Vrieskoujager Pieter Bliek heeft afgelopen zaterdag op zondag nacht een temperatuur van 0,46 graden Celsius onder het vriespunt gemeten bij de Schoorlse Duinen. Hoe kan het dat het zó koud was, terwijl we juist zo'n enorm warme zomer hebben? NH-weerman Jan Visser legt het uit.

Alle omstandigheden waren precies goed voor de koude meting van vrieskoujager Bliek. "In de duinpannen koelt het het snelst af", begint Jan Visser zijn uitleg. "Het is van belang dat er geen wind staat en dat het uitzonderlijk droog is." De -0,46 graden werd gemeten op 10 centimeter afstand van de grond. "Dat noemen ze ook wel klomphoogte."

Er wordt op dit punt in de Schoorlse Duinen niet standaard door meteorologen gemeten, maar Bliek en zijn compagnon hebben er nu 14 maanden meetinstrumenten staan. "Het is een unieke meting", zegt de NH-weerman. "Want tot nu toe was het nog niet gedocumenteerd, maar het moet haast wel vaker voor zijn gekomen. Zij wilden aantonen dat het in deze warme dagen ook zo koud kan worden en dat is gelukt."

Zand kan heel warm en, dat blijkt, heel koud worden. Dat gaat volgens Visser heel snel. "Als je in de zomer op een zonnige dag op het strand bent, doet het zand soms al zeer aan je voeten. Zo werkt het ook de andere kant op. Zand kan heel sterk afkoelen, dat heeft met de (slechte) isolatie te maken."

In de nacht van zaterdag op zondag waren de omstandigheden voor zo'n historisch lage meting ideaal. Ook de droogte speelt daarbij een belangrijke rol. "Er is nauwelijks vocht. Dat is belangrijk, want als er waterdamp in de lucht zit, gaat dat ten koste van de kou. Dat komt doordat dat vocht de warmte vasthoudt."

Verder was er weinig vorst te vinden in de omgeving vertelt de weerman. Enkel in het duinpan ging het onder 0. In de bebouwde kom in Schoorl is het vriespunt niet bereikt. "Het kan echt alleen in de duinpannetjes", zegt hij.
Foto