Een krater waarin de Marsrover Perseverance van NASA rondrijdt, was ooit een groot meer. Dat blijkt uit onderzoek naar data die het karretje heeft teruggestuurd. Het bevestigt eerdere vermoedens van wetenschappers.
Op de data die werd teruggestuurd zijn oude, door water afgezette sedimenten te zien. Dat zijn resten die zijn achterbleven nadat het water verdween. Dit water vulde ooit een gigantisch bassin op Mars, genaamd de Jerezo Crater. Dat blijkt uit een nieuwe wetenschappelijke studie.
De bevindingen van de grondradar van de Perseverance onderbouwen eerdere beelden vanuit de ruimte en andere gegevens, waardoor wetenschappers het voor mogelijk houden dat delen van Mars ooit bedekt waren met water en mogelijk micro-organismen hebben gehuisvest.
De zeswielige rover ter grootte van een auto maakte de ondergrondse scans in 2022 terwijl het voertuig zich een weg baande over het oppervlak van Mars. Dankzij het radarinstrument aan boord van de Perseverance konden wetenschappers rotslagen tot twintig meter diep bestuderen. Het karretje is nog steeds in de krater aanwezig:
De rotslagen vormden het bewijs dat het water in de Jerezo Crater werd aangevoerd door rivieren, net zoals dat op aarde gebeurt. De bevindingen versterken wat eerdere studies al suggereerden, dat het koude, dorre en levenloze Mars ooit warm, nat en misschien bewoonbaar was.
Sinds Perseverance in februari 2021 landde op Mars, heeft hij vier locaties in de buurt onderzocht. Eerder werden al vulkanische stenen ontdekt. Dat was een verrassing voor wetenschappers. En er volgen er misschien nog wel meer: er zijn monsters van de grond in de Jerezokrater verzameld die op een later moment naar de aarde worden gestuurd.