Een in Rusland volgeladen vrachtschip houdt wereldwijd de gemoederen bezig. Geen enkele Europese haven wil het beschadigde schip laten aanmeren omdat het een mogelijk zwaar explosieve lading bevat. Intussen dobbert de 'Ruby' nu ruim een week voor de kust van Groot-Brittannië in de Noordzee.

Niet in Noorwegen, niet in Zweden en niet in Litouwen. Zelfs niet in Malta, het land onder wiens vlag het schip vaart. Nergens is het 183-meter lange vrachtschip welkom om te worden gerepareerd.

Op dit moment ligt het schip genaamd Ruby in de Noordzee voor de zuidoostkust van Engeland, ter hoogte van Middelburg. Daar ligt het 'veilig voor anker' nadat het op zee is volgetankt op zaterdag 28 september, meldt de Britse kustwacht aan RTL Nieuws. "Het schip beschikt over de juiste veiligheidscertificaten en kan zelfstandig zijn weg vinden", laat een woordvoerder weten.

Maar niemand weet waar naartoe. Geen enkele haven in Europa wil de Ruby laten aanmeren.

Het vervloekte vrachtschip werd op 22 augustus geladen in de haven van het Russische stadje Kandalaksja aan de Witte Zee, net boven de Russische poolcirkel en niet ver van de grens met Finland.

Enkele dagen na vertrek raakte het vrachtschip in de problemen. In een storm met hoge golven raakte de romp en de schroef van het vaartuig beschadigd, net buiten de kust ten noorden van Noorwegen. De Ruby zocht vervolgens zijn toevlucht in de haven van Tromsø om te worden gerepareerd.

Maar dat verzoek werd geweigerd. De Noorse autoriteiten vonden het 'niet wenselijk' dat het schip in de buurt van het universiteitsstadje gerepareerd zou worden vanwege de explosieve aard van de lading. Het schip zou namelijk geladen zijn met 20.000 ton ammoniumnitraat, een chemische stof die wordt gebruikt voor het maken van kunstmest, de productie van lachgas en als explosief in de mijnbouw.

Ammoniumnitraat raakte wereldwijd bekend door de verwoestende explosie in de haven van Beiroet in de zomer van 2020. Daar ontplofte een zwaar nalatig opgeslagen voorraad van 2750 ton ammoniumnitraat, wat zorgde voor een alles verwoestende schokgolf. Er vielen 220 doden, 6500 gewonden en de Libanese hoofdstad raakte zwaar beschadigd. Volgens wetenschappers was het een van de grootste niet-nucleaire explosies ooit gemeten.

Als de berichtgeving klopt, vervoert de Ruby dus ruim zeven keer zoveel als in Beiroet lag opgeslagen. Die gedachte doet beheerders van Europese haventerminals sidderen. Zij zijn sindsdien terughoudend om het schip te laten aanmeren.

De angst inboezemende lading voedt ook speculaties en argwaan over mogelijk kwade bedoelingen van de eigenaren van het schip. De Ruby zou een 'drijvende megabom' zijn van de Russische regering om Europese haveninfrastructuur uit te schakelen.

Niet iedereen is daar bang voor. De lading van de Ruby zou - in tegenstelling tot de opslag in Beiroet - geen zuiver ammoniumnitraat bevatten, maar enkel stikstofhoudende meststoffen die zijn geproduceerd in Rusland, zeggen de Franse milieugroepen Mor Glaz en Robin des Boins.

"De 2.750 ton vrijwel zuiver ammoniumnitraat dat zes tot zeven jaar lang naast vuurwerk en banden in een loods van Beiroet werd achtergelaten, was bedoeld voor het maken van explosieven voor gebruik in de mijnbouw in Mozambique", schrijven zij in een verklaring. "De lading van de Ruby's bestaat uit stikstofmeststoffen die ammoniumnitraat bevatten."

Rusland is een van de grootste exporteurs van kunstmest ter wereld. Kunstmest met ammoniumnitraat werd tot voor kort verwerkt door de haven van Sint-Petersburg. Maar die export is dit jaar opgeschort door de Russische regering vanwege het gevaar van drone-aanvallen vanuit Oekraïne. De aangewezen havens zijn nu die van Archangelsk en Kandalaksja, de haven waar de Ruby is geladen.

Volgens Emiel Hensen, hoogleraar scheikunde aan de TU Eindhoven, wordt ammoniumnitraat al ruim honderd jaar gebruikt voor de productie van kunstmest. "Dat wordt in grote hoeveelheden gemaakt en vervoerd. Als dat volgens de regels op een veilige manier gebeurt, is niet per se sprake van een explosieve situatie."

Ammoniumnitraat wordt pas gevaarlijk in een onverdunde vorm, legt Hensen uit. "Maar voor een bom heb je meer nodig dan een explosief bestanddeel. Zoals in ieder geval een ontstekingsbron. Of daar in dit geval risico's bij zijn, durf ik niet te zeggen. Ik ken de details niet."