Dierenambulance 2 | |
22-01-23 11:16:16 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
12.3: Honds onderzoek #2 Om twee uur moet ik bij de dierenarts in het noorden zijn om de hond op te halen. Hij is geopereerd aan de kruisbanden. Het is hetzelfde beest dat ik voor onderzoek naar die dierenarts gebracht heb onder 8.3 Rondje dierendokter, en ook bij dezelfde arts. Ik rij weer via de secundaire wegen, die zijn inmiddels voldoende schoon, voor zover ze glad zouden zijn geweest. Secundaire wegen zijn, als je tenminste de weg weet, kilometers korter dan de grote wegen, al maakt het in tijd weinig of niet uit. Maar minder kilometers en lagere snelheid spaart brandstof. Als ik onderweg ben krijg ik alweer een melding binnen. Ditmaal over een gevonden kat. Na een korte wachttijd krijg ik de hond, vergezeld van een kraag en een stapel papieren, mee. Eenmaal buiten is zowat het eerste wat de hond doet een keutel draaien. Denkelijk had het dier hoge nood. Maar hij is duidelijk zindelijk, omdat hij de boel wel opgehouden heeft totdat hij buiten was. Ik pak de drol in een papiertje en gooi het uit het zicht onder een struik. Dat vergaat wel. Het is geen natuurgebied dus met de stikstofbelasting zal het wel meevallen. Van de dierenarts naar het asiel is de snelweg het kortste, dus nu is het een ritje over de snelweg. Het is goed tweeënveertig kilometer en volgens het domdommetje een half uur draaien. Volgens de afspraak moet ik kwart voor drie op het asiel zijn voor een fotomomenten met een plaatselijke krant. De bazin van het asiel wil dat voor de broodnodige PR plus een beetje reclame voor “The Chrismass Challenge”. Waarom dat in het Engels moet ontgaat mij een beetje, maar op het gebied van PR ontgaat mij wel meer. Ik ben netjes op tijd. De fotograaf staat al klaar. Ik moet de bus scheef op de parkeerplaats voor het asiel zetten, dat komt mooier uit voor de foto. Bazin krijgt de hond in de armen gedrukt en gaat bijna door haar hoeven, het is een stevige Staffordshire bull-terrier. Alles voor het plaatje. Als die plaatjes geschoten zijn gelijk maar weer onderweg naar de kat. | |
24-01-23 12:04:37 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
12.4: Jonge kat De kat is gevonden in de stad. Adres is in een nieuwbouwwijk, niet ver van waar één van de collega’s woont. Instructie is de situatie beoordelen, controleren op chip en als die niet wordt aangetroffen bij voorkeur een belbandje omdoen. Dat heeft niet mijn voorkeur, want dat is niet wat de melder van je verwacht. Die wil van dat beest af en niet dat ‘ie nog een paar dagen blijft rondrennen. Natuurlijk heeft het asiel ook een goede reden om niet zomaar elke kat te accepteren. Punt één is natuurlijk dat niet elke kat zonder chip verdwaald is. Sommige katten zijn notoire schooiers die zich heel zielig kunnen voordoen en zodoende op meerdere adressen zich de buik vol eten. Die wil je het liefst gewoon op zijn plek laten, ook voor de gemoedsrust van het baasje. De andere reden is dat de middelen, zowel financieel als fysiek (qua ruimte) niet onbeperkt zijn. Naast de gebruikelijke instructie krijg ik van de centrale te horen dat het een buitenlander betreft. Denkelijk wordt daarmee bedoelt dat het om iemand gaat die geen Nederlands spreekt. Nou ben ik dankzij mijn vorige vak redelijk vaardig met zowel Duits als Engels en kan daarnaast een beetje Spaans en Frans radbraken terwijl “handen en voeten” ook tot het repertoire behoren. Als je veel in het buitenland komt leer je dat vanzelf. Problemen op dat gebied verwacht ik dan ook niet. Normaal staan in deze wijk de meeste parkeerplaatsen vol. Ik schuif de bus dan ook direct in de eerste de beste vrije plaats. De rest kan ik lopend doen. Aanbellen op het adres. Een vrouw doet open en kijkt me vragend aan. Ik vraag naar de kat. “One moment”. Er wordt een jongere versie opgeroepen, waarschijnlijk de dochter, die met een jong katje op de arm komt aanlopen. Ik vraag in welke taal. “English”. Prima. Dan kunnen we mekaar in ieder geval verstaan. Het katje op de arm is de kat van de melding. Ik strijk het beest een paar keer met de chiplezer over de nek. Geen reactie; niet gechipt. Dan is het de vraag of ik het dier zal meenemen naar het asiel of weer zal loslaten met een belbandje. Het is nog erg jong en daarom besluit ik dat het asiel de beste oplossing is. Ik zeg, in het Engels, dat ik het dier zal meenemen en naar het asiel in de grote stad zal brengen. Daar wordt op sociale media eerst gekeken of er niet toch nog een baasje komt opdagen. Het beest is echt tam, dus die kans is zeer zeker aanwezig. Komt er geen baasje opdagen dan wordt er een nieuwe baas gezocht. Gezien de leeftijd van het beest lijkt me dat geen probleem. Jonge katten zijn makkelijker te plaatsen dan een oude wijze kater. Ik neem de kat over en het meisje vraagt me, in goed Engels, even te wachten. Vervolgens komt ze met een aangebroken zak met kattenvoer aandragen. Denkelijk hebben ze zolang al voor het beest gezorgd. Met de kat op de arm en de zak in de hand ga ik terug naar de bus. Als ik de bus wil opendoen, altijd een beetje lastig als je beide handen vol hebt, begint de kat te spartelen. Maar dat houdt op al ik de kat op de grond zet en met één hand tegenhoud. Als ik haar de transportbak in frommel laat ze dat toe. Geen probleem. Op naar het asiel. Dat is al gesloten maar ik kan haar kwijt in de nachtopvang. Bakje voer en een bakje water staan daar al klaar. Formulier in de daarvoor bestemde bak en klaar is Kees. | |
24-01-23 13:20:59 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
Één van de klusjes waar mijn collega's vandaag mee bezig waren. Mag er verder niet over praten, maar het staat nu in het nieuws. | |
25-01-23 12:13:29 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
