Volgens een studie in het British Journal of Psychology kan de relatieve lengte van de ring- en wijsvinger bij zevenjarige kinderen hun resultaat op reken- en leestests voorspellen.
Volgens de onderzoekers wordt de relatieve lengte van wijs- en ringvinger bepaald door de blootstelling in de moederschoot aan het vrouwelijke hormoon oestrogeen en het mannelijk hormoon testosteron. Een lange ringvinger in verhouding tot de wijsvinger wijst op een sterke prenatale blootstelling aan testosteron, een korte ringvinger in vergelijking met de wijvinger wijst daarentegen op een zwakke blootstelling aan testosteron. Vermits testosteron een rol zou spelen bij de ontwikkeling van dat deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor ruimtelijk inzicht en rekenen, zouden kinderen met een relatief lange ringvinger beter zijn in rekenen. Oestrogeen daarentegen, is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de hersenen waar de taalvaardigheid gesitueerd is. Kinderen met een relatief korte ringvinger zouden dus beter zijn in talen.