Ga je via mail of WhatsApp akkoord met je ontslag? Dan is dat geldig, al teken je later het officiële papierwerk niet. Dat heeft de rechter besloten in een zaak die was aangespannen door supermarktketen Lidl tegen een assistent-manager.

De man, die sinds juni 2021 parttime bij Lidl werkte, had een jaarcontract maar functioneerde niet goed. Het bedrijf bood hem in maart 2022 een vaststellingsovereenkomst aan, waarin stond dat hij per 1 mei met wederzijds goedvinden zou vertrekken.

De man kreeg daarover een mail waarop hij reageerde met de woorden 'akkoord'. Later hadden werkgever en werknemer nog via WhatsApp contact, waarin de man aangaf de overeenkomst ontvangen te hebben en dat hij 'm getekend op de post had gedaan.

Dat document kwam echter nooit bij de werkgever aan, waarna de man naar eigen zeggen een kopie stuurde die ook niet aankwam. Toen hij daar via WhatsApp op werd aangesproken, zei hij: "Ik heb helaas niet in de hand wat op de post gebeurt."

Er ging bijna twee maanden lang WhatsApp-verkeer heen en weer waarin de man volhield alles op papier en via mail - getekend en wel - opgestuurd te hebben. Tot hij op 25 mei liet weten dat hij toch niet akkoord ging met zijn ontslag.

Naar eigen zeggen had hij nog geen vakantiegeld ontvangen en zou de werkgever die storting bewust hebben geblokkeerd, waarna hij zijn kont tegen de krib gooide.

"Was het vakantiegeld netjes gestort waren we klaar met het gehele proces, in plaats daarvan krijgt dit nu een vervelend staartje." Op 6 juni eindigde het contract tussen beide partijen sowieso, omdat het jaarcontract afliep.

De werknemer stapte naar de rechter omdat Lidl vanaf 1 mei zijn loon niet meer betaald had, net als onder meer het vakantiegeld en de onregelmatigheidstoeslagen. Hij verdiende er bijna 900 euro per maand en zou nog ruim 600 euro tegoed hebben.

Voor een rechtsgeldige contractbeëindiging is niet per se een ondertekende vaststellingsovereenkomst nodig, aldus de rechter. Een mailtje of appje met bevestiging telt ook. Uit de digitale communicatie blijkt immers duidelijk dat de assistent-supermarktmanager akkoord was met het ontslag.

Dat in de mails of appjes niet alle voorwaarden van het ontslag zijn genoemd, doet er niet toe. De man had wel een bedenktijd van 14 dagen maar die was in mei toen hij zijn akkoord terugtrok, al lang verlopen. Dat hij met zijn 'akkoord' in de mail alleen bedoeld had, akkoord te gaan met de werkwijze (akkoord dat hij een brief zou krijgen) vond de rechter ongeloofwaardig, gezien de verdere communicatie.

De man mag dus ontslagen worden en moet ook nog eens ruim 700 euro aan proceskosten betalen. Hoewel het in deze rechtszaak maar om kleine bedragen gaat, is de zaak wel van belang voor andere werknemers die via mail of app akkoord gaan met hun ontslag. Een digitaal akkoord zonder handtekening op officiële documenten is dus ook geldig.

Onduidelijk is waarom Lidl een vaststellingsovereenkomst aanbood die per 1 mei in zou gaan, als de man per juni toch al moest vertrekken vanwege het einde van zijn contract. Zo'n overeenkomst wordt dan vanwege de kosten niet vaak aangeboden. Een woordvoerder van Lidl laat weten dat het bedrijf 'gezien de privacygevoeligheden niet in kan gaan op individuele cases'.

Het is niet de eerste keer dat een rechter in ontslagzaken kijkt naar verstuurde of verzonden WhatsApp-berichten. Zo mocht twee jaar geleden een vrouw ontslagen worden, die een tijdelijk contract had en stelde geen bericht te hebben ontvangen dat haar contract niet verlengd werd.

De vrouw claimde zowel de fysieke brief, een e-mail en een WhatsApp-bericht met daarbij een opzegbrief niet te hebben ontvangen. De werkgever kon echter wel aantonen dat achter het appbericht twee blauwe vinkjes stonden, wat bewees dat de vrouw wel van haar ontslag af wist.