Al eeuwen gaan er verhalen over lichtgevende bollen die bij onweer in de lucht verschijnen. Nu zijn wetenschappers erachter dat magnetische knopen in de atmosfeer het raadselachtige verschijnsel kunnen veroorzaken.
In 1638 vliegt een grote lichtgevende bol de kerk van Widecombe-in-the-Moor in het zuiden van Engeland binnen, midden onder de preek. Met enorme kracht vernielt hij delen van het dak en gooit hij kerkbanken om, die in brand vliegen. Vier mensen vinden de dood.
Dit is een van de eerste duidelijke beschrijvingen van een bolbliksem: een vreemde, gloeiende bol die tijdens onweer ontstaat. Zo'n bol is meestal zo groot als een basketbal en kan tot een minuut rond blijven zweven, voor hij weer net zo plotseling verdwijnt als hij is ontstaan.
Sindsdien doen onderzoekers hun best het verschijnsel te begrijpen, maar het valt niet mee om het te bestuderen, want de bollen verschijnen en verdwijnen razendsnel.
In 2012 maakten onderzoekers een opname van een bol die voortkwam uit een bliksemschicht, en zo was het bestaan van bolbliksems aangetoond.
De bol was met een diameter van 5 meter veel groter dan de meeste bolbliksems, die een diameter van een basketbal hebben. Hij bestond ook veel korter: slechts 1,6 seconden.
Uit de analyses bleek dat de bol vooral bestond uit siliciumoxide en koolstof uit de aarde, die door gewone bliksem deels waren omgezet in plasma door de verhitting tot 30.000 °C.
Magnetisch veld houdt de vorm vast
De stabiliteit was lange tijd een raadsel, maar nu hebben onderzoekers een 20 jaar oude theorie bevestigd. Ze wisten de bollen stabiel te houden met magnetische lijnen in de ijskoude tegenhanger van plasma: een nieuwe fase, die een bose-einsteincondensaat wordt genoemd.
Daarmee is het raadsel van bolbliksems eindelijk opgelost.
Filmpje