Slijmballen en vleiers kunnen veel succes hebben met hun gedrag, als ze tenminste goed opletten dat ze niet overdrijven. Ook moeten ze zorgen dat ze geloofwaardig blijven voor buitenstaanders, die de complimentjes aan het adres van een ander aanhoren. Dat blijkt uit een onderzoek van sociaal psycholoog Miquelle Marchand. Marchand, die in september promoveert aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, toont aan dat de mening over een slijmbal die door de mand is gevallen, steeds negatiever wordt. Een slijmbal moet zorgen dat hij complimentjes geeft, waarin de gevleide zichzelf denkt te herkennen. Als de vleier overdrijft, steekt achterdocht de kop op. De gevleide gaat zich dan afvragen of de slijmer mogelijk verborgen bedoelingen heeft, zo heeft Marchand vastgesteld. Als blijkt dat iemand iedereen probeert te vleien, voelen de meeste mensen zich gekwetst en bedrogen en oordelen ze negatief. Mensen horen graag complimentjes en kiezen er daarom in eerste instantie voor een negatief gevoel te negeren. "Het is voor je ego beter om een compliment zonder nadenken te accepteren. Maar daarvan is weer het nadeel dat je voor de gek gehouden en bedrogen kan worden als je alles klakkeloos gelooft", aldus de promovenda. Het onderzoek van Marchand toont aan dat buitenstaanders -mensen die complimenten voor een ander aanhoren- de bijbedoelingen van mooipraters eerder opmerken dan de ontvanger van het gevlei. De observanten vinden de slijmbal al meteen minder aardig en oprecht, stelt de promovenda. En wanneer de achterdocht eenmaal is gewekt, raakt de ander steeds meer overtuigd van verborgen bedoelingen.