13: Kattenfabriek 13.1: Katje terug Om tien uur wordt ik op het asiel verwacht. Ik moet daar een kat ophalen voor het inmiddels zeer bekende adres waar ik al ettelijke keren een kat heb gehaald of gebracht. De laatste keer op 11.2: Alweer ‘n kat. Mevrouw heeft er een stuk of zestien rondrennen in een zeer grote tuin met daarin meerdere schuilplaatsen voor de dieren. Ook voor voer en water wordt gezorgd. Op die manier hebben de beesten een prima kattenleven maar zestien is wel voldoende. Het moeten er niet nóg meer worden. Daarom heeft mevrouw een deal gesloten met het asiel waarbij de dierenambulance fungeert als postiljon ‘d amour. Of eigenlijk de non-amour, want de beesten moeten stuk voor stuk “geholpen” worden, waarbij de katers een je-weet-wel kater worden en de poezen ontpoesd. Maar als het goed is zijn er nog maar een paar te gaan. De katten zijn half-wild en moeilijk in de vingers te krijgen. Vandaar dat we een vangkooi leveren telkens als er weer eentje aan de beurt is. De laatste loodjes wegen het zwaarst. De laatsten zijn uiteraard degenen die zich het moeilijkst laten vangen. Maar het is goed beschouwd allemaal routine. Na kouwe vingers te hebben gekregen vanwege het krabben van de voorruit, het is min zes vanochtend, tuf ik kalm aan richting asiel. Ik neem voorzichtigheidshalve maar de hoofdweg. Het is minder prettig om op een smal binnenweggetje wegens gladheid in een sloot te belanden. Onderweg, als ik al bijna bij het asiel ben, belt de centrale. Nieuwe melding. Kat gevonden nabij een natuurgebied, tam, mank en vermagerd. Kijken en beoordelen. Ik zeg dat ik bijna bij het asiel ben, dat ik eerst de kat uit het asiel haal en dan direct naar deze melding ga. Daarna naar deze kat uitzetten. In het asiel brengt een van de hulpen de kat over van de kooi naar één van de transportbakken en ik ga met de kat naar de volgende. | |
26-01-23 12:23:08 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
13.2: Mager met klitten Mensen waren bij het natuurgebied aan het wandelen. Daar zien ze een kat, vermagerd en mank, duidelijk gewend aan mensen en schijnbaar om hulp vragend. Voor de meeste mensen is dat onweerstaanbaar. Zo ook in dit geval. Kat opgepakt en mee naar huis genomen. Thuis aangekomen het beest een bak voer voorgezet vanwaaruit het beestje een half uur lang (citaat van de melder) aan het schransen is geweest. Ondertussen werd de dierenambulance gebeld. Deze melding kreeg ik toen ik voor de vorige melding onderweg was. Die melding had geen haast, alleen maar het uitzetten van een halfwilde kat. Dan maar eerst naar deze vreetzak. De melder van de vreetzak woont in één van de nieuwere buurten, maar domdommetje weet de weg. Tijdens mijn belletje om te laten weten dat ik er aan zit te komen en hoe laat kreeg ik te horen dat ik het beste achterom kon komen via het grasveld. Voor mij was dat weer eventjes een vraagteken, maar meestal wijzen zich dat soort aanwijzingen zich vanzelf als je de situatie in het echt bekijkt. Zo ook hier. Een hypermoderne wijk waarbij de auto’s aan de achterzijde parkeren en de voorkant uitkijkt op een groenstrook met een slootje in het midden. Leuk voor de bewoners maar voor de leveranciers ietwat eigenaardig. Als ik aanbel komt allereerst een kleine jongen aan de deur die nog niet weet hoe hij een deur open moet maken. Gelukkig komt papa om hem daarmee te helpen. Ik wordt meegetroond naar een soort bijkeuken waar de kat heerlijk languit in een doos ligt. Als de mensen binnenkomen rekt zij zich uit en komt de doos uit om het volk te begroeten. Overduidelijk geen wilde kat. Het beest laat heerlijk met zich todden. Ze is naar mijn ondeskundologische schatting iets van een jaar. Heel aanhankelijk, maar van een manke achterpoot zie ik niets. Wel zit de vacht vol met klitten en gechipt is ze niet. Gevalletje asiel. Die kan beslist niet voor zichzelf zorgen in het vrije veld. Bovendien is ze jong genoeg om nog behoorlijk plaatsbaar te zijn. Hoe jonger de beesten hoe makkelijker te plaatsen. Ik praat even met de mensen over wat de bedoeling is. Ze zijn begaan met het lot van het diertje maar willen zich geen kat veroorloven. Prima. Daar is het asiel voor. Ik zet de kat zonder problemen in de transportbox en vertrek naar het adres waar ik de halfwilde kat van de vorige melding ga uitzetten. Ik ben al vaker op het adres geweest. Ik bel aan en stuiter gelijk het hek door. De hond kent me zo langzamerhand, bovendien zit die meestal binnen. Mevrouw komt me tegemoet en samen laten we de kat vrij. Die neemt een reuzensprong uit de box. Maar goed dat ik uit voorzorg mijn voet erachter had gezet anders was het beest vierkant op zijn bek gegaan. Als je je als kat stevig afzet vliegt de, vrij lichte, kooi achteruit in plaats van dat jij vooruit gaat. Ik neem afscheid met een “tot de volgende keer maar weer”. Tenslotte zijn er nog een paar katten te gaan. | |
27-01-23 11:07:50 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
13.3: Mankepoot Thuis aangekomen ga ik eerst naar een plekje waar zelfs de keizer te voet gaat. Prinsheerlijk op m’n troon gezeten gaat de telefoon. Verrek, kunnen ze niet een kwartiertje wachten? Blijkbaar niet. In de stad is een kat met drie poten aangetroffen. Hoe en wat is niet duidelijk, melder heeft het dier niet in de vingers gehad. Maar ze heeft wel waargenomen dat het dier op drie poten loopt en dat de linkerachterpoot er maar een beetje bijhangt. Mevrouw laat in het gebied, naast een school en bij een volkstuinencomplex, twee maal daags de hond uit en heeft het dier al een paar maal gezien. Ik erheen. Adres van de school is gegeven. Het is op een plekje waar ik wel vaker langskom. Gezien de straatnaam woont één van de collega’s kort in de buurt. De meeste moderne buurten hebben een thema zoals “bloemen”, “rivieren” of nog wat anders. Natuurlijk geen parkeerplek vlak bij, maar een honderd meter verderop zijn wat parkeerhavens bij een sporthal. Als ik uitstap komt een jongetje me huppelend tegemoet en een vrouw daar een stukje achteraan. Dat zijn de melders. Mevrouw doet het verhaal nog een keer. Hond uitlaten, zoontje heeft een kat gespot “wat loopt ‘ie gek”. Moeder kon het niet goed zien in de schemering. Volgende dag met daglicht dezelfde kat gezien en mevrouw zag het nu ook. Beest duidelijk mank en wat dichterbij gekomen zag ze dat linksachter de poot ofwel geheel miste of wel er half bij hing. Beest himpelde over het ijs op de sloot de volkstuintjes in en verdween tussen de struiken. Ik pak het grote net, wat lokvoer en een transportbox