Een afdelingschef van supermarkt Jumbo die regelmatig een broodje uit de winkel at zonder ervoor te betalen, is flink de klos. Na een dienstverband van 42 jaar verliest zij haar baan, zonder de door haar geëiste ontslagvergoeding van 168.000 euro. In plaats daarvan moet zij Jumbo bijna tienduizend euro aan schadevergoedingen betalen.

De vrouw werkte sinds 1980 bij een franchisevesting van Jumbo in Zuid-Holland, waar zij leiding gaf aan de afdeling groente en fruit. Tot 2016 was de supermarkt eigendom van haar ouders, en later ook haar broer. Daarna werd de winkel verkocht, en kwam in handen van een andere franchisenemer.

In september 2022 kreeg de werkgever een tip van een collega, dat de vrouw broodjes uit de winkel zou pakken zonder daarvoor te betalen.

Toen uit camerabeelden bleek dat de vrouw inderdaad broodjes pakte zonder die direct af te rekenen, schakelde de supermarkt bedrijfsrecherche Hoffmann in. Een medewerker van Hoffmann constateerde op twee dagen eveneens dat de vrouw rond lunchtijd broodjes meenam naar de kantine.

In een daarop volgend gesprek erkende de vrouw sinds corona regelmatig een broodje uit de winkel te pakken, en elke week een pakje vleeswaren. Ook kwam aan het licht dat de werkneemster een aantal keren vroeger naar huis was gegaan dan toegestaan.

Daarop werd de vrouw geschorst, en later op staande voet ontslagen. De supermarktmedewerkster ging hiermee echter niet akkoord en stapte naar de rechter. Zij wilde uiteindelijk haar baan niet terug, maar wel een aantal ontslagvergoedingen.

Naast een reguliere transitievergoeding en achterstallig loon eiste zij een vergoeding wegens onterecht ontslag van 168.000 euro. Als zij niet zou zijn ontslagen, zou zij namelijk nog vijf jaar tot haar pensioen inkomen hebben kunnen genieten.

De vrouw van wiens ouders de supermarkt ooit was, voerde voor de rechtbank aan dat zij als oudgediende en leidinggevende bepaalde vrijheden genoot en soms losjes met dingen omging. Zij zou de groente- en fruitafdeling waaraan zij leiding gaf, runnen als 'haar eigen winkeltje'. Die instelling zou een ontslag op staande voet niet rechtvaardigen.

Uit een gisteren openbaar geworden uitspraak blijkt dat de Rotterdamse kantonrechter daar anders over denkt. Volgens de rechter heeft de werkneemster door het wegnemen van de producten uit de winkel en het vroeger stoppen met werk ernstig verwijtbaar gehandeld, en is dat wel degelijk grond voor ontslag op staande voet.

Daardoor kan de vrouw fluiten naar een transitievergoeding, en al helemaal naar de geëiste schadevergoeding van 168.000 euro wegens onterecht ontslag. Omdat het volgens de kantonrechter haar eigen schuld is dat zij haar baan is kwijtgeraakt, komt de vrouw hoogstwaarschijnlijk evenmin in aanmerking voor een ww-uitkering.

En daarmee is het leed voor de medewerkster nog niet geleden. Jumbo eiste voor de rechtbank eveneens drie schadevergoedingen. Zo wilde haar werkgever een vergoeding van de kosten van de bedrijfsrecherche (ruim 5800 euro) en een zogenoemde gefixeerde schadevergoeding (ruim 3600 euro).

Dat laatste is de vergoeding die werkgevers kunnen eisen als iemand op staande voet ontslagen wordt, ter grote van het salaris tijdens de opzegtermijn. Ten slotte wilde de supermarkt dat de vrouw alsnog alle opgepeuzelde broodjes en beleg zou betalen: samen 348 euro.

De Rotterdamse kantonrechter kende alle drie de schadevergoedingen toe, in totaal dus ruim 9.800 euro. Ook moet de vrouw opdraaien voor zo'n 750 euro aan proceskosten.