COA maakte voor de tijdelijke opvang van asielzoekers in hotels gebruik van tussenpersoon LCHD.
Uit contracten blijkt dat LCHD zowel flinke marges als commissies opstreek voor het regelen van hotelkamers.
Experts vinden het onbegrijpelijk dat het COA deze ‘buitengewoon onvoordelige’ afspraken heeft gemaakt.
Een van fraude beschuldigd bedrijf uit Didam verdiende tientallen miljoenen met het ‘boeken’ van hotelkamers voor vluchtelingen. Het FD kreeg contracten in handen die tonen hoe de broker marges kon maken van mogelijk één ton per dag. Experts zijn verbaasd dat het COA akkoord ging met ‘buitengewoon onvoordelige’ afspraken, en spreken van mismanagement. ‘Deze broker is een geldmachine, die in feite voor niks werd betaald.’

Wanneer er oorlog uitbreekt in Oekraïne is het alle hens aan dek bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Door een toenemende stroom vluchtelingen uit voornamelijk Syrië is het dan al crisis in de asielopvang. Er is een structureel gebrek aan slaapplekken. Opties zijn schaars doordat de overheid in asiel-luwe jaren eigen vastgoed verkocht.

Maar als Russische tanks in februari 2022 Oekraïne binnenrijden komt de grootste vluchtelingenstroom in jaren op gang. Er moeten bijna 70.000 mensen extra worden opgevangen in Nederland. De Oekraïense vluchtelingen nemen veel potentiële opvanglocaties voor asielzoekers in, waardoor de druk op de asielketen sterk toeneemt.

Het bedrijfsleven biedt het COA de helpende hand: naast opvang op cruiseschepen zijn meerdere hotelketens bereid ‘een bijdrage’ te leveren om een humanitaire ramp te voorkomen. Hotelkamers door het hele land worden vrijgemaakt voor de tijdelijke noodopvang van asielzoekers.

Maar deze opvang is helemaal niet zo tijdelijk als het COA hoopt. Bijna drie jaar later verblijven nog steeds ruim 10.000 asielzoekers en statushouders in hotels. De afgelopen drie jaar is voor meer dan een half miljard euro besteed aan deze vorm van opvang. Voor de buitenwereld is niet inzichtelijk hoe deze opvangcontracten tot stand kwamen, welke prijzen zijn gehanteerd, en wie eraan verdienden.

Het COA en hoteldirecties zelf geven vanwege vertrouwelijkheid geen duidelijkheid over de financiën. Zo blijft onzichtbaar dat in de asielopvang een lucratief verdienmodel is ontstaan. En dat één bedrijf in het bijzonder hiervan profiteert: een broker die hotelkamers voor het COA ‘boekt’.

‘Waarom is überhaupt gekozen voor een juridische constructie, waarbij een partij fors kan verdienen en geen verplichting heeft om asielzoekers te plaatsen?’
Marcel Ruygvoorn, advocaat en bijzonder hoogleraar Universiteit Utrecht
Die tussenpersoon is LCHD uit Didam, een bedrijf van de 54-jarige René D. Vorig jaar juni viel opsporingsdienst Fiod bij D. binnen in het kader van een fraudeonderzoek. Bij meerdere hotelketens, waaronder Van der Valk en Postillion, heeft de Fiod opvangcontracten met LCHD opgevraagd. Het Openbaar Ministerie legde voor ruim €50 mln beslag op onder meer vastgoed en sportauto’s, deels bij een zakenpartner van D. uit de hotelfamilie Van der Valk.

Een deel van de Van der Valk-keten deed in september aangifte van ongerechtvaardigde verrijking, en stelt dat LCHD kamers en diensten factureerde bij het COA die niet zijn gebruikt. Het COA deed geen aangifte, maar heeft wel per 1 januari de relatie met LCHD verbroken.

Tot op heden bleef onduidelijk hoe het mogelijk was dat één bescheiden bedrijf tientallen miljoenen kon verdienen aan de opvangcrisis, zonder dat het COA en hoteldirecties daar weet van hadden.

Uit nieuw onderzoek van het FD blijkt dat LCHD zich in een zeer voordelige positie wist te manoeuvreren, door contracten op te stellen met ondoorzichtige marges en commissies. Uit deze contracten valt af te leiden dat de broker in bepaalde periodes mogelijk meer dan één ton marge per dag kon verdienen. Verder blijkt dat LCHD geen exploitatieverplichting had, en risico’s voor leegstand afwentelde op het COA, dat ook kosten maakte voor catering, schoonmaak en linnengoed als hotelkamers niet werden gevuld.

