Complottheorieën blijken nog altijd een politieke factor in de VS: een vlinderreservaat moest sluiten na een wilde lastercampagne over kinderhandel.

Een vlinderreservaat in Zuid-Texas heeft voor onbepaalde tijd de deuren gesloten. De afgelopen tijd hadden complotdenkers het National Butterfly Center ervan beschuldigd eigenlijk een façade te zijn voor kinderhandel. Dat leidde tot zoveel bedreigingen, niet alleen online maar ook door mensen die persoonlijk verhaal kwamen halen, dat het reservaat de veiligheid van zijn werknemers niet meer kan garanderen.

Het voorval roept herinneringen op aan ‘Pizzagate’, een samenzweringstheorie die tijdens de presidentsverkiezingen van 2016 viraal ging in radicaal-rechtse kringen. Volgens die theorie zou de kelder van een pizzarestaurant in Washington DC het centrum zijn van een netwerk van pedofielen, waarbij onder andere Hillary Clinton betrokken zou zijn. Uiteindelijk kwam een aanhanger, schietend met een semi-automatisch geweer, het restaurant binnen om de ‘kinderen te redden’, alwaar hij moest concluderen dat het restaurant niet eens een kelder had.

‘Pizzagate’ vormde de opmaat voor de groei van QAnon, een cultus die in Amerika honderdduizenden aanhangers verzamelde. De mysterieuze ‘Q’ gaf hun online cryptische boodschappen door, die erop neerkwamen dat een wereldwijde elite van pedofielen achter de schermen om de wereldmacht streed met Donald Trump. Nu Trump geen president meer is, lijkt QAnon op zijn retour. Er zijn nog enkele volledig geradicaliseerde splinters over – zoals de mensen die eind vorig jaar wekenlang op een plein in Dallas tevergeefs op de wederopstanding van John F. Kennedy stonden te wachten.

Maar de episode met het vlinderreservaat laat zien dat complotten nog altijd een politieke factor zijn in Amerika. Op de rechtervleugel van de Republikeinse partij bewegen zich veel figuren die zulke complotten strategisch omarmen – of in ieder geval niet tegenspreken. Zo presenteerde generaal Michael Flynn, onder Trump nog even nationaal veiligheidsadviseur, zich tijdens de hoogtijdagen van QAnon als aanhanger. Diezelfde Flynn organiseerde eind januari een manifestatie voor een grensmuur in de buurt van het vlinderreservaat, die er toen voor zorgde dat het reservaat ook al even dicht moest, omdat er aanwijzingen waren dat er geweld tegen medewerkers gebruikt zou kunnen worden.

De laster tegen het National Butterfly Center lijkt politiek gemotiveerd. Het begon toen het vlinderreservaat enkele jaren geleden juridisch bezwaar maakte tegen de grensmuur die Trump wilde bouwen, waarvoor een groot deel van het aan de grens gelegen terrein onteigend zou moeten worden. Al snel begon de laster rond te zingen, aangewakkerd vanuit de organisatie We Build The Wall. Dat was een groep die met privaat geld de grensmuur wilde bouwen, geleid door Brian Kolfage, met hulp van Steve Bannon, de ex-adviseur van Donald Trump. Beiden worden momenteel vervolgd omdat ze de donaties voor privédoeleinden gebruikt zouden hebben.

Kolfage tweette in 2019 dat het National Butterfly Center ‘openlijke steun geeft aan illegale immigratie en handel in vrouwen en kinderen voor de seksindustrie’. Hij kondigde verder aan dat hij ‘scherpschutters in jullie struiken’ zou neerzetten om voor veiligheid te zorgen. Vanaf dat moment werden de beschuldigingen wilder, en de bedreigingen erger. “Er is geen goede manier om ermee om te gaan”, vertelt Marianna Treviño-Wright, de directeur van het natuurreservaat, aan de Texas Tribune. “Heel veel dagen de afgelopen drie jaar zijn behoorlijk zwaar geweest, sommige simpelweg vreselijk.”