uit de bus en loop samen met moeder en zoon richting de plaats waar het dier het laatst gezien is. Tussen de weg en de volkstuinen is een sloot en daar was het dier overgestoken. Duidelijk. Alleen was het beest in kwestie in geen velden of wegen te bekennen. We lopen rond het complex. Waarschijnlijk is dat zijn territoir. Vanuit de beschrijving van de vrouw maak ik op dat het een kater moet zijn. Groot beest met een zware kop. Loerend tussen struiken maar geen kat te bekennen. Hoewel, wel een kat maar volgens mevrouw was ‘ie gevlamd bruin en dit dier had een witte borst. We lopen de volkstuinen op en via de paadjes naar de plek waar het dier was overgestoken. Geen spoor van het beest. Vanaf de weg, nu aan de overkant van de sloot worden we aangeroepen door een andere vrouw. Of we een kat zochten. Inderdaad. Maar deze mevrouw had toch een andere kat op het oog. Op de terugweg loopt mevrouw achter de huisjes langs en ik over het pad. Zo zien we meer. Jongetje praat honderduit over van alles en nog wat. Moeder krijgt er genoeg van en corrigeert het jong een paar keer. Niet dat het veel helpt, jochie vindt het veel te interessant. Uitgekomen bij ons uitgangspunt praten we nog even over wat te doen. Vangkooi uitzetten is een mogelijkheid, maar de kans is natuurlijk groot dat er een andere kat inloopt. Katten zat in dit gebied. Mevrouw zou het in de gaten houden tijdens haar daagse rondjes met de hond. Ik geef haar het lokvoer. Dat ruikt goed voor een kat. Misschien kan ze het dier daarmee lokken en toch in de vingers krijgen. Ik ga weer op huis aan. Een paar uur laten komt er een appje binnen met het bericht dat de eigenaar bekend is. Het dier is geboren met een pootafwijking en kan ondanks de handicap best voort. Eind goed al goed. | |
28-01-23 12:55:49 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
13.4: Flatkat Ik krijg een berichtje van de centrale dat ik in de loop van de middag een kat moet ophalen bij iemand die op de een of andere manier niet langer voor het dier kan zorgen. Nadere informatie volgt en ik hoor nog wanneer ik die kant op kan. Oké, dat zullen we dan maar afwachten. En om drie uur krijg ik het bericht, samen met het adres waar het beest kan ophalen. De nummering is voor de zoveelste keer ietwat verwarrend maar uiteindelijk blijkt dat ik op een flat moet zijn. Straat klopt, nummer ook, maar voor alle zekerheid vraag ik of ik inderdaad op het juiste adres ben. Soms hebben flatgebouwen een aparte nummering. Maar ik ben op het juiste adres, alleen, hoor ik via de intercom, dat de persoon die ik moet hebben niet aanwezig is en de kat ook niet. De persoon die me te woord staat is overigens wel op de hoogte van de situatie. Ze was alleen de boel in de woning aan het redderen, begreep ik. Maar ze zou informatie vragen. Ik wachten. Na een tijdje komt mevrouw terug met hoe het met de betaling gaat. Normaal als iemand afstand doet van een dier vraagt het asiel daarvoor een vergoeding. Op dat punt punt kon ik haar gerust stellen, centrale had me duidelijk gezegd dat er geen betaling verschuldigd was. De situatie was een vorm van overmacht. Maar ik heb wel een formulier ter ondertekening. Wie moet dat dan ondertekenen? Goeie vraag, de eigenaar of de gevolmachtigde, normaal gesproken. Maar ja, wie is formeel eigenaar van dat beest? Op een gegeven moment schakelt de intercom zichzelf uit en met een minuutje komt mevrouw maar naar beneden. Praat toch makkelijker dan door zo’n kastje. Ik laat het formulier zien. Die kon zij wel ondertekenen. En de kat, die zou ze even ophalen. Mevrouw verdwijnt en ik maar weer wachten. Na een tijdje gaat er een deur open, mevrouw komt eruit met de kat in de armen. We praten even over het dier. Hij heeft vlooien, maar hij heeft een bandje om. Samen vullen we het formulier zo goed en zo kwaad als het gaat in. Hij, het is een kater, heeft geen dierenpaspoort maar is wel ingeënt. Waartegen, dat weer de dierenarts wel. Beetje onduidelijk allemaal. Maar uiteindelijk doen we het dier in de transportbox. Mevrouw blijft maar afscheid nemen van het beestje, ze is er duidelijk gek mee. We praten nog even over de situatie en over de kat. Lief dier, kan goed met andere katten en met kinderen. Is niet gewend buiten te zijn, dat soort dingen. Een hele handleiding. Na verloop van tijd weet ik me los maken en doe de transportbox met de kat in de bus en vertrek richting asiel. Door al dat wachten en afscheid nemen is het fors later geworden. Het asiel is dicht. Dat wordt de nachtopvang voor het beestje. Als ik aankom is de poort nog open. Zeker nog iemand bezig met het een of ander. Ik stop het beest in één van de kooien van de nachtopvang, water en voer staat altijd klaar. Als ik op mijn beurt afscheid neem van het dier kijkt hij me verongelijkt aan. Hij is het duidelijk niet eens met het feit dat ‘ie achtergelaten wordt. Het is niet anders. Als ik terugga naar de bus komt een van de hulpen langs met een hond aan de lijn. Die moest zeker nog even uitgelaten worden. Zij is sneller dan ik en als ze met de auto langskomt vraagt ze of ik het hek dicht doe. Dat kan. Ik heb de sleutel. | |
29-01-23 09:51:34 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
14: Flappie ontsnapt Naar een oudejaarsconference van Youp van ‘t Hek 14.1: Drogisten duif Het is de dag voor kerst, 24 december. Ik heb net twee kerststollen uit de oven getrokken als de telefoon gaat. Er zit een duif in de winkel van een drogist in de stad. Ze kunnen het beestje niet te pakken krijgen en willen hem ook tijdens de kerst niet in de winkel houden. Begrijpelijk. Dus wordt de ter zake buitengemeen deskundologisch kundige dierenambulance opgetrommeld. In ieder geval heeft die een schepnet bij zich. Dat schept meer kansen. Dierenambulance trekt z’n jas aan, pakt de telefoon en vergeet zijn sleutels. Wie geen hoofd heeft moet benen hebben. Gelukkig staat de bus niet ver weg en is dierenambulance een minuutje later ook in het bezit van de autosleutels. Onderweg naar de eerste assist van de dag. Nog geen vier kilometer ver gaat de telefoon. Het is niet meer nodig. De duif heeft op eigen gelegenheid de weg naar de uitgang gevonden en is in het zwerk verdwenen. Bij de eerste gelegenheid ga ik van de hoofdweg af en rijd via de ventweg weer terug naar de basis. Voor het beestje natuurlijk wel zo prettig dat ‘ie weer vrij is. | |
