De Verenigde Naties hebben een grote olietanker gekocht om daarmee een milieuramp voor de kust van Jemen te voorkomen. In de Rode Zee ligt al jaren een oude supertanker, de Safer, vol ruwe olie.

De Safer functioneert sinds de jaren 80 voor Jemen als olieopslag op zee, in de buurt van de haven van Hodeida. Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in het land in 2014 is er geen onderhoud meer aan het schip gepleegd. De VN vreest dat de tanker binnen afzienbare tijd uiteenvalt of ontploft. Daarbij zou een gigantische hoeveelheid olie in zee terechtkomen.

De Safer heeft bijna 175 miljoen liter ruwe olie aan boord. Het schip staat onder controle van de Houthi-rebellen, die in de burgeroorlog vechten tegen een coalitie die wordt geleid door Saudi-Arabiƫ.

"Een grote olieramp zou verwoestend zijn voor de mensen die langs de kust van Jemen wonen en afhankelijk zijn van de visvangst", schrijft de VN in een verklaring. "Hele gemeenschappen zouden worden blootgesteld aan gevaarlijke gifstoffen. Miljoenen zouden last hebben van luchtvervuiling."

De VN zoekt al jaren naar een oplossing voor het spookschip en heeft geld ingezameld bij donoren, bedrijven en particulieren voor het leeghalen van de tanker. De operatie kost zeker 129 miljoen dollar.

Ook de Nederlandse regering heeft geld gedoneerd. Het gaat in totaal om 15 miljoen euro.

Met het schip dat de VN heeft gekocht moet de olie veilig worden afgevoerd. De supertanker krijgt een onderhoudsbeurt in China en wordt in mei in de Rode Zee verwacht voor het begin van de operatie.