De contracten waren niet onrechtmatig, stellen experts in contractenrecht, maar de afspraken waren wel ‘onhandig’ en ‘buitengewoon onvoordelig’ voor het COA. De juristen stellen dat het belastinggeld voor de opvang is betaald aan een bedrijf dat amper tot geen toegevoegde waarde had en marges onder de pet kon houden. Bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en advocaat Marcel Ruygvoorn: ‘Waarom is überhaupt gekozen voor een juridische constructie, waarbij een partij fors kan verdienen en geen verplichting heeft om asielzoekers te plaatsen? Dat lijkt op een loterij zonder nieten.’

Dat LCHD binnen de asielketen een sleutelpositie bemachtigde als boeker van hotels is bijzonder, omdat het bedrijf geen achtergrond heeft in die sector. Meerdere hoteldirecties zeggen nooit van LCHD te hebben gehoord, tot zij werden benaderd voor een opvangdeal. Enkele hotelketens besluiten daarom eerst met elkaar te overleggen, alvorens zaken te doen met LCHD. Volgens een betrokkene gaan de hotels overstag, om bureaucratische rompslomp te omzeilen: bij rechtstreeks contracteren is men meer - kostbare - tijd kwijt. Overigens noemt LCHD-oprichter René D. zichzelf nadrukkelijk ‘geen hotelier’, tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Daar is hij in de zomer van 2021 aanwezig om te praten over arbeidsmigranten. D. is al meer dan twintig jaar een bekende ondernemer in die sector, als oprichter en medeaandeelhouder van uitzendbureau Cervo Group. Op het Binnenhof stelt D. dat uitzendbureaus ‘zwaar verlies’ lijden op de huisvesting van arbeidsmigranten, omdat prijzen kunstmatig zijn opgedreven door verhuurbedrijven. Hij benadrukt dan ook dat er geen verdienmodel zit in ‘het regelen van bedjes’. Eind 2022 heeft D. juist een voorliefde gekregen voor huisvesting, en neemt hij afscheid van Cervo. D. gaat zich volledig richten op de ontwikkeling van het in 2021 mede door hem opgerichte bedrijf IDHS (International & Domestic Housing Solutions). LCHD behoort tot dezelfde bedrijvengroep als IDHS, en is de contractpartij voor het COA en ministeries. Volgens D. werd LCHD in het voorjaar van 2022 benaderd door het COA vanwege ‘de ruime ervaring en goede reputatie’ op het gebied van huisvesting. Op dat moment hebben LCHD en IDHS een bedrijfsomvang van minder dan €1 mln, en een handvol werknemers.
Wie de partijen bij elkaar bracht is onduidelijk. Maar vast staat dat het COA en LCHD met elkaar in zee gaan in het voorjaar van 2022, als vanwege de oorlog in Oekraïne de nood in de asielopvang een piek bereikt.

Er wordt een raamovereenkomst afgesloten, waarmee LCHD als exclusieve tussenpersoon gaat fungeren voor het boeken van hotelkamers. Het contract kwam laagdrempelig tot stand, zo stelt René D. in een schriftelijke verklaring die hij eerder aan het FD gaf. ‘Er waren hiervoor geen procedures, behalve de check “wie wij zijn” en “wat we kunnen”, en de commerciële contractcontrole’. Het COA meldt hierover dat de ‘aanbieding’ van D. meermaals is beoordeeld op prijs en inhoud, en dat er geen aanbestedingsprocedure was vereist.

De raamovereenkomst vormt een leidraad voor de samenwerking tussen partijen. Hierin staan algemene voorwaarden, maar geen prijsbepalingen of duur van de opvang. Die staan beschreven in zogenoemde ‘allonges’, die per locatie en contractperiode worden afgesloten. Voor iedere opvangdeal sluit LCHD twee aparte contracten af: de ‘allonge’ met het COA, en een ‘gebruiksovereenkomst’ met een hotel. Hierdoor heeft het COA geen zicht op wat de broker met hotels afspreekt, en vice versa. Daarnaast tekenen hotels voor geheimhouding, waardoor zij boetes riskeren als informatie wordt gedeeld met het COA.

