De strijd om de hoogste wolkenkrabber ter wereld heeft een hoog ijdelheidsgehalte. Dat blijkt als je kijkt naar de bewoonbare hoogte van wolkenkrabbers.
Vooral in het Midden-Oosten, Azië en de Verenigde Staten kunnen ze er wat van. Megahoge wolkenkrabbers, zoals de Burj Khalifa die officieel een hoogte van 828 meter kent, sieren de skyline.
Maar de strijd om ‘de hoogste’ is in veel gevallen een schimmengevecht, zo betoogt de Council on Tall Buildings and Urban Habitat (CTBUH), een van oorsprong Amerikaanse adviesgroep die zich richt op hoogbouw.
In een onderzoeksartikel laat de CTBUH zien hoe groot de invloed van de zogenoemde ‘vanity height’ is bij de bouw van recente superwolkenkrabbers. Het gaat hierbij om het topdeel van een wolkenkrabber dat niet functioneel gebruikt kan worden voor wonen en/of werken.
Wat blijkt? De Burj Khalifa in Dubai bestaat voor 29 procent uit ‘ijdele hoogte’, ofwel pakweg 243 meter. Het functionele deel is slechts 585 meter hoog.
Zonder de ijdele hoogte zou 61 procent van de 72 hoogste gebouwen ter wereld minder dan 300 meter hoog zijn, becijferde de CTBUH.
Het fenomeen van de loze hoogte is overigens iets wat sinds de jaren 1970 speelt. Tussen 1950 en 1974 werden er volgens de CTBUH vijf superhoge gebouwen voltooid, met een loze hoogte van gemiddelde 4 procent. Tussen 1975 en 1999 ging het om zeventien wolkenkrabbers met een gemiddelde loze hoogte van zestien procent.
Tussen 1999 en 2013 kwamen er liefst vijftig superwolkenkrabbers bij. Maar de gemiddelde loze hoogte bleef gelijk op 16 procent.