Hard werken loont, al helemaal als je drie fulltime banen tegelijkertijd hebt. Toch kon woningcorporatie Wooncompas in Ridderkerk haar ijverige medewerker niet waarderen toen zij daarachter kwam. De man, die ook werkte bij woningcorporatie Mooiland in Grave, werd op staande voet ontslagen en moet nu zijn salaris terugbetalen.

De medewerker in kwestie begon in 2017 bij woningcorporatie Wooncompas. Daar werkte hij 36 uur per week voor een salaris van 4560 euro bruto per maand, plus vakantietoeslag. Geen schamel salaris dus.

De man kreeg daarnaast toestemming om nevenwerkzaamheden te verrichten als personal trainer en jeugdcoach atletiek.

Die nevenwerkzaamheden smaakten duidelijk naar meer, want in 2019 — terwijl de man inmiddels een contract voor onbepaalde tijd te pakken had — trad hij ook in dienst bij een andere woningcorporatie, namelijk Mooiland in Grave. En dan niet voor een paar uurtjes per week, maar een voltijd dienstverband van 32 uur per week. En zo ontving de man opeens een tweede salaris van nog eens 4418 euro bruto.

68 uur per week werken is natuurlijk wel erg veel, dus meldde de medewerker zich in oktober 2019 ziek bij Wooncompas. Zo kon hij zijn tijd besteden aan Mooiland en ontving hij nog altijd twee salarissen. Meer dan genoeg zou je denken, maar niet voor deze workaholic. Zo nam hij er in april 2020 een derde baan bij, bij woningcorporatie Wooninvest in Voorburg.

Aanvankelijk op ZZP-basis voor zes uur in de week, maar dat veranderde enkele maanden later in een voltijdsbaan van 36 uur per week. Om dat mogelijk te maken, meldde hij zich opnieuw ziek. Dit keer bij Mooiland. En ook daar bleef hij salaris ontvangen.

Lang kon de man niet genieten van zijn drie salarissen en 104-urige werkweken. In juli 2020 werd hij namelijk op staande voet ontslagen door Wooncompas. Dat gebeurde nadat zij erachter waren gekomen dat de medewerker tijdens zijn ziekte wel degelijk had gewerkt, maar dan niet bij hen.

Daar liet Wooncompas het niet bij. Ook eisten zij het volledige salaris terug dat de man uitbetaald had gekregen tussen zijn ziektemelding en zijn ontslag, bij elkaar 43.766 euro plus rente. Dat werd door de kantonrechter toegewezen, omdat die concludeerde dat de man ‘ernstig verwijtbaar’ had gehandeld.

De medewerker betwistte op zijn beurt dat hij was tekortgeschoten in zijn werkzaamheden. Volgens hem had hij de drie dienstverbanden prima kunnen combineren. „Mijn uitgangspunt was juist om hard te werken. Het is wel juist dat ik dacht dat ik het werk in 20 uur kon doen, terwijl ik voor 36 uur een contract had”, zei hij tijdens een eerdere mondelinge behandeling van de zaak. Ook eiste hij een ontslagvergoeding, maar die werd door de kantonrechter afgewezen. Dat was ook in hoger beroep het geval.