Ongeveer 35 procent van de wereldbevolking rijdt links. De rest van de wereld vindt dat vreemd, maar er is een verklaring voor. Sterker nog: in Nederland reed men vroeger ook links.

We moeten wel ver terug in de tijd, want het gaat hier over de periode vanaf de middeleeuwen tot de Franse overheersing in 1795. In die tijd reed bijna iedereen aan de linkerkant van de weg, omdat dat de meest vanzelfsprekende keuze was, zo beschrijft website worldstandards.eu.

Aangezien de meeste mensen rechtshandig zijn, reden de ridders te paard het liefst links om zo met hun rechterhand hun links gedragen zwaard uit de schede te kunnen trekken. Bovendien verminderde links rijden de kans dat de schede van het zwaard tegenliggers raakte bij het passeren.

Maar aan het einde van 17de eeuw werden in Frankrijk karren populair die grote hoeveelheden landbouwproducten en andere goederen konden transporteren. Deze wagens hadden vaak geen bok, waardoor de koetsier op het paard linksachter ging zitten - de ideale plaats om met de zweep in zijn rechterhand de paarden te drijven. Aangezien de bestuurder links zat, wilde hij dat tegenliggers hem links passeerden zodat hij zeker wist dat de wielen van elkaar passerende koetsen elkaar niet zouden raken. Met als gevolg dat iedereen rechts reed.

Ook de Franse Revolutie in 1789 droeg bij aan de verspreiding van het rechts rijden in Europa, weet worldstandards.eu. Vóór de revolutie was de linkerkant van de weg in Frankrijk voorbehouden aan de aristocratie en moest de plattelandsbevolking rechts houden. Maar na de bestorming van de Bastille wilden de edelen liever niet te veel opvallen en gingen ze dus ook rechts te rijden, net als de gewone man. In Parijs werd het in 1794 verplicht om rechts te rijden.

Later zorgden de veroveringen van Napoleon ervoor dat rechts rijden zich ook verspreidde naar België, Nederland en Luxemburg, Zwitserland, Duitsland, Polen en grote delen van Spanje en Italië. De landen die niet door Napoleon waren veroverd, bleven links rijden: Groot-Brittannië, Oostenrijk-Hongarije en Portugal. Deze Europese tweedeling bleef meer dan honderd jaar bestaan, tot na de Eerste Wereldoorlog. Zweden ging pas in 1967 rechts rijden.

Door de jaren heen namen dus steeds meer landen de beslissing om rechts te gaan rijden, maar het traditionalisme van de Britten heeft een wereldwijde harmonisatie verhinderd. Hoewel Japan geen vroegere kolonie van Groot-Brittannië is, rijdt het land ook links. Dat kwam doordat in 1872 de eerste Japanse spoorlijn gebouwd werd met Britse expertise. De trein reed links en dat bleef zo bij de verdere uitbouw van het Japanse spoor- en tramlijnnetwerk.

Toen Nederland vanaf 1596 begon met de kolonisatie van Indonesië en de Indische archipel, bracht het ook de gewoonte om links te rijden naar die streken. Nederland reed in die tijd immers nog links.

In de beginjaren van de Engelse kolonisatie van Noord-Amerika werden de Britse rijgewoonten gevolgd en reden de inwoners links. Nadat de Verenigde Staten zich onafhankelijk hadden verklaard op 4 juli 1776, werd geleidelijk alles afgeschaft dat te veel naar Groot-Brittannië rook, zoals ook het links rijden. Bij deze beslissing speelde ook de invloed van andere Europese – vooral Franse – immigranten een grote rol.

Het is overigens een arbitraire keuze om links of rechts te rijden. Zowel Groot-Brittannië als Nederland staat in de top 10 van veiligste landen in Europa.