Windmolens in een park verstoren elkaars werking. De achterste molens zijn tot 40 procent minder efficiënt.

Een windmolen wekt het meeste stroom op als het vlak waarin de wieken draaien haaks op de windrichting staat. Maar in windmolenparken werkt die tactiek niet. Zoals een speedboot vertraagt door de deining die een voorgaande boot opwekt, veroorzaakt ook een windmolen luchtstromingen die de volgende molen verstoren.

Dat probleem valt op te lossen door de windmolens een tikje weg te draaien, uit de windrichting dus. Dat ontdekten ingenieurs van de Stanford University. ‘Vroeger hadden we enkel aandacht voor hoe de windmolens apart presteerden. Nu beseffen we dat het beter is om het windmolenpark op zijn geheel te evalueren, en niet als de som van individuele molens’, zegt onderzoeker John Dabiri.

Met enkele ingrepen slaagden Dabiri en zijn team erin om de achterste molens tot 40 procent meer energie te doen opwekken. Bij lage windsnelheden leverde het park in totaal tot 47 procent meer energie. Bij gemiddelde windsnelheden ging het om 7 tot 13 procent. Daarnaast waren er ook minder pieken en dalen in de stroomvoorziening – een typisch probleem bij windenergie.

De windmolens wegdraaien uit de windrichting heeft ook een positief effect op de duurzaamheid van de molens. ‘De eigenaars van de windmolenparken vragen meestal meteen hoe onze ingrepen de structurele gezondheid van hun molens op lange termijn beïnvloeden. We zijn de precieze impact nog aan het onderzoeken. Tot nu toe zien we alvast dat er minder materiaalmoeheid optreedt’, aldus Dabiri.