Door een oude genetische fout dreigt het mannelijke geslachtschromosoom te verdwijnen. Maar dat hoeft niet het einde van de mens te betekenen.

Het recept voor een man telt eigenlijk maar één letter: Y. Als een eicel een Y-chromosoom van de zaadcel ontvangt, wordt het kind een jongen. Maar bevat de zaadcel een X-chromosoom, dan wordt het een meisje.

De toekomst ziet er echter niet rooskleurig uit voor het Y-chromosoom, want wetenschappers hebben ontdekt dat het langzaam krimpt. In de loop van miljoenen jaren is het mannelijke geslachtshormoon mutatie na mutatie geslonken, en veel wetenschappers denken daarom dat mannen zullen uitsterven.

Sommigen menen dat het Y-chromosoom zich hiertegen zal verzetten – anderen dat het het einde van de mensheid betekent.

Bij alligators wordt eenvoudig bepaald of het nageslacht mannelijk of vrouwelijk is. Als de eieren als ze 7-21 dagen oud zijn onder de 30 °C zijn, komen er vrouwtjes uit. Zijn ze boven de 34 °C, dan worden het mannetjes. Bij een temperatuur tussen 30 en 34 °C kan het beide kanten op.

Zo’n 166 miljoen jaar geleden ging het bij onze voorouders vermoedelijk net zo, tot een genetische fout bij de eerste zoogdieren een nieuw systeem introduceerde: een genetische aan-uitknop voor mannelijke geslachtsorganen.

Die knop is het Y-chromosoom. Dit bevat het SRY-gen, dat de ontwikkeling van testikels bij een foetus activeert. Eerst had het Y-chromosoom 1669 genen, net als het X-chromosoom. De Y is echter kwetsbaar, omdat hij enig is in zijn soort.

Tijdens de meiose komen chromosomen samen in een paar, om genen te kunnen uitwisselen en de ergste mutaties te verwijderen. Zo overleven alleen de sterkste combinaties. Y-chromosomen kunnen niet meedoen aan deze ruilhandel, omdat er geen soortgelijk chromosoom is.

Daardoor krimpt het Y-chromosoom naarmate slechte mutaties door de evolutie worden verwijderd.

Sommige zoogdieren namen al afscheid van het Y-chromosoom. De blinde woelmuis heeft geen Y-chromosoom.

Het is onzeker hoe lang de lijdensweg van het Y-chromosoom gaat duren. Sommige wetenschappers gokken op 4,6 miljoen jaar, andere denken langer, omdat het Y-chromosoom de afgelopen 25 miljoen jaar slechts één mutatie heeft ondergaan – en daarmee geen sinds de mens zich genetisch afscheidde van de chimpansee.

Het Y-chromosoom is het enige chromosoom dat niet nodig is om te overleven. Vrouwen kunnen prima zonder, en bij oudere mannen verdwijnt het uiteindelijk.
Uit een onderzoek onder 62 Deense mannen bleek dat het Y-chromosoom gezond blijft door zijn genetische structuur te veranderen, wat de zaadproductie op peil houdt en genverlies tegengaat. Maar volgens critici is dit een laatste stuiptrekking van het Y-chromosoom en zal het plotseling verdwijnen – mogelijk al over 100.000 jaar.

Dan zijn er drie scenario’s denkbaar:
De man – en dus de mens – sterft uit.
De functie van het Y-chromosoom wordt via technologie in stand gehouden.
De functie van het Y-chromosoom verhuist naar andere chromosomen. Bij knaagdieren die geen Y-chromosomen meer hebben, is dat laatste het geval. Bij muizen zitten de genen die het geslacht bepalen in andere chromosomen dan het Y-chromosoom. In theorie kunnen wetenschappers dus jongen kweken zonder mannetjes.
De vraag is of mensen die het geslacht bepalen via het Y-chromosoom kinderen kunnen krijgen met mensen die een ander geslachtsbepalend gen of chromosoom gebruiken. De kinderen zouden waarschijnlijk onvruchtbaar of tweeslachtig zijn.

Bij knaagdieren zijn daardoor meerdere genetisch verschillende soorten ontstaan.

De dood van het Y-chromosoom kan dus het einde voor homo sapiens betekenen, maar ook de weg vrijmaken voor nieuwe mensensoorten.