In het kabinet was er in 1996 een felle discussie over een verandering van de spelling van de Nederlandse taal. Met name de nieuwe regels over tussenklanken, waardoor bijvoorbeeld 'pannekoek' 'pannenkoek' werd, leidden tot beroering onder ministers.
In de ministerraad was men niet overtuigd van de logica van die regels, maar onder meer omdat België al overstag was, hebben de bewindspersonen toch maar ingestemd met de invoering ervan.
Dat blijkt uit de notulen van de ministerraad die vandaag, 25 jaar na dato, openbaar zijn gemaakt. Het is vandaag Openbaarheidsdag, de dag waarop het Nationaal Archief elk jaar documenten presenteert die tot dat jaar geheim moesten blijven voor het publiek.
De toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Jan Pronk, was het felst in de ministerraad. Hij had aarzelingen bij hoe "bastaardwoorden", aangepaste woorden uit een andere taal, in de nieuwe spelling geschreven zouden moeten worden. "Zijn grootste zorg betreft echter de regeling van de spelling van de tussenklank in samengestelde woorden", staat er in de notulen.
De notulist citeert Pronk: "De taalgebruiker zal de onlogische en moeilijk te bevatten regels en de uitzonderingen daarop uit zijn hoofd moeten leren, terwijl het oude systeem aan ieder kind was uit te leggen."
Meerdere ministers vallen Pronk bij. Ze wijzen er ook op dat het besluit om de spelling van de Nederlandse taal te veranderen, grote financiële consequenties kan hebben. Gerrit Zalm, toen minister van Financiën, heeft het idee dat er bij de voorgestelde spellingswijziging vooral naar Vlaanderen is geluisterd.
Verantwoordelijk staatssecretaris Aad Nuis (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen) probeert in de ministerraad de logica uit te leggen van de nieuwe spelling. "Het is goed om te bedenken dat de logica van de oude regel alleen te doorzien is voor mensen die hem van jongs af aan kennen." Tijdens die discussie verwijten bewindspersonen elkaar vanuit de emotie te reageren.
Pronk krijgt aanvankelijk deels zijn zin. Na zijn "grote bezwaren" moet Nuis onderzoeken of de voorgestelde regel over tussenklanken niet alsnog veranderd kan worden.
Pas als Nuis vaker, ook bij een volgende ministervergadering, uitlegt dat het besluit eigenlijk niet meer gewijzigd kan worden omdat de Nederlandse Taalunie de nieuwe spelling zo heeft voorbereid en dat Vlaanderen die al heeft ingevoerd, gaat de ministerraad akkoord. Maar niet van harte. De notulist noteert: "Staatssecretaris Nuis betreurt het dat hij minister Pronk en in mindere mate de minister-president (Wim Kok, red.) niet heeft kunnen overtuigen van de logica van de nieuwe spellingsregels voor samenstellingen."
Dit soort details uit politieke discussies achter de schermen kennen we dus dankzij Openbaarheidsdag. Normaal hoort het publiek wel wat ministers besluiten, maar niet hoe de discussie verloopt in de Trêveszaal waar ze vergaderen.
In de vandaag geopenbaarde stukken gaat het ook over gevoeligere onderwerpen dan de spelling van Nederlandse taal. Zo spreken ministers in de ministerraad ook over de nasleep van de val van Srebrenica. Die notulen mochten, ondanks de geheimhouding, eerder al gebruikt worden voor onderzoek. Ook zijn er ministerraadnotulen waarin Pronk zich in 1996 al zorgen maakt over de afhankelijkheid van Russisch gas in de toekomst.