30-01-23 12:36:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
14.2: Kerstkonijn De volgende melding is van een tam konijn, dat gevonden is in het stadje aan de overkant van de rivier van de stad uit gezien. Mensen hadden hem zien huppen, opgepakt en meegenomen. Vervolgens in de buurt rondgevraagd of hij ook ergens thuishoorde. Dat bleek niet zo te zijn, tenminste, niemand herkende het dier. Ik kreeg daarop een telefoontje van de centrale dat het dier naar de opvang in de grote stad gebracht kon worden. Op de achtergrond hoorde ik een stem zeggen dat het vást Flappie was, die ontsnapt was. Waarop ik antwoordde dat die opvang niet nodig was omdat ik een prima oven heb. Volgens de centrale moest ik dat uit mijn bolle kop laten. Goed, als de centrale dat zo vindt. Dus de bus in en naar het konijn. Het adres was in een doodlopend straatje in een nieuwbouwwijk. Op de oprit komen de mensen me al tegemoet, doos met konijn in de handen. Even gesproken over hoe ze het dier hadden aangetroffen en wat ze gedaan hadden om een eventuele eigenaar te lokaliseren. Ik vertelde dat ik het naar de opvang in de grote stad ging brengen. Als er tóch nog een eigenaar boven water komt kan die daar navraag doen. Bij de opvang wordt in eerste instantie niet opgenomen als ik melden wil dat er een tam konijn aan zit te komen. Tijdens de rit wordt ik teruggebeld en kan ik toch nog doorgeven dat ik onderweg ben. Aangekomen bij de opvang staat de baas van het spul bij de voordeur met iemand te praten. “Ah, daar is het konijn”. Tegelijk komt er een juffertje uit een andere deur rennen. Klaagt dat het zo druk is, er zijn maar drie mensen aanwezig. Maar, kom maar mee. Naar het schuurtje met de konijnen, waar ik mijn vorige klantjes ook al afgeleverd heb (11.3: Tam konijn #1 en 12.1: Tam konijn #2). Het is nog steeds een zootje vanwege de verbouwing. Er is nog een hok vrij met voer en water, dat scheelt alweer. “Inschrijven doe ik later wel”, en op een draf gaat juffertje weer naar haar bezigheden. Ik loop terug naar de bus, doe de administratie en ga weer naar huis. | |
31-01-23 15:10:07 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
14.3: Houtsnip De volgende melding komt in de loop van de middag. Melder had een snip gevonden. Voor mij een nieuwe, want een snip had ik nog nooit in de vingers gehad, behalve dan als biljet van honderd gulden. Tenminste, melder vermoedde dat het een snip was, zeker wist hij het ook niet. Het beest zou wat aan de vleugel hebben en niet kunnen vliegen. Het adres was in de stad, niet echt een plek waar je een snip verwacht aan te treffen. Op het adres aangekomen zet ik de bus neer op een parkeerplaats op de middenberm. Daar was een mooi plekje vrij. Transportbox mee. Als ik richting het huis loop staat de melder al in de deuropening me op te wachten. De familie heeft visite, in de woonkamer zitten verscheidene mensen. Ik wordt meegetroond naar het tuintje achter. Daar zit onder een omgekeerde krat de vogel in kwestie. Als ik het kratje optil komt vliegensvlug de vogel er onder vandaan getrippeld. Sleept een beetje met de linkervleugel en kan inderdaad niet vliegen. Ik drijf het beestje in een hoek en pak het op. afbeelding Even kijken, zo vaak heb je zo’n beest ook niet in de vingers. Als zijn linkervleugel vrijkomt kan hij er toch aardig mee wapperen. Samen met de melder overlegd wat en hoe. Goed beschouwd weet ik het ook niet, mijn kennis aangaande vogels is beslist niet groter dan gemiddeld. Maar dat is geen probleem. Beest kan niet vliegen, dus naar de opvang. Die hebben er meer verstand van. Met de vogel in de transportbox ga ik terug naar de bus, vergezeld van de kerstwensen van de verzamelde familie. In de bus bel ik de opvang. Even overlegd. Volgens de opvang is het inderdaad een houtsnip. Gevoelig voor stress, voorzichtig behandelen. Ik heb de sleutel van de opvang, op het moment is er niemand aanwezig. “Zet maar in de groene kist, geen voer of water, dan kom ik later wel even kijken hoe het er mee is”. Eerst maar tot rust laten komen. In de opvang volgens instructie het diertje in de groene kist gezet, administratie gedaan en ik kon weer naar huis. | |
01-02-23 10:40:38 | allone Oudgediende WMRindex: 52.009 OTindex: 93.478 |
Ik wist niet dat ‘hondenfokker’ een beroep is, het lijkt mij dat er al genoeg honden zijn; Haal er eentje uit het asiel !! Laatste edit 01-02-2023 10:41 | |
01-02-23 10:44:04 | allone Oudgediende WMRindex: 52.009 OTindex: 93.478 |
@Emmo: zou je echt zelf t konijn doden, villen, klaarmaken? | |
01-02-23 11:15:25 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
@allone: eeuuhhh...... nee . Misschien als de nood écht hoog gestegen is. Maar dan moet het wel écht hoge nood zijn. Laatste edit 01-02-2023 11:18 | |
01-02-23 11:17:45 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
14.4: Kerstfeest met hond Tweede kerstdag heb ik weer dienst. Gebruikelijk is dat de dienst om zeven uur ‘s avonds aanvangt. Alleen was er nogal geschoven met de diensten en de tijden, waardoor ik dit keer vanaf vijf uur twee gebieden heb. Normaal is voor mij één gebied, ten westen van de grote stad. Het andere gebied is ten oosten daarvan. Het tweede gebied is voor mij verder rijden vandaar dat ik normaal ten westen zit. Maar dit keer kwam het zo uit dat ik ook de oost kreeg. Om half negen in de avond gaat de telefoon. Centrale. Mensen hebben vanuit de auto op een industriegebied in een stadje ten oosten van de grote stad een hond zien lopen. Geen mensen in de buurt, en ook geen huizen. Moederziel alleen. Of ik even een kijkje wilde gaan nemen. Dier vangen en, indien mogelijk, chip uitlezen en terugbezorgen aan de eigenaars. Indien geen chip naar het asiel, in de nachtopvang. Ik onderweg, na eerst aan de melder doorgegeven te hebben wanneer ik er ongeveer kan zijn. Op zich valt het mee, aanrijtijd 35 minuten. Uit de bolle kop had ik drie kwartier geschat. Na een kilometertje of tien gaat de telefoon via de