Hij was de laatste Japanse militair uit de Tweede Wereldoorlog in de jungle van het Filipijnse eiland Lubang. Bijna dertig jaar bleef tweede luitenant Hiroo Onoda zijn plicht doen. Pas in 1974 gaf hij de strijd op. De verloren tijd probeerde Onoda in het laatste deel van zijn leven in te halen, maar gisteren kwam ook daar een einde aan. De oud militair overleed op 91-jarige leeftijd.
Zonde van de tijd vond Onoda zijn dertig jaar lange verblijf in de jungle niet, zo liet hij in 1995 tegenover persbureau AP weten. "Zonder die ervaring zou ik niet het leven hebben zoals het er nu uitziet."
Toch had Onoda ook het gevoel dat hij verloren tijd moest inhalen. "Ik doe alles twee keer zo snel. Op die manier kan ik iets goed maken van die tientallen jaren in de jungle. Ik wou dat iemand voor mij kon eten en slapen, zodat ik 24 uur per dag kan werken."
De Japanse militair die in de oorlog het bevel had gekregen om zich niet over te geven, hield zich decennia lang aan deze opdracht van weleer. Pamfletten met de boodschap dat de oorlog voorbij was, die Onoda in 1945 had gevonden, brachten hem niet aan het twijfelen. Hij dacht dat het om een truc van de Amerikanen ging.
In 1974 stuitte een Japanse avonturier op Onoda, maar ook hij kon zijn landgenoot niet overtuigen. 'Ik stop niet met vechten tenzij ik het bevel krijg dat mij van mijn plicht ontheft', liet de militair weten. Uiteindelijk werd Onoda's oude commandant ingevlogen, die hem in maart overhaalde om te verschijnen.
De militair droeg toen nog altijd de flarden van zijn uniform, zijn nog werkende geweer en de dolk die hij van zijn moeder had gekregen ter bescherming. De Filipijnse regering verleende hem gratie voor de mensen die hij na de oorlog nog had gedood. Dat zijn er mogelijk 30 geweest.
Onoda voerden zijn guerrilla na de oorlog niet alleen. Eén van zijn drie overgebleven collega-militairen verliet de groep en kwam in 1950 uit de jungle. De twee anderen stierven tijdens vuurgevechten in 1954 en 1972.
Bij zijn terugkomst in Japan werd Onoda als een held onthaald. Hij vestigde zich in Brazilië, maar kwam in de jaren 80 terug naar Japan waar hij opvoedkampen voor jongeren begon. In 1996 ging hij nog een keer naar Lubang waar hij 10.000 dollar doneerde aan de lokale school.
Onoda schreef over zijn tijd in de jungle een boek dat in het Nederlands is vertaald als Mijn dertigjarige oorlog. Hij was overigens niet de allerlaatste Japanse militair die dacht dat de oorlog nog bezig was. Dat was de in Taiwan geboren Teruo Nakamura op het Indonesische eiland Morotai. Hij werd in december 1974 gearresteerd.