Voor kunstenaar Bert Meinen (79) uit Delden is het een pijnlijke herhaling: voor de derde keer in zijn artistieke carrière is een van zijn kunstwerken per ongeluk verwijderd. Vorige week werd bekend dat een naamloos, minimalistisch kunstobject van hem in Kampen per ongeluk is vernietigd door de slopershamer. “Het doet pijn”, zegt Meinen.
Het stond decennialang op het schoolplein van basisschool Het Meerrijk in Kampen, maar is tijdens de renovatiewerkzaamheden van het plein afgevoerd naar de stortplaats en niet meer terug te halen. De aannemer en de schoolleiding dachten dat het om een oud speeltoestel ging.
Foto
"Ik vind het heel erg vervelend. Het is toch een kindje van je dat is verdwenen", zegt hij in reactie op de heikele kwestie. "Je maakt de kunst zodat het lang kan blijven staan om gezien te worden. Dan heb je eer van je werk. Nu is het voorgoed weg. Voor de eeuwigheid verloren." De foto bij dit artikel is het enige nog resterende beeldende bewijs dat Meinen het werk gemaakt heeft.
Het is niet de eerste keer dat dit hem overkomt. “Het is al twee keer eerder gebeurd. De eerste keer was jaren geleden bij de sloop van een gebouw in het westen van het land. Twee kunstwerken van mij zijn toen door een aannemer afgevoerd en verdwenen. Een collega wees me erop. Eigenlijk precies hetzelfde verhaal als nu in Kampen.”
Toen kreeg hij via een organisatie die de beeldrechten van kunstenaars beschermt nog een financiële vergoeding. Maar hoeveel dat was en ook waar het is gebeurd, mag hij niet zeggen. “Dat is onderdeel van de afspraak die ik toen gemaakt heb. Ik kreeg de compensatie alleen op voorwaarde dat ik er in het openbaar nooit meer iets over zou zeggen.” Lachend: “Een soort zwijggeld dus.”
Ook bij een school in Amsterdam ging het mis en verdwenen al eens vier kleinere kunstwerken van hem. Dat gebeurde toen tijdens de vergroening van het bewuste schoolplein. “Ze zouden in overleg met mij een nieuwe plek krijgen, maar een paar maanden later waren de kunstwerken opeens spoorloos verdwenen. Daar heb ik nooit een vergoeding voor gehad.”
Hij legt uit waarom: “Als een school, instantie of particulier een kunstwerk koopt, mogen ze er in principe mee doen wat ze willen: slopen, verbranden, vernietigen, noem het maar op, daar zijn ze vrij in.”
Het kunstwerk werd aangezien voor een speeltoestel en belandde per ongeluk in de container
Dat zijn kunstwerk op het schoolplein in Kampen is aangezien voor een speeltoestel, vindt hij onbegrijpelijk. “Het object bestond uit een roestvrijstalen cilinder met daarop een blauw-geel gekleurde bal. Je kunt er met geen mogelijkheid op klimmen of overheen lopen zoals bij een normaal speeltoestel. Ik snap daarom ook niet hoe je dat zo kunt zien. Veel collega-kunstenaars begrijpen het ook niet.”
Volgens hem heeft de schoolleiding simpelweg niet goed gekeken. “Pure desinteresse. Ze hebben niet verder gekeken dan hun neus lang is. Als je een schoolplein verbouwt, kijk je toch ook in de archieven naar bouwtekeningen, bijvoorbeeld voor de leidingen en riolering? Daar hadden ze dan ook de informatie over het kunstwerk moeten terugvinden.”
Naamloze minimalistische kunst
Het werk stamt uit 1975 en is er toen in opdracht van de gemeente Kampen geplaatst, als onderdeel van de 1%-regeling voor kunst bij openbare nieuwbouw. Het had geen naamplaatje, wat volgens Meinen hoort bij minimalistische kunst. “Zo’n naamplaat verstoort de geometrische vorm. Bij dit soort werken wordt dat bewust weggelaten.”
De bolvorm van het verdwenen Kamper kunstwerk is typerend voor zijn stijl. “In dit geval ging het om een gele bol met een halve blauwe bol eromheen gekruld. Dat drukt bescherming uit, iets dat past bij een schoolplein waar kinderen spelen. Die vormen gebruik ik vaker, het is een soort handelsmerk. Net als het gebruik van de primaire kleuren: geel, blauw en rood.”
De schoolleiding van basisschool Het Meerrijk heeft inmiddels al schriftelijk contact gezocht en wil excuses aanbieden. Toch raakt het verlies van het kunstwerk zijn kunstenaarshart. “Het is weg en dat is heel jammer, niets meer aan te doen. Ik kan wel boos worden, maar dat heeft geen zin”, zegt Meinen. “Als de gemeente en de school kunst belangrijk vinden, zou een nieuwe opdracht van de school aan mij in dit geval wel op zijn plaats zijn.”
Moet dat dan eenzelfde soort kunstwerk worden? "Nee, iets nieuws", zegt Meinen. Maar zover is het volgens hem nog niet. "Eerst maar eens praten en zien of er ruimte is voor een nieuw kunstwerk. Ze zullen zich misschien wel verschuilen achter te weinig geld daarvoor.” Dat zijn verdwenen kunstwerk vorige week zoveel media-aandacht kreeg, verrast hem. “Is dat zo? Ik heb er nog niets over gehoord of gelezen, ik ben ook net terug van vakantie.”
Dat het ongelukkige voorval zijn naamsbekendheid vergroot, ziet hij niet als bijkomend voordeel. “Mijn naam als kunstenaar is al redelijk gevestigd, dus ik zie dat niet als voordeel.” Ondanks zijn hoge leeftijd (79) kijkt Meinen graag uit naar een eventuele vervangende opdracht voor de school in Kampen. Want stoppen met zijn kunstenaarsbestaan wil hij nog niet. “Van achter de geraniums zitten wordt namelijk niemand gelukkig.”