@Desiredpotato: Vóór de stadhouders van de Republiek hebben we alleen
Filips II als koning gehad. Dat was die Spanjaard waar we vanaf wilden. Zijn voorgangers droegen geen van allen de titel koning. Doorgaans hadden we in onze streken alleen te maken met graven en hertogen als hoogste heersers. En dan natuurlijk die ene keizer, Filips' vader Karel.
Filips II was de zoon en opvolger van
keizer Karel V, die in Gent geboren is.
Karel was zoon van
Filips I van Castilië, bijgenaamd de Schone, die geboren was in Brugge en opgegroeid in Mechelen. Deze Filips droeg de titels
graaf en
hertog en was de laatste vorst die de Bourgondische Nederlanden zelfstandig regeerde.
Filips was de zoon van
aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk en
Maria van Bourgondië,
gravin en
hertogin van de Nederlanden, en hij zou trouwen met
Johanna van Castilië, die later de koninkrijken Castilië en Aragón erfde.
Het verhaal is iets gecompliceerder, maar dit is ruwweg de manier waarop Karel V dat enorme Spaanse Rijk bij elkaar kreeg, dat uiteindelijk groter zou worden dan het Romeinse Rijk ooit was geweest, en waarvan ook de Nederlanden deel uitmaakten totdat zijn zoon ze weer kwijtspeelde.
@allone: Het hele verschijnsel stadhouder is ontstaan door die ver weg wonende landsheren, want de stadhouder was oorspronkelijk de regionale plaatsvervanger van de landsheer. ('Plaatsvervanger' is ook de letterlijke betekenis van het woord
stadhouder. Afgeleid van het woord
stede.) De Bourgondische hertogen zijn ermee begonnen in de 15e eeuw, maar keizer Karel maakte er pas echt een ding van.
Toen de Nederlanden zich hadden afgescheiden was een stadhouder van de landsheer natuurlijk niet meer nodig, maar men besloot toch maar met de functie door te gaan. Eigenlijk vooral om de leiders van de opstand een belangrijke functie toe te kennen, zonder ze ook gelijk tot nieuwe landsheer te bombarderen. Ze kregen vooral een militaire rol en hadden daardoor veel invloed op het buitenlands beleid.
Stadhouders regeerden niet, maar waren officieel gewoon hoge ambtenaren. Wel wisten ze persoonlijk veel macht naar zich toe te trekken.
De eerste koning die we ná de stadhouders kregen was
Lodewijk Napoleon. (Het broertje van.) Deze man heeft zijn uiterste best gedaan om een goede, betrokken vorst te zijn. Helaas had zijn broer andere plannen en na vier jaar was het alweer gedaan.
Nadat Napoleon was verslagen haalden de Nederlanders stadhouder-in-ballingschap Willem VI terug en bombardeerden ze hem tot
Willem I, soeverein vorst der Verenigde Nederlanden. Een paar jaar later riep die zichzelf uit tot Koning der Nederlanden. (En Hertog van Luxemburg.) En zo is het gekomen.
Laatste edit 01-02-2024 08:52