Archeologen hebben in het noordoosten van Hongarije, in Bukkabrany, een klein oerwoud ontdekt. Het gaat om een bos van maar liefst 8 miljoen jaar oud bestaande uit moeras-cipressen.
De ontdekking is erg bijzonder omdat de bomen hun houtstructuur hebben bewaard en niet verkoold of versteend zijn, verduidelijkt Tamas Pusztai, adjunct-directeur van het plaatselijke Otto Herman Museum. Het mysterieuze bos werd ontdekt door mijnwerkers die aan de slag waren in een bruinkoolmijn. Ze stootten op enkele verkoolde boomstronken. Dat is niet uitzonderlijk in dergelijke mijnen. "Dieper in de grond vonden ze echter zestien bomen die helemaal intact waren gebleven en al 8 miljoen jaar goed bewaard waren", aldus Pusztai. Om het kleine bos van zestien bomen te bewonderen moet je afdalen in de mijn tot 60 meter diep. Gek genoeg zijn de bomen niet hoger dan zes meter, terwijl moerascipressen makkelijk 30 of 40 meter hoog kunnen worden. De bomen dateren volgens paleontoloog Miklos Kazmer uit het Mioceen. In de streek was er toen een enorm meer met moerassige oevers. "Dat deze bomen zo goed bewaard zijn, is te danken aan een plotse zandstorm die het bos heeft bedekt met zand tot zes meter hoog", stelt hij. Alles boven de zes meter is verloren gegaan, maar de delen die door het zand werden bedekt, zijn intact gebleven. De bomen mogen niet naar boven gehaald worden, want elk contact met lucht en daglicht zou nefast zijn voor het eeuwenoude hout. Eerder werd al een gelijkwaardig bos ontdekt in Japan.