Weet jij als je een winkel uitloopt niet meer van welke kant je kwam? Dan zou het goed kunnen dat je in een stad bent opgegroeid. Mensen die buiten de stad opgroeien hebben namelijk een beter richtingsgevoel. En of je in een historische stad of in een vinexwijk bent opgegroeid maakt ook verschil. Dat blijkt uit onderzoek gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen die opgroeien in een stad minder goed kunnen navigeren dan mensen die buiten de stad opgroeien. Bijna 400.000 mensen uit 38 landen deden mee aan het onderzoek.
Maar er is niet alleen een verschil tussen mensen die in de stad of op het platteland opgroeien. Ook tussen inwoners van verschillende steden is er verschil te zien. Respondenten die opgroeiden in een oude stad als Praag met kruip-door-sluip-doorwegen weten hun weg beter te vinden dan mensen die opgroeien in overzichtelijke steden als Chicago. De onderzoekers geven aan het ontwerp van een stad invloed heeft op ons brein.
Reinout Kleinhans is stadsgeograaf. Volgens hem worden steden tegenwoordig heel anders ontworpen dan vroeger. "Veel steden in Nederland hebben een historisch centrum. Met een markplein, een kerk en wegen die daarnaartoe lopen", legt hij uit aan EditieNL. "Hoe meer je buiten de kern komt hoe symmetrischer de wegen worden. Daar zit een idee achter."
Steden die later zijn gebouwd zijn zorgvuldig ontworpen. Als je de kaart van Chicago bekijkt zie je alleen maar vierkantjes en rechte lijnen. Bij een vinexwijk als Leidsche Rijn is dat ook meer het geval. "Nieuwe wijken zijn zo ontworpen dat ze overzichtelijk zijn. Maar dat hangt er wel vanaf waar je bent. In de jaren zeventig zijn er heel veel zogenaamde bloemkoolwijken gebouwd."
Dit soort wijken kun je herkennen aan de vele woonerven en straten met veel zijwegen. "Deze beruchte wijken hebben heel veel structuur. Automobilisten raken daar vaak hopeloos de weg kwijt."