Whatsapp. Daar reageert de handsfree niet op, helaas, dus dat gaat over. Ik moet de kop wel bij de weg houden, want het is typisch kerstweer: buien afgewisseld met mist. Nog iets later gaat de gewone telefoon. Centrale. De melder is de hond uit het oog verloren. Ik ben nou een keer toch onderweg dus ik besluit maar een kijkje te gaan nemen. Misschien heb ik geluk en is het een klein, afgesloten terrein waar ik die hond vinden kan. Je weet maar nooit. Ik geef dat door aan de centrale en vervolg de rit. Op het bewuste industrieterrein aangekomen blijkt het juist niet mee te vallen. Het gebied is groot en open naar alle kanten. Meerdere wegen in vierkanten en veel ruimte met struiken tussen de gebouwen. Alles ruim opgezet. In het donker en in de regen is het geen doen om daar een loslopende hond te vinden. Er is wel straatverlichting, maar niet overdadig waardoor er overal slagschaduwen zijn. Het meeste zie ik nog in het licht van de koplampen. Voor de vorm rijd ik langzaam een rondje en zet de kar dan stil aan de kant van de weg. Via Whatsapp meld ik de centrale dat het volgens mij onbegonnen werk is en dat ik weer op huis aan ga. Centrale bedankt me voor de moeite en ik rijd door regen en mist weer terug. | |
02-02-23 10:07:55 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15: Ooiereiger 15.1: Aangereden reiger Ik zit net aan mijn tweede bak koffie als er een appje binnenkomt. Over een ooievaar die is aangereden. Direct daarna gaat de telefoon. Dat is min of meer de gebruikelijke procedure, een appje sturen met de basisgegevens: type melding, plaats en tijd. Dan een telefoontje om te bevestigen dat de app aangekomen en gelezen is en om eventuele nadere gegevens te verstrekken en onduidelijkheden op te klaren. Dit keer gaat het gaat om een ooievaar die door iemand aangereden is. Omdat het dier gewond was aan een poot heeft melder het beest meegenomen en thuis in een doos gedaan. Mij wordt gevraagd erheen te gaan en te beoordelen wat er aan de hand is en wat er te doen valt. Ik kijk op Maps waar het adres is en hoe lang het rijden is. Dan bel ik de melder op om te vertellen dat ik eraan zit te komen en hoe lang dat gaat duren. Mevrouw antwoordt dat haar man niet een ooievaar maar een reiger heeft aangereden: “mijn man weet het verschil niet”. Ik antwoord dat dat de beste kan overkomen (hoewel, het verschil tussen een ooievaar en een reiger lijkt me toch wel vrij groot, maar alla) en dat ik er met een half uur kan zijn om het dier op te halen. Dat is geen probleem. Ik rijd er heen via de binnenweggetjes. Alles is dooi, alleen krijg ik wel een paar buien over de pet. Maar ik zit droog en de ruitenwissers doen het nog. Het adres is in één van de nieuwere wijken. Een week terug was ik daar om een verdoold katje op te halen (13.2: Mager met klitten). Nu moest ik in een zijstraat daarvan zijn. Als ik aanbel doet de man open. “Kom maar mee”. In de woonkamer in een verhuisdoos zit de reiger. Ik haal het dier uit de doos en praat even met de mensen. Aan de hand van de beschrijving leek het erop dat het beest flink dizzy was van de aanrijding maar inmiddels al weer redelijk bij de positieven begint te raken. Hij wappert in ieder geval flink met de vleugels als ‘ie de kans krijgt. Het dier heeft een verwonding rond de tenen van de linkerpoot, het bloedt een beetje, maar ik zie zo gauw geen fractuur. De botten zijn zo te zien nog heel. Dat scheelt. Ik doe het dier in de meegebrachte transportbox en vertel de mensen dat ik het dier naar de vogelopvang hier in de stad ga brengen. Terug in de bus bel ik de opvang dat ik eraan zit te komen met een gewonde reiger. “Goed, zet maar in de groene krat, dan kom ik zo direct wel kijken”. | |
03-02-23 14:30:52 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15.2: Twee kooien Een paar dagen later. Het is stilletjes met de meldingen en ik doe nu meerdere dagen in één hoofdstuk. Anders worden de hoofdstukken zo kort. Even voor tienen gaat de telefoon. Of ik als het schema het toelaat een vangkooi kan uitzetten in de stad. Welzeker. Er zijn geen meldingen op het moment. Er moet een hele batterij vangkooien geplaatst worden. Ik krijg een lijstje via de app. Maar daarvan is er maar één voor mij. Da ‘s makkelijk. Vangkooi ophalen bij het asiel, naar het adres brengen, instructie geven als dat nodig is en weer naar huis. Kind kan de was doen. Ik naar het asiel. In één van de gangen staat de kooi. Op de kooi een briefje met instructie. Over een kooinummer dat geruild moet worden met een andere dan daarna weer naar een ander adres gebracht moest worden. Dat was me toch niet helemaal duidelijk. Dus ik vraag bij de receptie. Receptie: “ik bel wel even, dan komt zo wel iemand”. Inderdaad. Paar minuutjes later komt er iemand. Die geeft me tekst en uitleg. En dan is het plotseling zo klaar als een klontje. Op het adres waar ik al vaker geweest ben, de laatste keer met 13.1: Katje terug. Daar moeten nog drie katten gevangen worden, maar die willen maar niet in de val lopen. Één van de mogelijke redenen is dat die beesten al eens gevangen zijn en daardoor kopschuw geworden zijn. Standaard techniek is dan een ander model kooi neerzetten waar de katten dan misschien wel genegen zijn om in te rennen. Ik mocht dus een ander model vangkooi brengen en de originele kooi naar het oorspronkelijke adres. Goed, dat kan. Ik onderweg naar het inmiddels wel zeer bekende adres. Van te voren opgebeld, zoals gebruikelijk. Ja hoor, ze waren thuis. Vlak voordat ik bij het adres ben kom ik de man tegen. Die was de hond aan het uitlaten. Aangekomen druk ik op het belletje om te laten weten dat ik er ben en sjouw met de nieuwe kooi in m’n klauwen gelijk door. Ik ben inmiddels kind aan huis op dit adres. Mevrouw komt de deur uit en samen lopen we naar het hok waar de meeste katten hun verblijf hebben. Dat is een open schuurtje met een afdak. Binnenin zijn een aantal verblijven getimmerd waar de katten zich min of meer kunnen afzonderen. Voer en water staat altijd paraat en de beesten zitten er droog. Een wilde kat kon het slechter treffen. We praten even over de te volgen procedure. Op het asiel had ik daarover instructie gehad. In