Een beroemde Indonesische influencer, die zelf moslima zegt te zijn, moet twee jaar de cel in, omdat ze een video deelde op het socialemediaplatform TikTok waarin ze een islamitische zin uitsprak voordat ze varkensvlees at. Het heeft voor veel opschudding gezorgd. Indonesiëkenner Nico Schulte Nordholt noemt de hoogte van de straf 'schrikken', maar die komt niet uit de lucht vallen, stelt onderzoeker David Kloos, onderzoeker van het KITLV.

Het gaat om de Indonesische lifestyle-influencer Lina Lutfiawati (33) die tijdens haar vakantie op Bali in maart de video deelde. Daarin demonstreert ze het eten van knapperige varkenshuid. Het eten of zelfs het aanraken van varken is verboden in delen van het land, dat de grootste moslimbevolking ter wereld heeft. Bijna 90 procent van de 275 miljoen inwoners van Indonesië is moslim.

Maar het probleem was niet alleen dat Lina varkensvlees at: voordat ze aan haar maaltijd begon zei ze 'Bismallah', wat 'in de naam van God/Allah' betekent in het Arabisch.

De TikTokster is schuldig bevonden aan het 'aanzetten tot haat' tegen religieuze individuen en groepen en aan godslastering, ook wel blasfemie genoemd. Het levert haar een celstraf van twee jaar op en een boete van ruim 15.000 euro.

Indonesiëkenner Nico Schulte Nordholt noemt het nieuws 'schrikken' en spreekt over een 'extreem hoge straf'. Ook David Kloos, onderzoeker van het Koninklijk Instituut van Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), vindt de straf 'bijzonder hoog'.

Maar beide deskundigen benadrukken dat de zaak minder bijzonder is als je naar de politieke context van Indonesië kijkt. De wetgeving is namelijk al jaren onderhevig aan een toenemende invloed van radicaal Islamitische groeperingen.

Zo werd eind vorig jaar de blasfemiewet, die gaat over godslastering, uitgebreid. Daardoor wordt vanaf 2025 onder andere seks voor het huwelijk en promotie van anticonceptie illegaal. "Door die uitbreiding van de wet is het veel makkelijker geworden voor conservatieve groepen om mensen aan te klagen," stelt Kloos.

Ook bij Tiktokster Lina zie je hoe radicale groeperingen via de wet macht uitoefenen, verduidelijkt Kloos. Het was namelijk de Ulema-raad, een zeer machtige raad van moslimgeleerden, die erop wees dat Lina schuldig was onder de verruimde blasfemiewetgeving. "Ook klopte de organisatie het incident verder op in de media, zodat de zaak veel aandacht kreeg."

Gematigde politiek, wet als wapen
Dat die wetgeving steeds radicaler wordt, is een opvallende ontwikkeling als je kijkt naar de huidige politieke koers, legt Kloos uit. "Die politiek lijkt in tegenstelling tot de wetgeving namelijk juist gematigder dan voorheen." Zo verklaarde de huidige president Joko Widodo, die al bijna tien jaar aan de macht is, 'de oorlog aan de radicale islam'. Hij perkte hun macht in door onder andere geestelijken in de gevangenis te gooien.

Maar dat betekent niet dat conservatieve invloeden verdwijnen, stelt Kloos. Radicale islamitische organisaties hebben naast discretere manieren, zoals Telegramgroepen, ook de wetgeving gevonden om hun macht uit te oefenen. "Dat kan op allerlei manieren, via onduidelijke dealtjes en bijvoorbeeld met geld."

"En ook al bestaat de blasfemiewetgeving sinds de jaren vijftig, pas sinds tien jaar zie je dat geestelijken die actief gebruiken als wapen tegen religieuze minderheden en politieke tegenstanders." Zo kreeg de voormalige gouverneur van Jakarta, Basuki Tjahaja Purnama, in 2017 bijna twee jaar gevangenisstraf wegens godslastering. Zijn zaak leidde tot protesten omdat de straf funest was voor zijn mogelijke presidentschap.

Indonesiëkenner Schulte Nordholt denkt dat hoge straffen zoals die van Lina de komende tijd vaker kunnen voorkomen. "We bevinden ons in de warming-up naar de verkiezingen van volgend jaar," stelt Nordholt. "Bepaalde groeperingen willen de islamregels naar voren brengen."

Kloos stemt daarmee in. "Eigenlijk zijn de verkiezingen al begonnen." Hij zegt dat je je daarom moet afvragen of het toeval is dat juist op dit moment zo’n zaak plaatsvindt. "En ik denk dat het antwoord 'nee' is." Zaken als deze, die voor veel ophef zorgen, kunnen erop wijzen dat groepen het op de agenda proberen te zetten. Daarmee hopen ze dat het een 'hot topic' wordt, 'zelfs al was dat het vorige verkiezingen niet per se'.

Ondanks de discrete invloeden die radicaal Islamitische groeperingen uitoefenen, benadrukt Kloos dat het erop lijkt dat de drie presidentskandidaten een gematigde houding zullen aannemen.

Ganjar Pranowo, de opvolger van de huidige president Widodo, heeft in het religieuze debat een vergelijkbare houding als zijn voorganger. "Een gematigde Indonesische islam, die minder strikt is dan in het Midden-Oosten."

Prabowo Subianto, die al twee keer tevergeefs meedeed aan de presidentsverkiezingen, haalde voorheen wel banden aan met radicale groepen. "Nu lijkt hij zich daarvan te distantiëren." Hij verzoent zich met organisaties die gematigd islamitisch zijn. Dat past bij deze 'opportunist', stelt Kloos. "Vorige keren dacht hij dat hij met radicaal islamitische overtuigingen kon winnen en nu ziet hij in dat dat niet gewerkt heeft."

Ook Anies Baswedaan lijkt terug te komen op zijn eerdere steun aan conservatieve groepen. "Een paar weken geleden heeft hij zijn running mate bekendgemaakt. Dat is de voorzitter van de grootste islamitische politieke partij die bij de gematigde kant hoort."