Het FD wist meerdere contracten boven tafel te krijgen, en heeft daardoor wel inzage in de verschillende afspraken. Het meest in het oog springend zijn de uiteenlopende prijzen die worden gerekend.

Zo rekent LCHD aan het COA een kamerprijs van €290 – exclusief btw – per nacht voor een hotel van keten Fletcher, blijkt uit een allonge van eind 2023. Dit terwijl de broker een prijs overeenkwam met Fletcher die circa €100 lager ligt, zegt een ingewijde met inzage in deze overeenkomsten. Die marge werd ook gehanteerd bij Van der Valk, zo stellen hun advocaten. Meerdere hoteldirecties zeggen desgevraagd dat ze prijzen ontvingen rond de €200 of zelfs €150 per nacht. Ook komt het voor dat LCHD in contracten met hotels een prijs rekent per persoon per nacht van bijvoorbeeld €120, inclusief btw. Daarmee is het nog lastiger zicht te krijgen op marges.

René D. zei eerder tegen het FD dat LCHD als commercieel bedrijf ‘uiteraard’ marge maakt over zijn dienstverlening. Daarbij wordt gewezen op een breder pakket aan voorzieningen die LCHD kan leveren, zoals catering, schoonmaak en beveiliging. Zo kon LCHD facilitair personeel leveren via een gelieerd bedrijf uit Noord-Brabant. Het COA gaat er ook van uit dat de diensten in de door haar betaalde kamerprijs zitten.

Opmerkelijk is dat in een gebruiksovereenkomst staat dat een hotel gebonden is om zelf bepaalde services te leveren, waaronder drie maaltijden per dag, schoonmaak en het wassen van linnengoed. Meerdere hoteldirecties, waaronder ketens Fletcher en Gr8 Hotels, bevestigen dat zij die diensten veelal zelf uitvoerden, en de vergoeding hiervoor was inbegrepen in de kamerprijs die zij ontvingen. Ook kwam het voor dat LCHD op locaties catering probeerde te leveren, maar hotels daar het nut niet van in zagen.

Saillanter is dat hoteliers stellen dat ze niet op de hoogte waren dat LCHD überhaupt kon verdienen aan marges. Volgens een enkele directeur speelde de broker geen open kaart, anderen zeggen dat ze het domweg niet verwachtten. De hotels wijzen erop dat in de sector het verdienmodel van een broker, zoals Booking.com, normaliter bestaat uit commissies. Wanneer een tussenpersoon óók verdient aan marge, spreken de directies van ‘double dipping’: een weinig flatteuze benaming voor het tweemaal belasten van eenzelfde dienst.

LCHD bracht hotels een commissie in rekening variërend van 5% tot 7% over de totale contractwaarde, blijkt uit stukken. Directies keken hier niet gek van op, omdat dit het ‘gangbare model’ is in de sector, als vergoeding voor het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. In opvangcontracten omschrijft LCHD de commissie ook als risico-opslag. Juridisch experts vinden dit ‘onnavolgbaar’, aangezien in de gekozen contractopzet de risico’s bij het COA liggen.

Zo kon LCHD kamers leeg laten staan zonder daar boetes of andere verplichtingen aan over te houden, en waren contracten niet tussentijds opzegbaar. ‘Dit vergroot de flexibiliteit en onderhandelingspositie tegenover het COA’, aldus Lisa Jie Sam Foek, contractrecht-expert bij Fennek Advocaten. Haar afdronk: ‘Deze broker is een geldmachine die alle risico’s bij de andere contractpartijen legde, en in feite voor niks werd betaald.’

In reactie op bevindingen van het FD meldt het COA hiervan kennis te nemen, en geen uitlatingen te doen over ‘kwalificaties’. In plaats daarvan benadrukt een woordvoerder dat het COA ‘onder grote druk’ wilde voorkomen dat asielzoekers buiten moesten slapen, en bij veel vraag en weinig aanbod van opvangcapaciteit de prijs nu eenmaal stijgt. Inmiddels is uit verder onderzoek van het COA naar voren gekomen dat LCHD ‘tekortschoot’ in zijn contractuele verplichtingen, maar welke dat zijn wordt niet toegelicht. Ook heeft het COA geconstateerd dat de huidige tarieven voor de huur van hotelkamers niet marktconform zijn.