principe komt het neer op de katten te laten wennen aan de nieuwe kooi. Voer erin klaar zetten zodat ze eraan kunnen wennen als een nieuwe voerplaats. Als ze eenmaal gewend zijn dán pas op scherp zetten en dan maar hopen dat de drie zo vriendelijk willen zijn om zich te laten verschalken. Ik neem afscheid en ga met de geruilde kooi naar het volgende adres. Dat is in het buitengebied aan de andere kant van de snelweg en een stukkie stroomaf van stad. Ik was er nog niet eerder geweest. Het adres is een boerderij. Een echte, geen verbouwde. Ik zet de bus in de berm en haal de kooi uit de kar. Tegelijk komt de vrouw aanlopen. “Je kunt de bus beter op de oprit zetten. Zo in de bocht in de berm sta je wat link”. Ik geef de kooi aan de vrouw en rijd met de bus de oprit op. Er kan dan weliswaar niemand meer door, maar het is op advies van de vrouw en maar voor eventjes. Mevrouw zegt me op een afstandje te blijven. Dan wil ze proberen om de kat zo in de kooi te krijgen. Het beest is schuw en met een vreemde erbij blijft ‘ie weg. Ik ken de situatie niet dus ik doe maar wat mevrouw aangeeft. Van een afstandje zie ik haar inderdaad klasjeneren met een kat maar zo te zien met maar weinig resultaat. Ik haal wat lokvoer en een transportbox uit de bus voor jekannieweten. Dan komt mevrouw op me toe. Ik zeg tegen haar dat als het beest voldoende dichtbij is ze het in het nekvel kan grijpen en dan in de transportbox tillen. Maar zij is bang dat ze het dier dan laat glippen en dan niet meer in de buurt kan komen. Dat laatste klopt uiteraard. Ze neemt het lokvoer mee om nog een keer te proberen. Ook weer zonder resultaat. Dan maar op de normale manier. Mevrouw weet hoe ze een kooi scherp stelt, ze heeft het vaker gedaan, zegt ze. Normaal wordt het dier bijgevoerd. Dat wordt vandaag overgeslagen. Morgen met het lokvoer in de kooi maar eens kijken of het dier zich laat vangen. Ben benieuwd. Voorlopig ben ik klaar en ga weer op huis aan. | |
04-02-23 10:34:59 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15.3: Oversteker Vroeg in de avond gaat de telefoon. Beetje een vreemde situatie. Iemand was de hond aan het uitlaten. Vlak voor de voordeur krijgt het beest een brainwave en wurmt zich uit de riem. Daarna zet ‘ie het op een lopen. Mensen erachteraan, maar het dier laat zich niet vangen. Hij gaat de geluidswal over en steekt een drukke weg over. Gelijk alarm natuurlijk, een loslopende hond op een drukke weg waar een limiet van 80 km/u geldt maar waar een doodenkel keertje ook wel harder wordt gereden. Niet zó vaak, daar is het te druk voor. Politie erbij, maar die kunnen ook niet zoveel beginnen. Dat verhaal kreeg ik, in stukken en brokken, door. Of ik ook eventjes zou kunnen gaan kijken. Tsja, wat kun je doen. Ik heb een vangstok, een groot net en, waarschijnlijk het nuttigste, lokvoer. Dat zijn hondenkoekjes met een voor een hond bijzonder interessant luchtje eraan. Ik overleg met de centrale over de beste manier van handelen en dan ga ik onderweg. Het adres, eigenlijk is het geen adres, maar een plaats op de kaart, is een weg langs wat sportvelden die kort bij de grote weg overgaat in een fietspad. Daar in de buurt ergens moet ik zijn. Als ik eenmaal aan het rijden bent komt er nog een appje binnen met het telefoonnummer van de persoon die ik moet bellen als ik er ben. Altijd leuk. Dat appje lees ik wel als ik er ben. Tijdens het rijden app-berichten lezen is niet zo’n goed idee. De navigator wijst me prima de weg en als ik op dat fietspad aankom rijd ik nog een stukje door om een schappelijk plekje te vinden om de bus te parkeren. Niet teveel in de blub, ik wil wel weer weg willen komen als alles klaar is. Het heeft al een paar dagen flink geregend en alles is zeikende nat. Flitsertjes aan om iedereen te laten zien dat ik bezig ben. Bovendien sta ik wat ongelukkig en ik wil niet dat iemand per ongeluk tegen die bus aanrijdt met de fiets of zo. Als ik uitstap blijkt dat appje met het nummer niet nodig. Een vrouw en een jonge jongen staan me al op te wachten. Mevrouw verteld dat toen ze thuiskwamen van de hond uitlaten het dier zich uit de halsband los wist te werken en op de vlucht sloeg. Bijkomende factor was dat ze het dier nog maar een dag hadden, het is dus niet bekend met zijn huis en de omgeving. Daarbij is het een bastaard uit een ver buitenland die schuw is voor mannen in werkkleding. Mogelijk mishandeld voor die tijd. Ze waren het dier achterna gegaan maar hij was niet te vangen. Tot twee keer toe de drukke weg overgestoken, gelukkig zonder incidenten. Een donkere hond in de duisternis en met regen moet je als automobilist wel op tijd zien. Alle mogelijke instanties ingelicht, en zo kwam ik aan mijn melding. Ik pak een sterke zaklantaarn, een Maglite, uit de bus, samen met een vangstok en een groot net. Een vangstok is een stok met een verstelbare lus aan het uiteinde. Kun je die lus over de kop krijgen schuif je hem dicht en heb je het dier gevangen. Ook neem ik wat lokvoer mee. Dat heeft een voor een hond lekkere etensgeur waardoor hij mogelijk genegen is binnen bereik te komen. Ik heb er een zwaar hoofd in, maar niet geschoten is altijd mis. Gezamenlijk steken we via een viaduct de grote weg over en met de zaklantaarn proberen we de berm en de omgeving te beschijnen. De lamp is daarvoor sterk genoeg, je moet alleen ervoor zorgen dat je de automobilisten niet in de ogen schijnt. Aan de overkant lopen we door tot de T-kruising. Dan zitten we al in het buitengebied tussen weilanden en de boerderijen. Ondertussen geen spoor van de hond. Maar omdat we niet zelfs weten aan welke kant van de grote weg het dier zit is dat niet zó verwonderlijk. Een zwarte hond in het donker en met regen is lastig te spotten. We lopen weer terug richting bus. Mevrouw belt met de politie om nadere informatie door te geven. Bij de bus aangekomen praten we nog even. Wat te doen. Ik adviseer om naar huis te gaan en zoveel mogelijk instanties te waarschuwen, zoals de stichting via welke ze de hond gekregen hebben, Amivedi voor vermiste huisdieren en zoveel mogelijk sociale media. Morgen, als het licht is, maar weer eens proberen. Door de regen en de nattigheid ga ik onverrichter zake weer op huis aan. | |
