Defensie krijgt te maken met grote uitdagingen bij de aangekondigde uitbreiding van de munitieopslag in Staphorst. De bouwplannen gaan vooral ten koste van een natuurgebied, waar ook een beschermde dassenburcht is aangetroffen. De krijgsmacht zal alles moeten compenseren. "Defensie heeft sowieso een probleem."
De das, vos, rode wouw, allerlei uilensoorten, vleermuizen: het Staphorster Bos telt vele bijzondere dieren, waarvan een deel ook speciale bescherming geniet. En juist daar gaat Defensie een grootschalige munitieopslag bouwen, goed wetende dat de natuur daaronder zal lijden. Want van alle onderzochte locaties scoorde Staphorst op het vlak van natuur het slechtste, blijkt uit een openbaar gemaakt onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Defensie.
Staphorst bleek zelfs de enige onderzochte locatie die midden in een natuurgebied ligt; het gebied maakt deel uit van Natuurnetwerk Nederland (NNN). Onderzoeksbureau Antea, dat van alle locaties de voor- en nadelen op een rij zette voor Defensie, concludeerde: 'De realisatie van een munitiecomplex op de locatie Staphorst heeft een zeer negatief effect op het NNN'.
Op alle andere onderzochte aspecten (o.a. woningen, stikstof, geluid, energienetwerken) scoorde Staphorst daarentegen het minst slecht. En dus gaat Defensie de natuur mogelijk flink aantasten, zo beseft het ministerie zelf ook. Een natuurgebied van 44 hectare krijgt een militaire bestemming.
Bij aantasting van natuur en de leefgebieden van beschermde diersoorten geldt de wettelijke verplichting dat dit op een andere plek gecompenseerd moet worden. Onder meer de das bezorgt Defensie daarmee een uitdaging.
Uit het onderzoek blijkt namelijk dat er 'meerdere sporen van een (omvangrijke) burcht zijn aangetroffen' in het gebied waar Defensie wil uitbreiden. Mogelijk zal er 'relatief veel en specifiek leefgebied gecompenseerd moeten worden', waarschuwen de onderzoekers. Al die verplichte compensatie maakt het bouwen van de munitieopslag 'complexer'. Het neemt ruimte in beslag en het zal ook veel tijd kosten, zo valt er te lezen.
"Defensie heeft sowieso een probleem", stelt Arend Spijker, voorzitter van de Stichting Das en Vecht. "De das is beschermd via de Wet Natuurbescherming en zit in een vrije hoge categorie van bescherming. Ze zullen iets moeten verzinnen voor de dassen. Vangen en elders uitzetten bijvoorbeeld, of een kunstburcht creëren. Het alternatief moet altijd beter zijn dan wat het was."
En dat klinkt simpeler dan het is. Natuurorganisaties en betrokkenen zullen zeker een vinger aan de pols houden en kunnen tot aan de Raad van State procederen als ze zich niet kunnen vinden in de plannen van Defensie. "Dat kan zo een paar jaar vertraging opleveren", waarschuwt Spijker.
Spijker legt uit wat het verplaatsen van dassen bemoeilijkt. "De das heeft een stabiele burcht die al honderden, duizenden jaren kan bestaan. Dat maakt het lastiger, het is altijd een vrij groot object. En ze leven in familieverbanden, met neefjes en nichtjes erbij. Een vos verplaatst zich makkelijker, die woont – in mensentaal – in een mobiel tentje. De das heeft een stabiel kasteel waar de hele familieclan woont."
"Het verplaatsen van dassen is moeilijk", weet ook ecoloog Mark Zekhuis. Tot gisteren werkte hij 28 jaar bij Landschap Overijssel. "Op andere plekken zitten soms al dassen, of mensen in de omgeving willen het niet hebben. Zelf zie ik het niet zo, maar ik begrijp dat bijvoorbeeld ondernemers vrezen voor moeilijkheden als zo'n beschermde soort zich in de buurt vestigt. Het is nogal complex."
Ook in het Staphorster Bos zitten meerdere dassenfamilies, dus even verplaatsen naar de buren zal er niet zomaar bij zijn. "Het wordt een behoorlijk uitdaging, maar het gebeurt wel vaker."
Hij wijst op het nationale belang van het munitiedepot. "Dat zal er uiteindelijk wel komen. Ik hoop vooral dat ze de natuur goed compenseren. Niet alleen voor de das of een specifiek stuk bos, maar ook de rust en de stilte die mensen vinden in de natuur."
Defensie liet eerder al weten zich aan de wettelijke richtlijnen te houden als het gaat om natuurcompensatie. Ook burgemeester Jan ten Kate van Staphorst verwees daarnaar.