WAGENINGEN - Gras als superfood? Dat zou zomaar kunnen. Het Nederlandse bedrijf Grassa is bezig met een pilot, waarbij gras uit elkaar wordt getrokken en zo betere voeding oplevert voor mens en dier.
Bijna een derde van Nederland bestaat uit grasland, voornamelijk gebruikt als voer voor koeien. En bepaald niet efficiënt. Want in gras zit zoveel eiwit, dat de koeien een groot deel weer uitpoepen. En dat leidt tot extra stikstofuitstoot.
Het Wageningse bedrijf Grassa ontwikkelde een manier om gras machinaal te scheiden in een nat en een droog deel. Dat laatste, het zogeheten ontsloten gras, bevat veel minder eiwitten. "Als je dat aan de koeien voert, neemt de hoeveelheid stikstof in de mest met maar liefst dertig procent af. En de dieren krijgen nog genoeg voedingsstoffen binnen", zegt Rieks Smook van Grassa.
Het tweede deel is een groen en eiwitrijk grassap, dat als alternatief kan dienen voor de soja die nu voornamelijk uit Noord- en Zuid-Amerika wordt gehaald. "En als we het raffineren, krijg je een kleur- en smaakloos product dat je als vleesvervanger kunt gebruiken; een nieuwe eiwitbron waar we veel van verwachten."
Dat is overigens wel een kwestie van de lange adem. Het is namelijk in de EU nu niet toegestaan om ingrediënten uit gras in consumentenvoedsel te verwerken. Het zal, zo verwacht Smook, nog wel een aantal jaren duren voor Europa daar groen licht voor geeft. Grassa zal de eiwitten tot die tijd als veevoer verkopen.
Deze maand kreeg het bedrijf wel ineens de wind mee. Grassa kreeg een bedrag van 2,6 miljoen euro aan innovatiegeld van Perspectieffonds Gelderland. Met dat geld kan er een pilotfabriek worden opgezet in Voorst. Die moet in september de deuren openen. Smook verwacht dat er tussen de vijftien en vijfentwintig boeren in de regio aan de pilot gaan meedoen. "In totaal hebben we het over een proefgebied van 75 hectare."
Smook denkt dat de boeren graag meedoen. Berekeningen hebben volgens hem aangetoond dat de boeren voor elke gebruikte hectare dertig kuub minder mest hoeven te verkopen. "Dat is voor boeren natuurlijk aantrekkelijk."
Het frustreert Smook dat het zo lang duurt. "Dat komt door de sterke lobby van de sector tegen anders voeren van dieren."
"Als iedereen elke keer 'nee' zegt, gebeurt er nooit iets", zegt een deelnemer aan de pilot.
Regionale aanjager is de Innovatie Coöperatie, die maatschappelijke ontwikkelingen in de regio wil stimuleren. 'Innovatiemakelaar' Alfons van den Belt is enthousiast. "Zowel voor de korte als voor de lange termijn biedt dit kansen. De boeren kunnen zich zo verder ontwikkelen."