05-02-23 07:13:08 | allone Oudgediende WMRindex: 52.009 OTindex: 93.478 |
Dat is idd zoeken naar een naald in een hooiberg Maar zo doe je wel heel wat meer dan ‘alleen’ rijden. En die vrouw heeft spijt dat ze geen betere riem gekocht heeft. | |
05-02-23 09:58:42 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
@allone: Normaal in dat soort gevallen is een gewone riem met gesp, plus een harnasje. Dubbel aanlijnen dus. Als de hond eenmaal weet waar 'ie thuishoort, dan kun je enkel aanlijnen. | |
05-02-23 10:01:48 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
15.4: Met een pomeriaan op schoot De volgende dag krijg ik een bezoekje aan de dierenarts voor de kiezen. Er moet een hond voor eindcontrole voordat zij, een teefje, aan het volgende baasje kan worden uitgeleverd. Het asiel wil wel zeker zijn dat gezonde dieren geplaatst worden. Ik ben relatief vroeg besteld bij het asiel om het dier op te halen. Nog geen tien kilometer onderweg, van de vijfentwintig, gaat de telefoon. De dierenarts was ziek geworden en daarom moest een andere oplossing gezocht worden. Ik keer de kar en ga weer naar huis. Even voor de middag hebben ze een nieuwe dierendokter gevonden die de controle kan doen. Ik weer naar het asiel. De hond in kwestie blijkt een pomeriaan te zijn. Een klein onderkruipsel van de beest, een schoothondje bij uitstek. afbeelding Het beestje is zelfs te klein om van de grond af de bus in te springen. Als ik haar de bus ingeholpen heb, wil ze de kooi niet in. Ze wil liever bij me blijven. Dus zet ik haar met één hand in de kooi en sluit met de andere het deurtje. Diertje kijkt me bedroeft aan. Sorry, maar het moet even. De dierenarts zit aan de ander kant van de grote stad, maar via de ringweg duurt het niet lang. Ik ben er al eerder geweest. Van de bus naar de praktijk van de dierenarts neem ik het beestje maar op de arm. Je weet maar nooit met honden die naar de dierenarts moeten. Maar eenmaal binnen valt het allemaal best mee. Ik ben aan de vroege kant en moet even wachten. Ik zet het dier op de grond zodat ze de omgeving kan verkennen, tenminste zover de riem het toelaat. Ze loopt even te snuffelen en gaat dan tegen mijn knieën omhoog staan. Ze wil op schoot. Ik neem aan dat dit een natuurlijk gedrag is voor een schoothondje. Ik zet haar op schoot en daar blijft ze prinsheerlijk zitten. Weer eens wat anders dan een luipaard (naar een heel oude tv-serie). Vanuit deze positie kan ze ongestoord de andere patiënten gadeslaan. Één daarvan is een bastaard herder, een joekel van een beest. Ik zeg tegen de pomeriaan dat ze daarvoor moet oppassen, voor je het weet is ze gepromoveerd tot hapklare brokken. De eigenaar van de herder zegt dat dat wel meevalt. Inderdaad, ondanks het vervaarlijke uiterlijk lijkt de herder een lief beest. In de behandelkamer is het beestje zo zenuwachtig als een kat. Niet onbegrijpelijk, met al dat gewriemel aan je lijf. Ze zoekt bescherming bij mij, gek genoeg, want we hebben mekaar pas kortgeleden ontmoet. Maar als het onderzoek gedaan is krijg ik het verslag mee en we kunnen weer terug naar het asiel. Op het asiel aangekomen is ze alle zenuwachtigheid kwijt en ze trippelt voor me uit, vrolijk kwispelend, de receptie binnen. Ik doe verslag en lever het papierwerk in. Beestje gaat mee met één van de helpers en ik ga weer op huis aan. | |
06-02-23 13:18:49 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16: Kattig geknok. 16.1: Reisje naar Verweggistan Even na de middag gaat de telefoon. Weer wat nieuws. Een flink stuk naar het oosten is een kat in beslag genomen. Door wie of wat, geen idee, maar volgens de centrale een geval van verwaarlozing. In beslag genomen dieren worden niet in het dichtstbijzijnde asiel ondergebracht, maar die gaan wat verder weg. Soms gaat de voormalige eigenaar op zoek naar het beest of komt verhaal halen. Om dat soort taferelen te voorkomen worden er een aantal maatregelen getroffen, en dit is er één van. In dit geval was het ook zo’n situatie. Voor zover ik kon beoordelen gewoon voorzorg. Ik kon een dik uur verderop, Verweggistan is een vorm van dichterlijke vrijheid, een katje ophalen. Ik onderweg. Ik kom niet zo vaak in deze contreien maar domdommetje weet de weg. Het plaatselijke asiel waar ik moet zijn is een beetje achteraf op een industrieterrein. Er staat een auto een beetje onbenullig geparkeerd en het hek is smal. Ik neem de bocht een beetje te krap en hoor stuurboord achter schuren. Ai, kras in de lak. Ik parkeer de bus en kijk naar het achterspatbord. Meer dan een vieze veeg is er niets te zien. Even poetsen en die is ook weg. Geluk is met de dommen. Dat is bij dezen maar weer eens aangetoond. Ik stuiter het asiel binnen. De bezetting is in de kantine druk aan het koffiedrinken. Ik verklaar wat ik kom doen. Juffertje springt overeind, “loop maar mee”. Ik erachteraan. In de ruimte met de hokken zet ik mijn transportbox op het aanrecht en open hem. Juffertje plukt de bewuste kat uit één van de kooien. Beest heeft er niet veel zin in maar voegt zich zonder echte protesten. Even knuffelen, iedereen die in een asiel werkt kan zoiets niet laten, en de kat gaat in de box. Ik bedank het juffertje en ga weer richting mijn eigen asiel. Ik meld me bij de receptie en wordt doorverwezen naar achteren. Geen hond te vinden natuurlijk. Die zitten natuurlijk weer te leuten of zo. Toch niet. Iedereen is druk. Toch neemt iemand de tijd om het beest in ontvangst te nemen. Hij, het is een katertje, komt in eerste instantie in de isolatie. Voorzorg. Vanuit het andere asiel had ik medicijnen meegekregen. Die overhandig ik, samen met de mondelinge instructies. Ook vertel ik van het krappe hek en dat ik in eerste instantie een enorme kras verwachtte. “Oh, dan was het een kleine kras”? Zelfs dat niet, gelukkig. | |
