In ruil voor de frisdrank Fanta heeft de politie een gedetineerde naar buiten gekregen in de jeugdgevangenis Teylingereind in Sassenheim.­ Negen gedetineerden kwamen daar op maandag 3 oktober in opstand tegen de huisregels en het eten.­ Ze bleken in een groepsruimte alles kort en klein te hebben geslagen.­
Het waren voornamelijk Marokkaanse en Turkse jongens. Verder hadden ze alle waterkranen opengezet. In het water hadden de gedetineerden ook chloor en ammoniak gegooid.
Dit blijkt uit het relaas van de onderhandelaars van de politie dat vrijdag is gepubliceerd in de korpskrant van politie Haaglanden. Dit korps leverde twee onderhandelaars. Die onderhandelaars doen in de korpskrant openhartig hun relaas.
De opstand in de jeugdgevangenis eindigde dankzij de onderhandelaars vreedzaam. In de korpskrant vertellen de onderhandelaars Ab en Ronald dat het in eerste instantie het doel is om de opstandige jongeren rustig te krijgen. Dat lukt redelijk snel, zeggen ze. Vanaf 23.30 uur komen de jongens een voor een naar buiten. De eerste stap blijken de onderhandelaars te hebben gezet door een jongen 'in te ruilen' voor Fanta. Een van de onderhandelaars zegt: ‘Zij wilden Fanta. Prima, zeiden wij. Je krijgt het, maar dan moet er wel een van jullie naar buiten komen. Je geeft wat, je krijgt er wat voor terug. Op zo'n moment wordt de kneus van de groep aangewezen.’
Toezeggingen doen de onderhandelaars verder niet. ‘Ze wilden bijvoorbeeld zwart op wit dat ze niet overgeplaatst zouden worden. Dat kregen ze niet voor elkaar,’ zegt een van de onderhandelaars. Over de gedetineerden zeggen ze: ‘Het waren voornamelijk Marokkaanse en Turkse jongens, bij hen is status belangrijk. Dat kun je gebruiken. Je probeert een plaatje te maken van iemand die je voor je hebt. Als je denkt een gevoelige snaar te raken, ga je daarop door. Een van de jongens vertelde dat we niet zijn vader mochten bellen om te zeggen wat hij hier had uitgespookt. Dan weet je dat dit een beladen onderwerp is.’
De jongeren gebruikten in de groepsruimte veel geweld, zo blijkt. ‘Zij hadden de ingang gebarricadeerd en sloegen ruiten in, waren alles aan het vernielen. Daarvoor gebruikten ze onder meer een brandblusser en stoelpoten. Een interventie op dat moment leek mij een slechte keuze. Mijn advies was: eerst onderhandelen. Als die jongeren zich zo gedragen, zoveel geweld gebruiken, zit de adrenaline hoog. Dat moet er eerst uit. Dat is ook een goed moment om te onderhandelen en de rust erin te krijgen.’
Uiteindelijk lukt het Ab en Ronald om samen met de bewaarders de twee leiders naar buiten te praten. Daarna gaat het vlot. ‘Een van de jongens heeft gedurende de hele onderhandelingen steeds staan gooien en overal op staan inbeuken. Vlak voordat hij - als laatste - eruit kwam, stopte hij er abrupt mee. Hij zei alleen: 'Ik wil nog wel de brief van mijn overleden moeder uit mijn cel meenemen naar de opvang.' Toen dat mocht, liep hij gedwee naar buiten.