Wat begon als een leuk idee voor Halloween, is voor Ferry en Kimberly uit Ouderkerk aan de IJssel uitgelopen op een vervelend conflict met hun buurtbewoners. Het stel versierde hun tuin met griezelige decoraties om deel te nemen aan de lokale Halloween-viering, maar niet iedereen in het Zuid-Hollandse dorpje waardeert hun initiatief.
Ferry en Kimberly wonen samen met hun vier kinderen in Ouderkerk aan de IJssel. Toen er in een Facebookgroep een oproep kwam om mee te doen aan de plaatselijke Halloweenviering, besloot het gezin hun voortuin volledig in Halloweenstijl te versieren. Met zwarte decoraties, enge poppen en kruizen transformeerden ze hun tuin in een echte griezelomgeving.
“We doen dit vooral voor onze kinderen, die het fantastisch vinden,” vertelt Ferry. “Het is gewoon leuk om mee te doen aan een dorpsactiviteit. Maar sinds we de versieringen hebben opgehangen, krijgen we veel negatieve reacties uit de buurt.”
Gelovige buurtbewoners niet blij
Volgens het stel gaat het vermoedelijk om buurtbewoners met een christelijke achtergrond die hun onvrede hebben geuit. “We hebben mensen aan de deur gehad die zeiden dat onze versieringen op Syrië lijken,” vertelt Kimberly. “We kregen zelfs een brief met een bos bloemen waarin stond: ‘Zie het licht, hou van Jezus.’ Dat was wel even schrikken.”
De situatie escaleerde toen er een groep jongeren aanbelde en het gezin dwong om de decoraties te verwijderen. “Dat ging echt te ver,” zegt Ferry. “We willen gewoon met ons gezin Halloween vieren, we doen hier niemand kwaad mee.”
Gelukkig voor het gezin krijgen ze ook veel steun van mensen die het wel kunnen waarderen. Zij vinden dat het gezin hun versieringen gewoon moet kunnen laten staan. “We worden enorm gesteund, dat helpt ons erdoorheen,” vertelt Kimberly. “Het is echt fijn om te zien dat zoveel mensen het met ons eens zijn.” Ondanks de negatieve reacties blijft het stel standvastig. “Voor ons is dit gewoon een leuke manier om samen met onze kinderen Halloween te vieren. We hopen dat de buurt het uiteindelijk zal begrijpen.”