06-02-23 14:24:00 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16: Kattig geknok. 16.1: Reisje naar Verweggistan Even na de middag gaat de telefoon. Weer wat nieuws. Een flink stuk naar het oosten is een kat in beslag genomen. Door wie of wat, geen idee, maar volgens de centrale een geval van verwaarlozing. In beslag genomen dieren worden niet in het dichtstbijzijnde asiel ondergebracht, maar die gaan wat verder weg. Soms gaat de voormalige eigenaar op zoek naar het beest of komt verhaal halen. Om dat soort taferelen te voorkomen worden er een aantal maatregelen getroffen, en dit is er één van. In dit geval was het ook zo’n situatie. Voor zover ik kon beoordelen gewoon voorzorg. Ik kon een dik uur verderop, Verweggistan is een vorm van dichterlijke vrijheid, een katje ophalen. Ik onderweg. Ik kom niet zo vaak in deze contreien maar domdommetje weet de weg. Het plaatselijke asiel waar ik moet zijn is een beetje achteraf op een industrieterrein. Er staat een auto een beetje onbenullig geparkeerd en het hek is smal. Ik neem de bocht een beetje te krap en hoor stuurboord achter schuren. Ai, kras in de lak. Ik parkeer de bus en kijk naar het achterspatbord. Meer dan een vieze veeg is er niets te zien. Even poetsen en die is ook weg. Geluk is met de dommen. Dat is bij dezen maar weer eens aangetoond. Ik stuiter het asiel binnen. De bezetting is in de kantine druk aan het koffiedrinken. Ik verklaar wat ik kom doen. Juffertje springt overeind, “loop maar mee”. Ik erachteraan. In de ruimte met de hokken zet ik mijn transportbox op het aanrecht en open hem. Juffertje plukt de bewuste kat uit één van de kooien. Beest heeft er niet veel zin in maar voegt zich zonder echte protesten. Even knuffelen, iedereen die in een asiel werkt kan zoiets niet laten, en de kat gaat in de box. Ik bedank het juffertje en ga weer richting mijn eigen asiel. Ik meld me bij de receptie en wordt doorverwezen naar achteren. Geen hond te vinden natuurlijk. Die zitten natuurlijk weer te leuten of zo. Toch niet. Iedereen is druk. Toch neemt iemand de tijd om het beest in ontvangst te nemen. Hij, het is een katertje, komt in eerste instantie in de isolatie. Voorzorg. Vanuit het andere asiel had ik medicijnen meegekregen. Die overhandig ik, samen met de mondelinge instructies. Ook vertel ik van het krappe hek en dat ik in eerste instantie een enorme kras verwachtte. “Oh, dan was het een kleine kras”? Zelfs dat niet, gelukkig. | |
06-02-23 14:56:27 | Sjaak Moderator WMRindex: 21.413 OTindex: 55.332 |
Maar hoe is de staat van dat hek? | |
06-02-23 23:37:25 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
@Sjaak: Dat was van een ietwat degelijker constructie dan het blik van een spatbord. Ik heb er overigens verder niet naar gekeken. | |
07-02-23 12:08:56 | Emmo Stamgast WMRindex: 67.677 OTindex: 28.577 |
16.2: Kattenknokpartij Vrij laat op de avond krijg ik een belletje van de centrale. Er was een melding binnengekomen over een gewonde kat. Bloeding wilde maar niet stoppen. Melder was niet de eigenaar en wist niet wat hij aanmoest met het beest. Bekende situatie. Als niemand weet waar ‘ie aan toe is kun je altijd nog de dierenambulance bellen. Die weten álles (kuch). Of ik maar even wil gaan kijken wat er nu werkelijk aan de hand is. Ik krijg adres en telefoonnummer via de app en bel naar het adres om te laten weten dat ik er aan kom en ter bevestiging. Half uurtje draaien, vlak bij het station. Het is inmiddels beginnen te vriezen en ik kies voor de zekerheid maar voor de grote weg. Op de secundaire weg door de polder weet je maar nooit wat je tegenkomt. Bij het adres aangekomen is het even zoeken. Het zijn wat oudere dijkhuisjes en de nummering is weer eens op een onnavolgbare manier uitgevoerd. Ook is niet elk huis van een duidelijk nummer voorzien. Als ik zachtjes in mezelf mompelend het juiste huis tracht te vinden gaat aan de overkant van de straat een deur open: “Bent u van de dierenambulance”? Dat was ik. Blijkt dat in een onregelmatig patroon de even en oneven nummers verspringen. Normaal is even aan de ene kant en oneven aan de andere kant. Dit simpele en efficiënte systeem was denkelijk te lastig voor de hiervoor verantwoordelijke persoon. Of misschien is het historisch zo gegroeid. Ook dat is mogelijk. In ieder geval had ik het juiste adres te pakken. Ik stuiter achter mijnheer aan het huis in. Een buitenlandse vriendin is ook aanwezig dus de helft van het gesprek ging in het Engels. De kat in kwestie was een aanlopertje. Eigenaar niet bekend hoewel de melder volgens eigen zeggen wel enige moeite had gedaan om via social media en in de buurt vragen om een eventuele eigenaar op te sporen. Ook had melder had al een eigen versie van een belbandje geprobeerd, maar zonder succes. Eerst maar eens kijken of ze een chip heeft. Geen chip aanwezig. Dan de wond. Een flink gat achter het rechter oor maar voor de rest geen probleem. Zo op het oog had dier er geen last van, maar volgens de melder haalde ze de wond wel zelf steeds open. Vandaar dat de wond niet dicht wilde. Beest had zo te zien een stevige knokpartij met een collega achter de rug. Dat hebben katten wel vaker en normaal gesproken heelt dat vanzelf, al wordt de genezing duidelijk vertraagd door de handelingen van de kat zelf. De wond was niet ontstoken dus zou met rust best vlot dicht zijn. De melder had zelf twee katten en kon het daar wel mee eens zijn. Meest aangewezen weg in dit soort situaties is een kraag, maar zoiets heb ik niet in de bus. Toen ging de melder een licht op. Zijn broer had nog een kraag liggen van een vorige gelegenheid. We praten nog even over wat te doen. Normaal breng ik het dier naar het asiel. Goed. Beest is prima aan te halen en in de vingers te krijgen, maar de transportbox, dat beslist niet. Drie pogingen en de nodige krabbels later verstopt het dier zich in een donker hoekje achter een deur. Weer even gepraat. Vriendin vind het zielig om het dier naar het asiel te brengen. Bovendien, wat als er toch nog een eigenaar is? Dier is duidelijk aan mensen gewend. Dan hakt de melder de knoop door. Hij zal het dier voorlopig houden. Kraag van de broer ophalen en zolang de wond open is geïsoleerd van de twee andere eigen katten houden. Als de wond voldoende genezen is mag het dier weer gaan en staan waar het wil. Verdere actie niet nodig. Terug in de bus bel ik de centrale en vertel van de oplossing. Centrale is het er mee eens. Even na middernacht ben ik weer thuis. | |