De vorm van ons gezicht is in de loop der eeuwen zo geëvolueerd dat we beter klappen kunnen opvangen. Vooral bij de Australopithecus, een van onze voorouders, werden precies die delen van het gezicht die het vaakst slagen incasseren opmerkelijk sterker.

De uitgestorven mensachtige Australopithecus afarensis, waarvan Lucy het bekendste lid is, kon rake klappen uitdelen met zijn gebalde vuist. Die klappen kwamen meestal op het gezicht terecht. Zo komt het dat de anatomie van ons gezicht doorheen de evolutie veranderde van vorm en sterker werd.

Omdat het meestal de mannen waren die betrokken raakten bij vechtpartijen, zijn de veranderingen vooral bij dat geslacht merkbaar. Zo is het kaakbeen breder geworden, om ook na verwondingen voedsel te kunnen kauwen, en werden de kiezen en neus groter en sterker. Op de tekening is te zien hoe de onderkaak van een chimpansee (boven) opmerkelijk smaller en dunner is dan die van de Australopethicus (tweede rij) en de hedendaagse mens (onder).

Vaak gaan wetenschappers ervan uit dat de mens pas met het ontstaan van de beschaving geweld begon te gebruiken om zijn wil op te dringen. De oermens zou een vredelievend wezen geweest zijn. Maar deze studie van de University of Utah, gepubliceerd in Biological Reviews, geeft juist aan dat geweld een belangrijke factor was in de menselijke geschiedenis. ‘Hoe verklaar je anders dat de anatomische kenmerken van de eerste mensachtigen juist op die plaatsen in het gezicht zo verschillend zijn van die van een chimpansee’, aldus de onderzoekers.