In Almelo en daarbuiten moesten tienermeisjes van het klooster Huize Alexandra dwangarbeid verrichten. Dat zegt een aantal oud-bewoners. Hun claims werden eerder van tafel geveegd vanwege verjaring, nu vechten ze in hoger beroep door bij het gerechtshof.
De vrouwen eisen een schadevergoeding en erkenning van het hof in Amsterdam. Zij stellen dat ze als tieners onder dwang moesten werken in wasserijen en naaiateliers.
Negentien vrouwen hebben zich verenigd tegen Klooster Euphrasia, de rechtsopvolger van De Goede Herder. Van deze groep woonden er acht in de vestiging Huize Alexandra aan de Vriezenveenseweg in Almelo.
In 2023 wees de rechter een verzoek om schadevergoeding af. De rechtbank is van mening dat de feiten, die tussen 1951 en 1979 hebben plaatsgevonden, zijn verjaard. Daar zijn de slachtoffers het absoluut niet mee eens.
Ze verwijzen naar het vierde artikel van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat slavernij en dwangarbeid verbiedt. Want van dwangarbeid, daar is volgens de oud-bewoners zonder twijfel sprake van geweest. "De Goede Herder miskent de omvang en systematiek van de uitbuiting."
De advocaat van de vrouwen maakt de vergelijking met de toeslagenaffaire. "Ook in deze zaak is het moeilijk tot onmogelijk om op te treden tegen een machtig en fout systeem." Volgens de advocaat durfden de slachtoffers destijds "door angst en schaamte" nooit gelijk aan de bel te trekken.
Niet alleen De Goede Herder, maar ook de Nederlandse staat zit volgens de advocaat fout. "Een deel van deze meisjes is destijds door de overheid in het tehuis geplaatst."
De conclusie van de rechtbank van twee jaar geleden, dat de zaak is verjaard, was volgens de advocaten een onjuiste beoordeling. "De rechters beoordeelden het trauma van de individuele slachtoffers, maar ze hadden de inzet van dwangarbeid door De Goede Herder moeten beoordelen."
Dit structurele handelen van het klooster in z'n algemeen, over een periode van zo'n 25 jaar, is volgens de advocaat niet goed onder een juridische loep gelegd.
De advocaten van Klooster Euphrasia herkennen zich totaal niet in het beeld dat wordt geschetst door de slachtoffers en hun advocaten. Volgens Euphrasia heeft een flink aantal meiden in het klooster gewoon "goede ervaringen" binnen de muren van het klooster gehad. Ze hebben een goede opleiding genoten en de jonge vrouwen hadden genoeg vrijetijdsbesteding, stellen de raadslieden.
"Er werden onder andere huishoudopleidingen, kantooropleidingen en boekhoudcursussen gegeven. Ook was er tijd om de stad in te gaan, te dauwtrappen en mochten de meiden naar de bioscoop." Allemaal zaken die niet passen bij uitbuiting, zo bepleiten de advocaten.
Het gerechtshof in Amsterdam doet over een aantal weken uitspraak.