@stora: Misschien is het doel niet om de wereld constant te verbeteren, maar ook ´volledigheid´ te creëeren.
Daarom bestaan er naast automonteurs, bakkers, zakenmannen en boeren die een nut hebben in de samenleving, ook wiskundigen, linguïsten, biologen en scheikundigen. Bepaalde takken in de laatstgenoemden hebben geen ´nut´ (zoals jij het beschrijft) in de samenleving.
Als een
linguïst die onderzoek doet naar de taal van een geïsoleerde stam in Afrika en hierbij een nieuwe toon ontdekt dat nog nooit bij een andere taal is waargenomen, wordt de wereld er ook niet beter door. Of nog ´erger´, als
linguïsten onderzoek doen naar een taal die al is uitgestorven...
Er wordt geschat dat 98% van alle diersoorten nog niet is ontdekt. Als
biologen een nieuwe diersoort hebben ontdekt op een eiland in Micronesië of in de Alpen bij wijze van spreke, wordt de wereld er ook niet beter door.
Als
scheikundigen op zoek zijn naar anti-materie en Higgs-deeltjes met de deeltjesversneller in Genève, wordt de wereld er ook niet beter door.
Een universele theorie dat nog niet beantwoord is in de
natuurkunde is de ´theorie van alles´. Als men een verband vinden tussen ´het grootste´ en ´het kleinste´ (Robbert Dijkgraaf) krijg je deze theorie. Men zou moeten weten wat er zich in een zwart gat gebeurt (de eisen hiervoor zijn specifieker dan ik beschrijf). Men kunt bij de ontdekking van de ´universele theorie´ dan álle natuurwetten binnen dit kader beschrijven. Met de ontdekking van ´de theorie van alles´ wordt de wereld er ook niet beter door.
Als
archeologen met radarbeelden onontdekte verborgen grafkamers hebben ontdekt bij Toetachamon (Vallei van Koningen, Egypte) (recent gebeurd), wordt de wereld er ook niet beter door. Of als er een nieuw VOC-schip wordt gevonden (ook recent gebeurd), wordt de wereld er ook niet beter door.
Als
historici vraagstukken over de Franse Revolutie oplossen of dat jager-verzamelaars waarschijnlijk op die en die manier hun taken verdeelden en daar en daar zich vestigden, wordt de wereld er ook niet beter door.
De bovenstaande voorbeelden hebben geen duidelijke toevoegende waarde in onze samenleving. Maar je kunt wel volledigheid creëeren binnen een bepaald vak. Als er iets ontdekt is, hoeft men dit later niet meer te controleren, het is immers al ontdekt. Klaar. Je kunt dit een internationaal verzamelboek gooien en hoppa, op naar de volgende ontdekking. Daarom de nieuwsgierigheid van de mens. Je volgt én je fascinatie/interesse én je krijgt daar als beroep er nog voor betaald. Mooi toch?
Naast wiskunde, dat een ´onsterfelijk´ vak is, zijn er uitsterfbare vakken waar de mensen in dit vak zo snel mogelijk onderzoek naar willen doen. Elke 14 dagen sterft er een taal op de wereld uit (linguïstiek). Linguïsten willen daarom snel een bedreigde taal in kaart brengen (misschien is die taal volkomen zelf bedacht en heeft het geen connecties met enkele andere taal in de omgeving?).
Restanten in de grond vergaan en verteren (archeologie). In de archeologie worden zelf grootse projecten stilgelegd als graafmachines per toeval meerdere oude botten vinden. Het zou fantastisch zijn al op de plek van het project een archeologisch onderzoeksplek blijkt te zijn van een enorm oppervlak. Dit, omdat er maar één kans is. Als er huizen op worden gebouwd kun je het als archeoloog maar vergeten. Straks blijkt dat je met deze toevallige ontdekking eindelijk antwoord kunt geven op die ene grote onbeantwoorde en controvesiële vraag in de egyptologie, in de dinosauruswereld of in de Nederlandse geschiedenis.
Deze Andrew Wiles in het artikel heeft er 7 jaar over gedaan om één stelling in de wiskunde te bewijzen, die 300 (!) jaar lang niet bewezen kon worden. Er komen meerdere voordelen aan te pas:
1. Hij volgt wat hij leuk vindt; zijn waardering en fascinatie voor wiskunde (en specifiek de Laatste Stelling van Fermat)
2. Internationaal zijn er wiskundigen blij omdat deze gigantische en mysterieuze stelling nu in een wiskundeverzamelboek geplaatst kan worden en achter kan worden gelaten (tenzij er critici zijn die foutjes ontdekken, maar deze stelling is al in 1995 opgelost en is het dus al lange tijd te controleren en te bevestigen geweest.)
3. Je krijgt er voor betaald en verdient er een inkomen mee (economie wordt gebootst door uitgaven van (zogenaamd)´onnuttige´ wetenschappers)
4. Je krijgt aanzien (niet dat alle vrouwtjes naar hem toekomen, maar je snapt het wel

)
.
Daarom kiezen mensen uit ´fascinatie´/´interesse´ een beroep en volgen daar een studie op. Je krijgt er natuurlijk ook betaald voor; er moet immers een inkomen verdiend worden. De nieuwsgierigheid van de mens komt er aan te pas. Jij hebt toch ook fascinaties en interesses voor bepaalden vakken?
Deze wiskundige stelling is bewezen, en nu kunnen we deze weer in een verzamelboek gooien en hoeven we in de toekomst niet meer te controleren. Hup, op naar het
volgende wiskundig bewijs