Ze dachten dat ze alleen bijbels aan het smokkelen waren. Maar de vrijwilligers van de Amerikaanse christelijke hulporganisatie HISG brachten zonder het te weten ook hele andere spullen Noord-Korea binnen: afluisterapparatuur van de Amerikaanse overheid. Nu liggen de details over die vermeende geheime operatie op straat.

Voor buitenstaanders was hulporganisatie Humanitarian International Services Group (HISG) een christelijke hulporganisatie als zovelen. Niet erg bekend, wel iedere dag in de weer om armen en verdrukten te helpen. In Afghanistan hielp ze met de verspreiding van medische apparatuur, in Noord-Korea werd ze bij hoge uitzondering toegelaten om kleding uit te delen.

Hoewel, kleding: in de voeringen van de winterjassen die ze in 2007 en 2010 in Noord-Korea achterlieten, zaten bijbels genaaid. Een klassiek geval van bijbelsmokkel, en nog succesvol ook.

Maar die bijbelsmokkel was lang niet het grootste geheim dat directeur Kay Hiramine van HISG met zich meedroeg, claimt de Amerikaanse onderzoekssite The Intercept. HISG, een vrij onbekende naam in de wereld van de hulporganisaties, werd in werkelijkheid aangestuurd door het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken.

Wat voor de buitenwereld een heel normale stichting leek, werd volgens The Intercept uiteindelijk een dekmantel: een vehikel om sensoren, radio-apparatuur en ander militair materiaal het streng communistische land in te smokkelen. Alleen Hiramine was daarvan op de hoogte - zijn vrijwilligers wisten van niets.

Eerst bijbels, dan militaire apparatuur
Dat het Pentagon op creatieve manieren spioneert in vijandige landen, daar kijkt niemand van op. Maar infiltratie in een zendelingenorganisatie - dat is voor zover bekend een novum.

Al voor de oprichting van HISG in 2001 zou Hiramine met het Pentagon gewerkt hebben aan een ingenieus plan: eerst bijbels smokkelen, en als dat lukte, bij de volgende reis een deel van de bijbels vervangen door militair materiaal.

Dat bleek dus te kunnen - tenminste, als we mondelinge en schriftelijke bronnen van The Intercept mogen geloven. Volgens de site van activist en journalist Glenn Greenwald, die eerder met Edward Snowden de grootschalige internetspionage van de Amerikaanse overheid aan het licht bracht, heeft HISG tenminste één keer voor het Pentagon materiaal gesmokkeld.

Dankzij Hiramine zou er nu op een aantal locaties in Noord-Korea radio-apparatuur van de Amerikanen staan. Dat wordt niet gebruikt, maar kan wel van pas komen als de VS en Noord-Korea elkaar ooit de oorlog verklaren. Ook zou Hiramine apparatuur hebben geïnstalleerd om Noord-Koreaanse militaire communicatie te verstoren.

Alle hulporganisaties verdacht
Mooi voor Washington natuurlijk. Maar, zo vindt The Intercept, aan zulke slinkse technieken kleven wel forse gevaren. Want worden als zoiets aan het licht komt niet alle hulporganisaties een beetje verdacht? Is politieke onafhankelijkheid niet één van de grootste troeven van hulporganisaties. En is dat niet juist de reden dat ze op plaatsen kunnen komen waar vijandige overheden niet welkom zijn? Zette Washington dat met dit project niet allemaal op het spel?

De Amerikaanse ngo-koepelorganisatie InterAction vindt in ieder geval van wel. Het inzetten van ngo's (non-gouvernementele organisaties) voor het verzamelen van diplomatieke en militaire informatie is 'onacceptabel', meent diens directeur Sam Worthington. Hij spreekt van 'een beschadiging van het vertrouwen tussen de Amerikaanse overheid en het maatschappelijk middenveld'.

De onafhankelijke website NKNews vraagt zich ondertussen af of de onthulling over HISG wel klopt. De site sprak bestuurders van enkele andere ego's die nog nooit van HISG hadden gehoord.

Ook wijst de site erop dat Noord-Koreanen bekend staan om hun scepsis tegenover alles wat van buiten komt. Ze pluizen alles dat vanuit de VS binnenkomt minutieus uit. Maar: een deel van de Noord-Koreaanse grens is wel een tijdje poreus geweest. Misschien wisten ze wat grenswachten om te kopen.

Koren op Kim Jong-Uns molen
Als de onthulling klopt, dan is hij in ieder geval koren op de molen van het regime. Dat maakt buitenlanders die het land in willen stelselmatig uit voor Amerikaanse spionnen. Meestal is dat verwijt volledig uit de lucht gegrepen, maar in dit geval zou het dus wél kloppen.

Volgens The Intercept doekte Hiramine HISG op in 2013, kort nadat de organisatie zijn financiële steun van het Pentagon was kwijtgeraakt. Niet dat het Pentagon direct geld overmaakte naar HISG: het zou een aantal firma's hebben opgezet om de geldstroom te maskeren. Waarom het Pentagon er twee jaar geleden de stekker uit trok is niet bekend.

Het nieuws dat HISG er de brui aan gaf kwam uit het niets, zegt Tom Jennings op de site. Jennings leidde zes jaar lang de Aziatische tak van de organisatie. "We werden niet gewaarschuwd. We hadden geen werk meer en kregen geen opzegtermijn, geen uitleg. Het enige dat ze zeiden was: we zijn onze financiering kwijt."