Of een vrouw kinderen krijgt, bepaalt niet hoe gelukkig zij later wordt. Wil een vrouw gelukkig worden, dan moet ze iemand hebben om van te houden. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit van Michigan, dat in het komende nummer van het International Journal of Aging and Human Development verschijnt.
‘Of een vrouw kinderen heeft, lijkt niet veel invloed te hebben op het psychisch welzijn in haar latere leven,’ zegt Amy Pienta, co-auteur van het onderzoek. ‘Het gaat er om of ze een man heeft, een 'soulmate' of een andere hechte sociale relatie.’
Pienta onderzocht of het tijdstip van het moederschap invloed had op het geluk van vrouwen. Het onderzoek werd gehouden onder ongeveer 6000 vrouwen tussen de 51 en 61 jaar. Zij zijn geboren rond de jaren '50, een tijd waarin vrouwen op jonge leeftijd trouwden en kinderen kregen.
Vroege moeders (eerste kind voor hun 19e) blijken het minst tevreden te zijn. Dat komt omdat zij op latere leeftijd vaker single zijn en een laag inkomen hebben, twee factoren die van invloed zijn op de gemoedstoestand van vrouwen.
De vrouwen die op latere leeftijd (eerste kind na hun 24e) kinderen kregen, zijn een stuk gelukkiger. De kans dat zij op hogere leeftijd nog steeds een partner hebben van wie ze houden, is aanmerkelijk hoger. Bovendien hebben ze vaak een hogere opleiding gevolgd en is hun financiële situatie beter dan die van vrouwen die jong moeder zijn geworden.
Vrouwen die hun kind tussen hun 19e en 24e kregen waren vormen het gemiddelde wat betreft psychisch welzijn. Zij zijn net zo gelukkig als vrouwen die geen kinderen hebben.
Tegenwoordig kiezen steeds minder vrouwen ervoor om kinderen te krijgen. En als vrouwen daar wel voor kiezen, gebeurt dat op latere leeftijd. Volgens het onderzoek hebben de vrouwen van nu een goed toekomstperspectief.