Met de tentoonstelling Red de moeflon voert De Hoge Veluwe actie tegen de wolf. De minister gaat met het park in gesprek om een oplossing te zoeken.

De inheemse wolf moet weg om te voorkomen dat de exotische moeflons worden uitgeroeid. Met die insteek opent Het Nationale Park De Hoge Veluwe donderdag de tentoonstelling Red de moeflon. Volgens De Hoge Veluwe is het aantal moeflons bijna gehalveerd sinds vorig jaar twee wolven in het park zijn binnengekomen via een opengeknipt hek.

Onmisbaar voor het beheer van karakteristieke landschappen
De Hoge Veluwe noemt het wilde haarschaap (geen wol) onmisbaar voor het beheer van droog heischraal grasland, droge hei en stuifzand. Die karakteristieke landschapstypen moet Nederland volgens Europese afspraken in stand houden. Moeflons eten als enige grazers jonge grove den, een plant die anders met de hand moeten worden verwijderd om te voorkomen dat hij zich snel over de zandgronden verspreidt.

De moeflon verhoogt de biodiversiteit, stelt het park. Met instandhouding van stuifzand en hei is er leefgebied voor amfibiën en reptielen als rugstreeppad, salamander, hazelworm, zandhagedis en gladde slang, terwijl ook vlinders als de kleine heivlinder er goed gedijen.

Volgens tellingen van het park is het aantal schapen gedaald van 339 (inclusief 92 lammeren) in maart vorig jaar naar 171 (13 lammeren) in maart dit jaar. Wolven vallen ook herten, reeën en wilde zwijnen aan en ze eten lang niet alle prooidieren op, meldt het park. Dat wil nu een ontheffing om wolven te mogen vangen en verwijderen.

Natuurbeheerders en boeren moeten de wolf met rust laten
Maar de wolf is een beschermde diersoort die natuurbeheerders en boeren met rust moeten laten, benadrukte minister Christianne van der Wal (natuur) eind mei in een brief aan de Tweede Kamer. Daarentegen is de moeflon een exoot, ‘een dier dat niet van nature in Nederland voorkomt en door menselijk handelen terecht is gekomen in de Nederlandse natuur’, antwoordt de minister op Kamervragen over de situatie op De Hoge Veluwe.

Van der Wal toont wel begrip voor de beheerproblemen van het nationale park en schrijft met het park naar een oplossing te willen zoeken. De minister meldt ook dat er tussen 2016 en 2021 jaarlijks ongeveer tachtig moeflons door jagers werden afgeschoten, en dit jaar slechts twee, terwijl in 2021 ten minste 61 moeflons door wolven zijn gedood.