Een tweeling uit Oostende staat in de correctionele rechtbank in Brugge terecht voor grootschalig gesjoemel met juwelen. Een veertigtal gedupeerden hebben zich burgerlijke partij gesteld en eisen ruim een miljoen euro schadevergoeding.
Eén van de twee broers runde tussen 2006 en 2008 een juwelierszaak in de Koninginnelaan in Oostende. Zijn tweelingbroer was zijn rechterhand en bancaire brein achter de vennootschap. Omdat ze sterk boven hun stand leefden en grote sier maakten, raakte de zaak in slechte papieren.
Om de torenhoge schulden aan te zuiveren, begonnen ze klanten op grote schaal op te lichten. Zo haalden ze dure diamanten uit ringen en vervingen die door nepstenen. De echte stenen verkochten ze door.
Juwelen die werden binnengebracht voor herstelling of aanpassing werden verpand aan een Antwerpse handelaar en een Brugs pandjeshuis. De Antwerpenaar en de uitbaters van het pandjeshuis staan mee terecht in de zaak. Het openbaar ministerie vordert voorwaardelijke en effectieve celstraffen. De uitspraak volgt op 18 april.