Amerikaanse wetenschappers hebben een opmerkelijke ambitie om klimaatverandering tegen te gaan. Colossal Biosciences, dat zich bezighoudt met het terugbrengen van uitgestorven diersoorten, doet een poging om via muizen de mammoet te laten herrijzen. In 2028 hopen de wetenschappers een eerste wolharig mammoetkalfje te recreëren, om uiteindelijk opnieuw te introduceren in het Noordpoolgebied.
Om de wollige muizen te maken, heeft het team van onderzoekers genetische kenmerken van de mammoet en de Aziatische olifant vergeleken. Hierdoor zouden de wetenschappers het verband tussen specifieke DNA-sequenties en fysieke eigenschappen kunnen onderzoeken, een combinatie die de mammoet in staat stelde zich aan te passen aan het leven in een koud klimaat.
Foto
Die eigenschappen hebben de wetenschappers vervolgens genetisch aangebracht bij muizenembryo's. De laboratoriummuizen van Colossal Biosciences zijn inmiddels te herkennen aan hun krullende snorharen en golvend, goudkleurig haar. De wetenschappers hebben hiervoor onder meer een functie aangepast die gerelateerd is aan de ontwikkeling en structuur van haarfollikels. Daarnaast hebben ze zich gericht op het gen FGF5 (fibroblast groeifactor 5), dat de cyclus van haargroei aanpakt.
De muizen met uiterlijke mammoetkenmerken zijn volgens Rob Taft, hoofdwetenschapper bij The Jackson Laboratory, een 'innovatieve uitbreiding in het gebruik van de muis als modelsysteem en een innovatieve benadering om de fysiologie te begrijpen van dieren die nu uitgestorven zijn'.
Uiteindelijk moet het mammoet-DNA in een olifant, afstammeling van de mammoet, worden ingebracht. Daarna willen de onderzoekers de 'mammoeten' herintroduceren in het Noordpoolgebied, om klimaatverandering tegen te gaan. Wanneer de olifantachtigen door het gebied trekken, zouden ze de sneeuw en het gras samenpersen, waardoor de permafrost minder snel dooit en er minder koolstof vrijkomt. Dit zou het kwetsbare ecosysteem beschermen. Bovendien zou hun graasgedrag graslanden helpen floreren en de hoeveelheid koolstofdioxide die vrijkomt uit smeltende permafrost verminderen.
Naast de mammoet wil het bedrijf ook de dodo en Tasmaanse tijger tot leven brengen door het genoom van hun dichtstbijzijnde levende familieleden te bewerken, met als doel hybride dieren te creëren die visueel niet van hun uitgestorven voorouders te onderscheiden zijn.
Toch is er ook veel kritiek op dit experiment. Wetenschappers die niet betrokken zijn bij het onderzoek, wijzen erop dat het een enorme uitdaging is om de huid bij een olifant in slechts vijf jaar tijd te modificeren. Dit geldt vooral als het de bedoeling is om uiteindelijk honderden van deze dieren te creëren. Daarnaast waarschuwen ze dat de gemodificeerde olifanten mogelijk ook ongewenste neveneffecten zullen ervaren. 'Terwijl we veel weten over muizengenetica, weten we veel minder over mammoeten en olifanten. Het is nog niet bekend welke delen van het genoom essentieel zijn voor het verkrijgen van de eigenschappen die nodig zijn om een olifant geschikt te maken voor het leven in de poolcirkel', zei Tori Herridge, evolutiebioloog aan de Universiteit van Sheffield.
Al eerder waren onderzoekers benieuwd of het mogelijk zou zijn om de uitgestorven Christmas Island rat uit de dood te doen herrijzen. Destijds leek het erop dat het nooit helemaal gaat lukken om 'een harige olifant' te laten tellen als mammoet.