‘Linkshandigen hebben een grotere kans om een slaapprobleem te hebben.’ Dat is de letterlijke titel van een bericht dat gisteren werd uitgegeven door het American College of Chest Physicians. Wat er eigenlijk had moeten staan is: mensen met een ernstige slaapstoornis zijn in Ohio relatief vaak linkshandig. Het bekt minder lekker, maar het betekent ook iets anders: nuancering.
Naar schatting tien procent van de mensheid is linkshandig. Over hen wordt van alles beweerd. Volgens Chris McManus, een onderzoeker van University College Londen, biedt de afwijking vooral leuke extra’s. Hij schreef er in 2002 een speciaal boek over, Left-Hand, Right-Hand, dat allerlei wetenschapsprijzen won. De te lezen beweringen zullen dan dus wel kloppen, nemen we aan.
Volgens McManus zijn linkshandigen maatschappelijk succesvol, beschikken ze over hersenen met betere cognitieve vermogens en zorgen genen die linkshandigheid veroorzaken tevens voor een talenknobbel.
Maar dat is niet onbetwist. Eerder dit jaar verscheen een studie onder vijfduizend Australische schoolkinderen, met een behoorlijk verschillende conclusie: linkshandigen zouden juist een beetje dommig zijn.
Dommig, welke Amerikaanse president uit de afgelopen decennia zou men dat predikaat als eerste geven? Gokje is George Bush junior. Voor hem moesten alle deurklinken in het Witte Huis omgewisseld worden, omdat hij als zeldzame uitzondering zowaar rechtshandig was. Obama, Clinton, Bush senior, Reagan, Ford – en veel tegenspelers in de presidentiële eindstrijd, zoals senator McCain: allemaal linkspoten. (Je zou bijna denken dat er ook nog een positief verband tussen linkshandigheid en lichaamslengte bestaat!)
Maar goed, deze keer slaapproblemen dus. Bij de ACCP hadden ze deze maand al voor de 77e keer hun jaarlijkse bijeenkomst met een paar sprekers, maar met het linkshandigen-nieuwsbericht weten ze als het goed is voor de eerste keer jouw aandacht te trekken.
Eigenlijk maken ze mooie sier met een onderzoek van de Universiteit van Toledo, Ohio, waar iemand over kwam vertellen. Daar was het ze opgevallen dat in een patiëntenbestand van honderd personen die lijden aan periodic limb movement disorder (PLMD), een periodieke beweging van vooral benen en voeten tijdens de slaap – een neefje van (modeaandoening) restless leg syndrome en een officiële slaapstoornis – wat meer linkshandigen vertegenwoordigd waren (zestien personen – zes ‘te veel’ dus).
Deze linkshandigen hadden bovendien, zo wist de presenterende onderzoeker te vertellen, iets vaker de bilaterale versie: midden in de nacht je bedpartner met twee benen tegelijk wakker schoppen (en vervolgens zelf als een roosje verder slapen).
PLMD is slechts een van vele slaapstoornissen – en niet de meest ondraaglijke. Omdat desondanks wel vier procent van de volwassenen er last van heeft, is onderzoeken op zich de moeite waard – zij het dat dit schot voor de boeg niet het eerste is. PLMD is reeds in verband gebracht met Parkinson, narcolepsie, nachtdiensten, snurken, koffieconsumptie, stress, slaapmiddelen, vrouw-zijn, spierziekte, hartziekte, slaapapneu, kataplexy (acute spierverslapping), fysieke inspanning voor het slapen gaan en psychiatrische aandoeningen.
Van alles dus – net als linkshandigheid. Het was daarmee wachten tot de dossiers een keer zouden worden gekoppeld.
Mocht het verband tussen linkshandigheid en de slaapstoornis in de toekomst desondanks toch overeind blijven, is er voor de patiënten die deze statistiek ondersteunen bovendien weinig aan te doen. Je kunt leren met rechts te schrijven, maar je zult zodra je in slaap valt altijd willekeurig met benen blijven schoppen.
Je bedpartner heeft dan echter wel een keus. Blauwe plekken zat? Zoek volgende keer een rechtspoot.