De drones zijn bedekt met een plakkerige gel waar pollen aan blijven plakken en zijn reeds gebruikt om lelies te bestuiven.
Wanneer bijen neerstrijken op een bloem om nectar te verzamelen, blijven pollen aan hun haren plakken. Met die pollen kunnen ze vervolgens tijdens een volgend bezoekje aan een bloem een andere plant bevruchten. Bijen spelen zo een cruciale rol: ze nemen de bestuiving van ongeveer een zesde van alle bloeiende planten wereldwijd op zich. En zeker een derde van wat wij mensen eten, komt tot stand dankzij de bestuiving door bijen.
Helaas gaat het niet zo goed met de bijen: wereldwijd lopen hun aantallen terug. En daarmee komt dus ook de bestuiving van planten – en de voedselzekerheid – in het geding. Tijd om de bijen een handje te helpen. Bijvoorbeeld door piepkleine drones in te zetten om planten te bestuiven. Een leuk idee, maar hoe zorg je ervoor dat pollen aan deze drones blijven plakken? Japanse onderzoekers hebben daar – min of meer per ongeluk – nu iets op bedacht.
In 2007 ontwikkelde onderzoeker Eijiro Miyako vloeistoffen die gebruikt konden worden als elektrische geleiders. Eén van zijn pogingen resulteerde in een plakkerige gel. Onbruikbaar, zo dacht hij, en de gel belandde in een la. Tien jaar later kwam Miyako deze tijdens een grote opruiming in het laboratorium weer tegen. En opeens zag hij voor deze plakkerige gel wél mogelijkheden. Zou deze niet ingezet kunnen worden om pollen op te pikken?
Miyako nam in eerste instantie de proef op de som met mieren. Hij smeerde hun lijfjes in met de gel en liet ze vervolgens los in een doos met tulpen. De mieren die met de gel bedekt waren, bleken veel meer pollen met zich mee te voeren dan de mieren die zonder gel door het leven gingen. In een ander experiment – dit keer met huisvliegen – bleek de gel bovendien een camouflerend effect te hebben. De gel veranderde in reactie op verschillende lichtbronnen, van kleur. Wanneer deze gel op een kunstmatige bestuiver zou worden toegepast, zou deze er dus ook nog eens voor kunnen zorgen dat roofdieren deze bestuiver niet opmerken.
Deze artistieke impressie laat een kleine drone zien die een lelie bestuift.
Maar werkte de gel ook op kunstmatige bestuivers zo goed als op mieren en huisvliegen? Die vraag wilde Miyako wel eens beantwoord zien. En dus ging hij experimenteren met een kleine drone. De buik van deze drone insmeren met de plakkerige gel zou niet voldoende zijn om heel veel pollen vast te houden. Dus werd de buik van de drone niet alleen bedekt met de gel, maar tevens met paardenharen. Die haren creëren een veel groter oppervlak voor de pollen om aan te blijven plakken. Bovendien genereren ze een elektrische lading die de pollen op hun plek houdt. De onderzoekers lieten de drones – die op afstand bestuurbaar zijn – over de bloemen van Japanse lelies (Lilium japonicum) scheren. De robots namen de pollen op en zetten deze vervolgens af op andere lelies. Drones zonder gel en paardenharen bleken daar niet toe in staat.
“De resultaten (…) kunnen leiden tot de ontwikkeling van kunstmatige bestuivers en de problemen die ontstaan zijn door krimpende bijenpopulaties zo tegengaan,” denkt Miyako. Hij denkt niet dat de drones de bij overbodig maken, maar ziet ze meer als een ondersteuning voor de bij. In de toekomst kunnen de robots een deel van het takenpakket van de bij overnemen. Er zijn tenslotte nog altijd dingen die bijen wel en robots niet kunnen. Denk bijvoorbeeld aan het maken van honing.