Eenmaal, andermaal: verkocht. Met een hamerslag wordt een groep Nederlandse tophockeyers de komende dagen geveild in India. Daar wordt deze winter een zes weken durend toernooi georganiseerd waar veel buitenlandse sterren voor riante vergoedingen naartoe worden gehaald.
Ook Thierry Brinkman houdt van zondag tot en met dinsdag de livestream op YouTube met enige spanning in de gaten. Waar komt de aanvoerder van olympisch kampioen Oranje terecht? En minstens zo belangrijk: hoeveel gaat hij precies verdienen?
"Van al die dingen heb ik eigenlijk nog geen flauw idee", zegt Brinkman. "Maar ik zie wel hoe het loopt, ik ga ervan uit dat het allemaal goed geregeld is. Ik ga er in ieder geval niet voor wakker blijven."
De Hockey India League (HIL) keert deze winter na een afwezigheid van zeven jaar terug. Door financiƫle problemen kon de lucratieve competitie enkele jaren niet doorgaan.
Van eind december tot begin februari spelen de internationale toppers tijdelijk voor teams uit steden als Chennai, Delhi en Hyderabad. Dit jaar is er voor het eerst ook een competitie voor vrouwen.
Voor Brinkman is nog onduidelijk hoe de veiling er precies uit zal zien. "Je weet zelf niet wanneer je aan de beurt bent. Ik stel me voor dat er een zaal met een groot scherm is waar de spelers een voor een langskomen."
Naast Brinkman hopen ook Oranje-teamgenoten als Pirmin Blaak, Jonas de Geus en Lars Balk op een avontuur in India. Seve van Ass komt zelfs tijdelijk terug uit zijn hockeypensioen. Bij de vrouwen heeft in ieder geval Maria Verschoor zich aangemeld.
Bij het toernooi voor de mannen zullen acht Indiase clubs, allemaal gesteund door een rijke investeerder of groot bedrijf, tegen elkaar gaan opbieden voor de diensten van buitenlandse sterren. Ze mogen er maximaal acht in de selectie hebben, de rest van de spelers moet uit India komen.
Als een hockeyer zich heeft aangemeld voor de veilig, bestaat de mogelijkheid dat er niet geboden wordt. "Die kans acht ik bij jongens van ons team nihil", zegt Brinkman. "Maar inderdaad, dat zou in theorie kunnen."
De drijfveer voor de hockeyers om zich aan te melden is duidelijk. Een avontuur van zes weken in India is spannend en er wordt gespeeld in een stadion dat Brinkman "het mooiste ter wereld" noemt (het Kalinga Stadium, dat plaats biedt aan 20.000 toeschouwers). Maar bovenal is het goed voor de portemonnee.
Het Kalinga Stadium voor een WK-wedstrijd van Oranje in 2018
"Je kunt een minimumbedrag aangeven dat je wil verdienen, in drie verschillende categorieƫn. Alle Nederlandse spelers hebben zichzelf in de hoogste categorie erop gezet, omdat je verwacht dat je toch wel wordt aangetrokken", zegt Brinkman, die in Nederland voor Den Bosch speelt.
Dat minimumbedrag kan flink worden opgerekt, aangezien de clubs tegen elkaar moeten opbieden. De bedragen die de Nederlandse hockeyers gaan verdienen, kunnen daarmee ook aardig oplopen.
In het vorige 'tijdperk' van de HIL (van 2013 tot 2017) gingen ook meerdere Oranje-internationals naar India. Bij de laatste editie was Robert van der Horst de bestbetaalde Nederlander: hij verdiende toen 43.000 dollar. Andere internationals als Seve van Ass (39.000 dollar) en Sander Baart (30.000 dollar) streken ook flinke bedragen op.
Volgens de Indiase krant The Hindustan Times kan elk Indiaas team dit jaar ruim 400.000 dollar besteden aan spelers. Dat is iets lager dan in voorgaande edities, maar nog altijd een aanzienlijk budget voor een selectie van in totaal 24 spelers.
Hoe dan ook wordt het een bijzonder avontuur voor de hockeyers, al blijft Brinkman er rustig onder. "Ik ben benieuwd hoe het gaat zijn, maar we gaan uiteindelijk wel zien hoe het allemaal loopt."