Een psychiatrisch verpleegkundige is ervandoor gegaan met de vriendin van een gedetineerde die hij moest behandelen. Hij is hiervoor berispt door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam. De gevangene leed aan paniekaanvallen en hyperventilatie.

De zorgverlener maakte in de periode dat hij voor hem zorgde kennis met de vriendin van de gedetineerde. Ze kregen een relatie en gingen zelfs samenwonen. De verpleegkundige zou hier geen melding van hebben gemaakt bij zijn patiënt of de penitentiaire inrichting waar hij werkt.

De gedetineerde besprak met de verpleegkundige onder andere over de stress die zijn vriendin ondervond door zijn detentie. Later zei ze de relatie te willen beëindigen en een andere woonruimte te zoeken. Daarbij kwam bij de patiënt ook de vrees op dat hij na vrijlating geen vriendin én onderdak meer zou hebben.

In september 2020 vertelde de psychiatrisch verpleegkundige tegen zijn patiënt dat hij niet voldoende financiële middelen had om aanspraak te kunnen maken op de woning. De gevangene tekende op zijn aanraden een opzeggingsbrief die de huurovereenkomst beëindigde.

De gevangene verwijt de hulpverlener dat hij vertrouwelijke informatie heeft gebruikt en/of het beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege geeft hem hierin gelijk en heeft de verpleegkundige berispt. De penitentiaire inrichting heeft hem ook al een straf gegeven.

Het gaat volgens het college "om een ernstige beschadiging van het vertrouwen in goede zorgverlening aan een gedetineerde, een kwetsbare patiënt" Ook vinden ze dat er professionele grenzen zijn overschreden "door contact te hebben en te houden met de partner van de patiënt en dit te verzwijgen". Daar komt nog bij dat de verpleger weinig zelfreflectie aan de dag heeft gelegd en vooral oog had voor zijn eigen privésfeer, staat in de uitspraak.