerd.
DSB, de financiële instelling van ondernemer Dirk Scheringa, raakte in 2009 in opspraak en ging in de herfst van dat jaar op de fles. Het kostte de curatoren twaalf jaar om het faillissement af te wikkelen.
Na de recente verkoop van de laatste lening- en hypotheekportefeuilles konden de curatoren onlangs een laatste betaling aan de schuldeisers van DSB Bank doen. Die schuldeisers hebben hun volledige tegoed teruggekregen.
Uiteindelijk verkochten de curatoren de portefeuilles zo gunstig, dat er zelfs een bedrag van 650 miljoen euro in de failliete boedel van DSB Bank resteert. Dat geld zal worden gebruikt om ook de rente die de schuldeisers tegoed hebben te betalen.
In totaal is er voor 785 miljoen aan rentevorderingen, dus niet alles daarvan zal worden vergoed. De grootste vordering, van zo'n 700 miljoen, is in handen van De Nederlandsche Bank (DNB) die destijds spaarders van DSB Bank tot een bedrag van 100.000 euro schadeloos stelde.
DNB verhaalde deze kosten op de Nederlandse banken, en zal ook de verwachte rente-uitkering laten terugvloeien naar de banken.
Een klein deel van de resterende miljoenen gaat naar 280.000 voormalige rekeninghouders van de bank. "Sommige mensen hebben recht op een paar cent rente, andere op grotere bedragen."
Uit het verslag blijkt ook dat de afwikkeling van het faillissement de curatoren en hun adviseurs geen windeieren heeft gelegd. In totaal factureerden de curatoren, het advocatenkantoor Houthoff en accountantskantoor PWC een bedrag van ruim 67,1 miljoen euro aan de failliete boedel.
Houthoff leverde juridisch en fiscaal advies bij de afwikkeling. PWC leverde diensten op het gebied van accountancy, belastingen en IT en verkoopadvies.
Volgens curator Knüppe is dat bedrag weliswaar hoog, maar te rechtvaardigen. "Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat dat veel geld is. Maar er moest dan ook heel veel gebeuren. Er is een zeer grote hoeveelheid werk verricht. En wat de curatorensalarissen betreft, die zijn altijd door de rechtbank vastgesteld. Zo werkt dit soort dingen nu eenmaal."
Knüppe noemt de kosten voor de curatoren en hun adviseurs in verhouding tot de andere gemaakte kosten relatief beperkt. Zo waren de kosten voor het hele beheersapparaat in Wognum dat de leningenportefeuilles de afgelopen jaren beheerde volgens de curator groter.
"Bovendien is het wat mij betreft geen nieuws. Wij zij afgelopen jaren altijd volledig transparant geweest over onze kosten en werkzaamheden. Tien jaar geleden was ook al bekend dat de kosten voor de baat uit zouden gaan."
Curatoren moeten na een faillissement de gezonde bedrijfsonderdelen en/of waardevolle spullen als voorraden, merkrechten en vastgoed verkopen. Van het geld dat dit oplevert, worden zij betaald en de schuldeisers deels schadeloos gesteld.
Ook doen zij onderzoek naar de oorzaken van het bankroet, en claimen eventueel geld van aansprakelijke partijen.
De curatoren van DSB Bank laten zich niet uit over de schadeclaim die voormalig eigenaar Dirk Scheringa zegt te hebben op het ministerie van Financiën, De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Volgens de ondernemer was de ondergang van de bank onnodig, en het gevolg van hun fouten.
"Wij staan daar buiten", zegt Schimmelpenninck. "Wij hebben daar geen oordeel en geen informatie over."