De Olympische Spelen vorig jaar in Parijs hebben aanzienlijk meer geld gekost dan was gedacht én dan ze hebben opgebracht. "Als je het puur boekhoudkundig bekijkt, zijn de Spelen een mislukking", zegt econoom Pierre Rondeau van de Sports Management School in Parijs. "Maar er zijn ook positieve effecten."
Vandaag is het precies een jaar geleden dat de openingsceremonie van de Spelen werd gehouden, op de Seine in het hartje van de hoofdstad. Op verzoek van de NOS zette econoom Rondeau alle nu beschikbare cijfers over de inkomsten en uitgaven op een rij.
Ten eerste hadden de Olympische Spelen 'directe kosten'. Die werden betaald door het organisatiecomité, de COJOP, en door een speciale instantie, Solideo, die de infrastructuur bouwde. "Zij hadden samen een budget van 8,8 miljard euro", zegt Rondeau. "Maar uit onderzoek blijkt dat de inkomsten van de Spelen 7,1 miljard euro bedragen." Dat komt dus netto neer op een tekort van 1,7 miljard.
De COJOP zelf zegt los van Solideo een overschot op de begroting te hebben van 76 miljoen euro, maar dat compenseert niet het bedrag van 1,7 miljard. "Dat overschot is mede te danken aan de Paralympische Spelen", zegt Rondeau. "Die waren minder verliesgevend dan gedacht."
Los van de directe kosten zijn er ook indirecte kosten. De Franse overheid trok massaal de portemonnee, bijvoorbeeld om de Olympische Spelen goed te beveiligen en om het openbaar vervoer te verbeteren. De Franse Algemene Rekenkamer becijferde dat die indirecte kosten in totaal 5,9 miljard bedroegen. Dat is twee keer zoveel als vooraf was begroot.
Volgens econoom Rondeau heeft de overheid de kosten - tegen beter weten in - te laag ingeschat. "Een groot deel van de kosten betrof de beveiliging. Die was begroot op minder dan 400 miljoen euro. Maar iedereen weet dat het beveiligen van de Olympische Spelen altijd meer dan een miljard kost. In Parijs bleek de beveiliging uiteindelijk 1,4 miljard te kosten."
Bovendien moest de Franse staat dreigende stakingen afkopen. Niet alleen van de politie, maar ook van ov-personeel dat dreigde het werk neer te leggen en zo de Spelen te verstoren. Dat wilde de regering-Macron te allen tijde voorkomen. "Het ov-personeel kreeg daarom speciale premies van soms wel meer dan 1200 euro per persoon tijdens de Spelen. De extra kosten voor het openbaar vervoer kwamen daarmee uit op 600 miljoen."
Uiteindelijk hebben de Olympische Spelen dus meer gekost dan werd verwacht en dan was begroot. Maar ook dat is maar een deel van het verhaal, benadrukt Rondeau. "De vraag is eigenlijk of je al die uitgaven ziet als kosten of als investeringen. Want als je naar de opbrengsten op langere termijn kijkt, dan verandert het beeld."
De beveiliging kostte bijvoorbeeld 1,4 miljard, maar daardoor heeft Parijs zich wel op de kaart gezet. "De Spelen waren goed georganiseerd, zijn goed verlopen en waren veilig. Dat heeft het imago van Parijs voor bijvoorbeeld toeristen een positieve impuls gegeven", aldus de econoom. Toeristen kunnen jarenlang nog besluiten om Parijs te bezoeken vanwege dat goede imago.
Daarnaast is er de infrastructuur. Ten noorden van Parijs verrezen een olympisch zwembad en een olympisch dorp. Aan de rand van Parijs werd een groot nieuw sportcomplex gebouwd en verspreid rond de stad werden wegen aangelegd of gerenoveerd. Die worden nu allemaal gebruikt door omwonenden en door Parijzenaars zelf. Gewone Fransen kunnen nog decennia profiteren van de olympische infrastructuur.
"Dat is echt de erfenis voor de lange termijn. Ten noordwesten van Parijs staat bijvoorbeeld het stadion van Colombes. Dat werd gebruikt voor de Olympische Spelen van 1924. En dat stadion staat er nog steeds. En het wordt nu, honderd jaar later, nog altijd gebruikt."
Verder is de 'erfenis op de lange termijn' moeilijk te meten. Het is nauwelijks te becijferen wat extra toeristen, meer openbaar vervoer en nieuwe stadions over een aantal jaren opbrengen áls het al in geld is uit te drukken.
Econoom Rondeau: "Misschien moet je dit soort grote sportevenementen niet alleen maar op de korte termijn en financieel beoordelen. Eigenlijk zijn ze dan altijd verlieslijdend. Ze kosten altijd meer geld dan ze opbrengen. Maar op lange termijn kunnen er wel degelijk positieve effecten zijn."