Toen hij 17 was, liet Hans uit Utrecht aan zijn rechterhand acryl-nagels zetten, zodat hij beter kon gitaarspelen. Hij leerde het zichzelf aan – en runt nu al jaren een nagelsalon. "Mensen zijn altijd blij verrast: een man, grappig."
De 54-jarige Hans geeft het meteen toe: het komt niet héél vaak voor, een man in een nagelsalon. "De vrouwen zijn in mijn vak wel in de meerderheid. Máár, we moeten ook niet denken dat ik zeldzaam ben. Als ik bij de groothandel ben om nieuwe spullen in te kopen, zie ik genoeg mannen die in een nagelstudio werken. Waarom ook niet?"

Het begon 37 jaar geleden, toen Hans 17 was en, als groot muziekfan, een gitaar kocht. Een jaar daarna ging hij op les, waarop de leraar zei: "Met langere nagels aan je rechterhand kun je beter spelen." En dus ging Hans naar een nagelstudio in Amsterdam, 'daar waren er in die tijd een stuk minder van dan nu'. Hij kreeg vier nieuwe kunstnagels, maar: "Ze vielen er na een uur al weer af. Mijn nagels bleken te vet."

'Dat kan ik beter', dacht Hans, toen hij naar zijn afgevallen kunstnagels keek. "De eigenaar in de nagelstudio wilde me mijn geld teruggeven maar ik zei: 'Geef mij de spullen maar'."

De nagelstylist lachte hem een beetje uit, pas thuis begreep hij waarom: "Ik ben rechts. En had nagels aan mijn rechterhand nodig. Dat was nogal een geklungel, om alles met mijn linkerhand te doen. En acryl droogde in die tijd binnen 10 seconden, dus ik had eigenlijk helemaal geen tijd voor mijn eigen gepruts."

Maar Hans is een volhouder en ging oefenen. "Probeer maar op mij", zei zijn toenmalige vriendin. "Probeer ook maar op ons", zeiden haar vriendinnen. "Ik kon zo veel vlieguren maken."

Hij vond het zo leuk, dat hij in een winkelcentrum in het centrum van Utrecht ging werken, op de modeafdeling van een grote winkel. Hij doet het inmiddels 37 jaar, waarvan de laatste 13 jaar in een kapsalon, waar hij een deel van de ruimte huurt. Nail Artist heet zijn salon.

"Het is een prachtig vak. Je bent net een kapper", zegt hij. "Ik vind dat het leukst: dat contact met anderen. Mensen vertellen je alles. Ik zeg altijd: 'Als ik met dit werk stop, ga ik een boek schrijven'. Ik heb zo veel verhalen gehoord: heel leuke, maar ook heel trieste. Er is een boel lief en leed besproken terwijl ik die nagels deed."

Hij heeft vaak studenten in de stoel, "die vertellen me dan over hun Tinderdate, en dan zeg ik: doe die kleur op je nagels, staat je hártstikke goed". Maar hij zal ook nooit de vrouw vergeten die doodsbang tegenover hem zat. Ze was vaste klant en vertelde Hans dat ze kanker had en zo bang was voor uitzaaiingen. "Twee weken later zat ze lachend in mijn stoel: ze had maar één operatie nodig en dan zou het allemaal goed zijn. Een week daarna kreeg ik een rouwkaart met haar naam op mijn deurmat. Ze had complicaties gekregen bij de operatie, en die niet overleefd."

Als mensen zich veilig bij iemand voelen, delen ze graag hun verhaal, ervoer Hans. De reviews die hij krijgt zijn nagenoeg allemaal positief. "Ik heb één keer een review gehad, en die mevrouw schreef: 'Ik verwacht wel als ik naar een nagelstudio ga, dat ik door een vrouw geholpen word. Niet zo blij mee, met een man'. Maar daar waren dan weer tientallen boze reacties op gekomen. 'Discriminatie!'." Hans: "Ik weet dat het opvallend is, maar dat wil niet zeggen dat ik dit niet goed kan."

Acryl luistert heel nauw, is precisiewerk, omdat het snel loslaat als het te dik of te dun wordt gezet. Hans heeft zichzelf ook het vak van gelnagels zetten aangeleerd, die zijn volgens hem de laatste jaren steeds populairder geworden. En hij houdt van natuurlijke kleuren bij vrouwen en mannen, en 'niet te lang'. "Vroeger waren nagels van 6 centimeter heel hip, maar nu gelukkig niet meer. Ik vind dat niets."

Er komen bij Hans ook nagelbijters, zoals laatst, een vader, en ook zijn dochtertje van 7, 'maar zij was eigenlijk nog te jong'. "En ik krijg gitaristen in mijn stoel." Heel af en toe heeft hij een lastige klant, 'één keer per jaar ongeveer', voor de rest is het vooral 'heel gezellig'.

De zaak loopt goed, al zijn er ook rustiger weken, waar Hans dan wel 'een beetje stress' door ervaart. Maar er zijn een boel vaste klanten die veel blijven komen. "Je maakt in een mum van tijd mensen mooier, en het is een soort zelfzorgmomentje voor de klanten. En het leuke is: mensen komen om de twee, drie weken terug. Dus je kan het gesprek weer oppakken waar je bent gebleven: 'Hé, vertel eens, hoe is dat en dat afgelopen?'"

En ondertussen veilt, lakt en verzorgt Hans dan in de kleur die de mensen wensen. Zijn eigen lievelingskleur? Rood, zegt hij resoluut. "Het is immers de kleur van de liefde."